Week 5 Procenten H6 20M4ABC

2 helft procenten 20M4ACB
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

2 helft procenten 20M4ACB

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Week 5 2e helft hoofdstuk 6
week 6 1e helft hoofdstuk 7
week 7 2e helft hoofdstuk 7
week 8 vakantie
week 9 oefentoets domein 2
week 10 toets domein 2

Slide 2 - Tekstslide

Procenten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Procenten
Als ik praat over 100% dan heb ik het over ALLES
Als ik praat over 1 % dan  dan heb ik het over 1 vande 100
Bij 5% heb ik het over 5 van de 100

Je kunt op verschillende manieren procenten uitrekenen:

Manier 1. Je rekent eerst uit wat 1% is.  bijvoorbeeld 4% van 225=
1%=? Ik reken uit 225:100= 2,25   of ook wel bij 1% schuift de komma 2 plaatsen naar links

Manier 2. Je maakt gebruik van een verhoudingstabel
      Kijk hiervoor op de volgende blz naar het filmpje.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Manier 1

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Breuken en procenten
100% = alles
100% kun je ook vergelijken met 1 hele pizza
50% van die pizza is de helft want
Tegen 50 % zeg je ook wel 50 van de 100     of      50   =      1
                                                                                                     100         2
25%   is 25 van de 100    of    25   =       1
                                                          100           4

Slide 9 - Tekstslide


Opruiming Hoeveel % korting krijg ik?



Ik koop een stoel voor 765 euro in de opruiming. De stoel kostte eerst 900 euro.


Hoe los ik het op?
Maak een verhoudings schema

Slide 10 - Tekstslide

1. ik maak een verhoudingstabel
2. ik vul in wat ik weet
3. Ik kan met 900 en 765 niet makkelijk rekenen dus er komt een 1 tussen.
4. als ik kijk naar de onderste rij dan deel ik 900 : 900= 1
                1  x 765 = 765 (zet boogjes)
5. Dat doe ik ook met de bovenste rij dus
      100 : 900 x 76585 %

6. Let op  765 euro die ik moet betalen is 85%  als ik de korting wil weten reken ik uit 
100%- 85 % = 15 % 
Dus ik heb 15 % korting gehad.
1.
%
100%
85
euro
900
     1
765

Slide 11 - Tekstslide

In een klas zitten 32 leerlingen, 25% heeft blond haar. Hoeveel leerlingen hebben blond haar?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat vonden jullie van de les in Lessonup? Beter dan een PowerPoint?

Slide 16 - Open vraag

Vragen??
Maken hoofdstuk 6 opdracht 20 t/m 29 en inleveren in Cumlaude.

Slide 17 - Tekstslide