In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Constructies
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les:
Aan het einde van deze les ken je verschillende constructies.
Je weet welke het stevigst is en je kunt uitleggen waarom dat zo is.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn constructies?
Wat zijn constructies eigenlijk?
"Iets wat in elkaar is gezet uit minimaal twee onderdelen".
"Het bouwen van iets uit onderdelen".
Slide 3 - Tekstslide
constructies zijn overal; gebouwen hebben een constructie, gebruiksvoorwerpen. Zelfs ons eigen skelet is een constructie
Slide 4 - Tekstslide
constructie fiets
Slide 5 - Tekstslide
constructie gebouw
Slide 6 - Tekstslide
ons skelet als constructie
Slide 7 - Tekstslide
Bouw in een drietal een constructie met spekjes en spaghetti
Slide 8 - Tekstslide
Stevigheid
De constructie van bijvoorbeeld een gebouw zorgt ervoor dat het gebouw niet in elkaar stort. De constructie moet dus stevig zijn.
Er zijn drie aspecten die zorgen voor de stevigheid
Het materiaal dat wordt gebruikt, zoals bijv staal
De vorm die wordt gekozen
De verbindingstechniek, zoals bijv lijm
Slide 9 - Tekstslide
Materiaal en vorm
Het materiaal is dus heel belangrijk. Staal is bijvoorbeeld heel sterk materiaal, maar soms is dit te duur of te zwaar.
De vorm van het gebruikte materiaal is ook belangrijk. We gaan nu een proef doen met een a4tje.
Denken jullie dat dit stevig genoeg is om boeken te dragen?
Slide 10 - Tekstslide
Vorm
De vorm is dus ook heel belangrijk. Dat hebben we gezien bij de proef die we net hebben gedaan.
De stevigste vorm in constructies is de driehoek. De driehoek is vormvast, wat ervoor zorgt dat
heel stevig is.
Slide 11 - Tekstslide
Een driehoek is sterker doordat de druk beter verdeeld wordt. Een driehoek heeft als het ware drie hoeken waarbij de kracht goed verdeeld wordt. De lijnen van de driehoek kunnen geen kant op. Bij een vierkant zit dit anders. Een vierkant heeft vier hoeken waardoor de kanten om kunnen klappen en de
constructie inklapt.
Slide 12 - Tekstslide
Vorm
Een andere vorm die voor veel stevigheid zorgt is de boogconstructie.
Zo wordt de druk van bovenaf verdeeld over alle steunpunten. Dit zorgt voor een stevige constructie.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Verbindingstechniek
De verbindingstechniek houdt in welk materiaal er is gebruikt om twee onderdelen aan elkaar vast te maken. Denk hierbij aan lijm, tape, cement, moeren, bouten etc
Slide 15 - Tekstslide
Op de volgende slide kun je een filmpje openen van het Klokhuis. Dit gaat over aardbeving bestendigheid van gebouwen. Ook komt daarin de constructie van gebouwen aanbod.
Natuurlijk mag je het hele filmpje bekijken, maar het gaat vooral om 0:00 - 5:40.
Slide 16 - Tekstslide
https:
Slide 17 - Link
Constructies vind je overal. In je huis, in school en zelfs je fiets is een constructie. Ook bruggen, kerktorens en kantoorgebouwen. Alle botten in ons lichaam vormen ook een constructie.
Overal ter wereld vind je constructies.
Kijk maar eens goed om je heen!
Slide 18 - Tekstslide
Een belangrijk onderdeel van de constructie is de stevigheid. Als een constructie niet stevig is dan zal het binnen de kortste keren instorten.
Er zijn verschillende constructies die wij beschouwen als 'stevig'.
Slide 19 - Tekstslide
Driehoeksconstructie
Deze constructie bestaat uit allemaal driehoeken.
Je hebt ook de piramideconstructie. Deze bestaat uit eigenlijk allemaal driehoeken. Heb jij je wel eens afgevraagd waarom die oude piramides nog overeind staan?
Slide 20 - Tekstslide
Een constructie lijkt stil te staan, maar dit is niet zo. Er wordt voortdurend aan de constructie getrokken en er staat druk op. Dit zie je niet, maar gebeurt wel. De onderdelen drukken tegen elkaar of trekken aan elkaar.
Als je een steen bent en er worden meer stenen op je gestapeld dan heb je constant druk op je. Als je een staalkabel bent en er hangt een brug aan je, dan voel je dat er aan je getrokken wordt.
Slide 21 - Tekstslide
Een driehoek is sterker doordat de druk beter verdeeld wordt. Een driehoek heeft als het ware drie hoeken waarbij de kracht goed verdeeld wordt. De lijnen van de driehoek kunnen geen kant op. Bij een vierkant zit dit anders. Een vierkant heeft vier hoeken waardoor de kanten om kunnen klappen en de
constructie inklapt.
Slide 22 - Tekstslide
Kijk nu nog eens naar het bouwwerk dat jullie net hebben gemaakt.
Kun je, met dat wat je nu geleerd hebt iets verbeteren aan je bouwwerk? Zo ja, wat ga je verbeteren? En zo nee, waarom hoef jij niets te verbeteren?
Slide 23 - Tekstslide
Proef met papier
Maak een balk of een ronde vorm met het papier.
Is het stevig genoeg om een of meer boeken te dragen.