Meten en meetkunde 1F/2F herhaling

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Verdieping, tips en quiz 

Meten en meetkunde

Hoofdstuk 4:

Vlakke figuren:

Ruimtelijke figuren

Welke vlakke figuur heeft 4 gelijke zijden?

1. Driehoek
2. Vierkant
3. Rechthoek
4. Cirkel

Welke figuur staat hier
afgebeeld? --->

1. Bol
2. Cirkel
3. Cilinder
4. Pyramide

Rechthoek

Cirkel

Cilinder

Kegel

Kubus

Wat betekenen de afkortingen MM, CM, DM, M, Dam, HM, KM?

Hoeveel cm is 1 meter?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1.000

Hoeveel mm is 1 cm?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1.000

Hoeveel meter is 1 kilometer?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1.000

De man aan de linkerkant is 2.21 m
hoeveel cm lang is hij?

1. 22,1 cm
2. 2.210 cm
3. 22.100 cm
4. 221 cm

Omtrek

Welke afstand moet je afleggen om: om het figuur heen te lopen / gaan: OMtrek

Oppervlakte

Hoe groot is een platte figuur?

Lengte x breedte = oppervlakte (m2)

Inhoud

Hoeveel past er in de ruimtelijke figuur?

Lengte x breedte x hoogte = inhoud (m3)

Hoe bereken je de omtrek?

1. lengte x breedte
2. lengte x breedte x hoogte
3. alle zijden bij elkaar optellen
4. lengte + breedte

Hoe bereken je de inhoud?

1. lengte x breedte
2. lengte x breedte x hoogte
3. alle zijden bij elkaar optellen
4. lengte + breedte

Hoe bereken je de oppervlakte?

1. lengte x breedte
2. lengte x breedte x hoogte
3. alle zijden bij elkaar optellen
4. lengte + breedte

Wat is de oppervlakte van dit weiland?

1. 30m3
2. 35m
3. 35m2
4. 300m2

Wat is de inhoud van deze kubus?

1. 1 dm3
2. 1 dm2
3. 1 m3
4. 1 liter

Wat is de omtrek van deze figuur?

1. 29 m
2. 40 m
3. 60 m
4. 58 m