Expeditie transitie: intro + OV1

Expeditie transitie
Expeditie transitie
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Expeditie transitie
Expeditie transitie

Slide 1 - Tekstslide

Duurzame ontwikkelingsdoelen

Slide 2 - Tekstslide

De definitie van extreme armoede is wanneer mensen:
A
1,9 dollar per dag verdienen
B
1,25 dollar per dag verdienen
C
5 dollar per dag verdienen

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel mensen in de wereld leiden honger?
A
1 op 10
B
1 op 5
C
1 op 20

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen van 5 jaar of jonger in ontwikkelingslanden?
A
ondervoeding
B
oorlog
C
overdraagbare ziektes, bv. cholera, COVID-19

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel kinderen in de wereld worden gedwongen te werken?
A
1 op 30
B
1 op 15
C
1 op 7

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de volgende zaken zijn belangrijk bij gendergelijkheid?


A
Gelijk loon voor mannen en vrouwen
B
Meisjes krijgen hetzelfde onderwijsniveau als jongens
C
Vrouwen kunnen leningen krijgen om een bedrijf te starten

Slide 7 - Quizvraag

Waar gaat 90% van het afvalwater van menselijke activiteiten naartoe?
A
Het wordt behandeld en hergebruikt
B
Het wordt veilig bewaard in waterdichte tanks
C
Het wordt zonder behandeling terug in de rivieren en zeeën geloosd

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de meest gebruikte hernieuwbare energie ter wereld?
A
zonne-energie
B
windenergie
C
waterkracht

Slide 9 - Quizvraag

Welke van de volgende criteria zijn criteria voor ‘eerlijk werk’?


A
Een veilige plek om te werken
B
Sociale bescherming voor families
C
Een lunchuurtje
D
Passende lonen

Slide 10 - Quizvraag

Welke van deze steden staan vaak in de top 10 van ‘groenste’ steden ter wereld?
A
Amsterdam, Nederland
B
Miami, VS
C
Berlijn, Duitsland
D
Johannesburg, Zuid-Afrika

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel van de rijkdom van de wereld bezit de rijkste 1% van de bevolking?
A
15%
B
30%
C
50%

Slide 12 - Quizvraag

Welk vervoersmiddel is het meest vervuilend tijdens een rit van 10 km in een stad?
A
bus
B
auto
C
tram
D
motorfiets

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel van het voedsel in de wereld wordt verspild of weggegooid?
A
1/3
B
1/6
C
1/10

Slide 14 - Quizvraag

Van welk broeikasgas is de uitstoot vanaf 1990 met 50% toegenomen?
A
N2O (stikstofmonoxide)
B
CH4 (methaan)
C
CO2 (koolstofdioxide)

Slide 15 - Quizvraag


In het huidige tempo zal er in 2050 meer plastic dan vis in de oceanen zitten.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Het tegengaan van ontbossing is van groot belang in de strijd tegen de klimaatverandering, omdat…
A
het behoud van bossen natuurrampen voorkomt.
B
bomen zuurstof voorzien.
C
we hout nodig hebben om huizen en andere producten te bouwen.

Slide 17 - Quizvraag

Welke groep mensen heeft de bijnaam ‘blauwhelmen’?
A
fietsers
B
politieagenten in de marine
C
soldaten van de vredesmacht van de Verenigde Naties
D
vrijwilligers in vluchtelingenkampen

Slide 18 - Quizvraag

Waar staat de Engelstalige afkorting UN voor?
A
Universal Network
B
Undeveloped Nations
C
Urban Network
D
United Nations

Slide 19 - Quizvraag

1 Wat zijn de grote duurzaamheidsuitdagingen in de wereld?
1 Wat zijn de grote duurzaamheidsuitdagingen in de wereld?

Slide 20 - Tekstslide

Duurzame wereld

  • People
  • Planet
  • Prosperity

Slide 21 - Tekstslide

Duurzame wereld

2 belangrijke indicatoren:
  • Human Development Index (HDI)
  • Ecologische voetafdruk (EVA)

Slide 22 - Tekstslide

HDI
EVA
People
Planet
Prosperity

Slide 23 - Sleepvraag

Wat geeft de HDI juist weer?
A
Het inkomen per inwoner van een land.
B
De ontwikkelingsgraad van een land.
C
Het analfabetisme in een land.
D
Hoe dichtbevolkt een land is.

Slide 24 - Quizvraag

HDI

Slide 25 - Tekstslide

Human Development Index per land (2020)

Slide 26 - Tekstslide

Welke regio's hebben een lage HDI?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent 'ecologische voetafdruk'?
A
Het is de maatstaf voor de luchtkwaliteit in een bepaald gebied.
B
Het is het aantal verschillende ecosystemen binnen een bepaald gebied.
C
Het is de totale oppervlakte die iemand nodig heeft voor consumptie en om het geproduceerde afval te verwerken.
D
Het is de term voor de maximale draagkracht van de bodem voor landbouwactiviteiten.

Slide 28 - Quizvraag

Ecologische voetadruk

Slide 29 - Tekstslide

Ecologische voetafdruk per land (2017)

Slide 30 - Tekstslide

Welke regio's hebben een hoge ecologische voetafdruk?

Slide 31 - Open vraag

Besluit (p. 6)
België heeft net als andere Europese landen, Noord-Amerika, Australië ... een erg hoge ecologische voetafdruk.

Haïti kent net als de meeste landen van Sub-Sahara-Afrika een lage HDI.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

1.2 Duurzaamheidsuitdagingen
Hoge HDI:
  • Groter dan 0,8

Duurzame (lage) ecologische
voetafdruk:
  • Lager dan 1,6 ha

Slide 34 - Tekstslide

= eerlijke aarde-aandeel
1,6 ha
EVA

Slide 35 - Tekstslide

Duurzame ontwikkeling
en
EVA
HDI
> 0,8
< 1,6 ha
dus: < eerlijke aarde-aandeel

Slide 36 - Tekstslide

Tussen welke waarden ligt de HDI van België?
A
tussen 0,35 en 0,549
B
tussen 0,7 en 0,799
C
tussen 0,55 en 0,699
D
tussen 0,8 en 1

Slide 37 - Quizvraag

Tussen welke waarden ligt de EVA van België?
A
tussen 1,7 en 3,4 ha
B
tussen 5,1 en 6,7 ha
C
tussen 3,4 en 5,1 ha
D
tussen 6,7 en 8 ha

Slide 38 - Quizvraag

In België is er dus geen sprake van duurzame ontwikkeling
X

Slide 39 - Tekstslide

Wat is dan de duurzaamheidsuitdaging voor België?
A
De EVA moet toenemen.
B
De HDI moet afnemen.
C
De EVA moet afnemen.
D
De HDI moet toenemen.

Slide 40 - Quizvraag

1.2 Duurzaamheidsuitdagingen
= typisch voor landen van de Global North

Slide 41 - Tekstslide

Wat is de duurzaamheids-uitdaging voor Haïti?
A
De EVA moet toenemen.
B
De HDI moet afnemen.
C
De EVA moet afnemen.
D
De HDI moet toenemen.

Slide 42 - Quizvraag

1.2 Duurzaamheidsuitdagingen
= typisch voor landen van de Global South

Slide 43 - Tekstslide

Welk gevolg heeft de stijging van de wereldbevolking voor het eerlijke aarde-aandeel?
A
Het eerlijke aarde-aandeel wordt kleiner.
B
Het eerlijke aarde-aandeel wordt groter.
C
Het eerlijke aarde-aandeel blijft gelijk.

Slide 44 - Quizvraag

Besluit (p. 8)
Landen in de Global North en de Global South hebben verschillende duurzaamheidsuitdagingen:
  • Landen in de Global North, zoals België, moeten de EVA beperkten tot het eerlijke aarde-aandeel.
  • Landen in de Global South, zoals Haïti, moeten de levensomstandigheden verbeteren.
Door de evolutie van de wereldbevolking wordt het eerlijke aarde-aandeel kleiner.

Slide 45 - Tekstslide

Antwoord op de onderzoeksvraag (p. 11)
  • In de Global North is op dit moment de EVA te hoog.

  • In de Global South moet in veel landen de ontwikkelingsgraad verbeteren zonder dat daarbij de EVA verhoogt.

Slide 46 - Tekstslide