De Industriële Revolutie

De Industriële Revolutie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLezen+2BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

In de negentiende eeuw leefden veel mensen op het platteland. Ze waren boer, of maakten kleding met de hand. Door de Industriële Revolutie, die van ongeveer 1750 tot 1900 duurde, veranderde er een hoop. Wat veranderde er? En door welke uitvindingen kwam dat?

Onderdelen in deze les

De Industriële Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over de Industriële Revolutie?

  • Schrijf op een los blaadje minimaal 1 interview-vraag die je zou willen stellen aan een kind uit de tijd van de Industriële Revolutie die werkt in een fabriek. Wat zou jij graag willen weten?

  • Loop rond door de klas tot je iemand tegen komt en wissel de vragen uit. Probeer te bedenken welk antwoord een kind uit de tijd van de Industriële Revolutie zou kunnen geven op de vraag van de ander.



timer
3:00
Interview

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur & Weetmuur
Wat zou je willen weten over de Industriële Revolutie? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
Na deze les:
  • weet ik dat de uitvinding van onder andere de stoommachine ervoor
    heeft gezorgd dat er snel veel producten gemaakt konden worden in de fabrieken.
  • kan ik minimaal drie belangrijke uitvindingen uit de Industriële Revolutie noemen.
  • weet ik waarom mensen tijdens de Industriële Revolutie naar de steden verhuisden.
Dit ga je leren
Woordenschat

Na deze les:
  • begrijp ik de belangrijke woorden die met de Industriële Revolutie maken hebben.
Taal
Na deze les :

  • kan ik doormiddel van een pitch mijn klasgenoten overtuigen dat de door mij gekozen uitvinding de beste uitvinding is uit de Industriële Revolutie.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Over welke tijd hebben we het?
De tijd van burgers en stoommachines: 
1800 tot 1900

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepende tekst

Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. Arceer in ieder geval: 

  • (fabrieken) uit de grond gestampt
  • de arbeider
  • de loondienst
  • de vakbond
  • de kinderarbeid
  • de leerplicht
  • de uitvinding
  • de stoommachine

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
(werken in) de fabriek
(fabrieken) uit de grond stampen
In korte tijd afbouwen.
In de tijd van de Industriële Revolutie werden er heel veel fabrieken uit de grond gestampt
de loondienst
Werken voor een ander in ruil voor loon (geld).
De arbeiders waren in loondienst bij de fabriekseigenaren.
de arbeider
Iemand die lichamelijk werk doet waar weinig opleiding voor nodig is.
In de fabrieken werkten veel arbeiders
de (stoom)machine
Een apparaat dat dingen voor je maakt of doet en dat werkt op stoom.
Uiteindelijk werd de uitvinding van de stoommachine ook gebruikt voor de stoomtrein.
de uitvinding
Iets dat nieuw bedacht (en gemaakt) is.
Een belangrijke uitvinding uit de tijd van de Industriële Revolutie is de stoommachine. 
de vakbond
Een organisatie waar mensen met hetzelfde beroep zich verzamelen om ervoor te zorgen dat ze krijgen waar ze recht op hebben.
De eerste vakbonden ontstonden in de tijd van de Industriële Revolutie. 

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
kinderen in de Industriële Revolutie
de kinderarbeid
Werk dat gedaan wordt door (jonge) kinderen.
Kinderarbeid was aan het begin van de Industriële Revolutie heel normaal. 
de leerplicht
De verplichting (door de wet) om tot een bepaalde leeftijd naar school te gaan.
Door de komst van de leerplicht, kwam kinderarbeid veel minder vaak voor.

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Tijdens de Industriële Revolutie verhuisden veel mensen van de stad naar de dorpen.
A
B

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Waarom verhuisden er zoveel mensen van
de dorpen naar de steden?
A
In de stad was meer te beleven. Mensen konden daar makkelijker winkelen of uit eten.
B
Daar stonden de fabrieken. Er was veel werk in de fabrieken, dus mensen die werk zochten gingen naar de stad.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Kinderarbeid is altijd al verboden geweest in Nederland.
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
De leerplicht zorgt ervoor dat alle kinderen in Nederland verplicht naar school moeten.
A
B

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het filmpje over verschillende uitvindingen uit de tijd van de Industriële Revolutie. 
Tip: Schrijf de uitvindingen die je voorbij ziet komen op, dit is handig voor de verwerkingsopdracht later in de les! Lukt het ook om in het kort (een paar woorden) op te schrijven waarom de uitvinding
 zo handig was?
Bekijk het filmpje hier.

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.
.
Welke uitvindingen heb jij voorbij horen komen?
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een van de uitvindingen was de telefoon. In het filmpje in de volgende slide zie je hoe bellen in de 19e eeuw eruitzag.

Slide 16 - Tekstslide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

.
Wat valt je op aan het bellen in de 19e eeuw? 
Wat was toen anders dan nu?
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoals je hebt gelezen was één van de uitvindingen uit de Industriële Revolutie de stroomtrein. In het filmpje op de volgende slide zie je daar meer over.

Slide 19 - Tekstslide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De eerste stoomtrein in Nederland ging van Amsterdam naar Haarlem. Bekijk op de kaart op de volgende slide waar deze steden liggen. Is het ver uit elkaar vind je? Hoe lang doe je er nu over met de trein? Bekijk het op de website van de NS.

Slide 21 - Tekstslide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.

Slide 22 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Niet iedereen was daar blij met de uitvinding van de stoomtrein. Waarom waren mensen tegen de stroomtrein? Let op: meerdere antwoorden zijn goed.
A
De koeien zouden van schrik zure melk geven.
B
De kippen zouden van schrik geen eieren meer geven.
C
Door de snelheid van de trein zou je geen adem meer kunnen halen.
D
De trein zorgt voor luchtvervuiling.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
De eerste stoomtrein in Nederland heette 'de Arend'. 
Stel je voor: Jij bent de uitvinder van de eerste stoomtrein. Hoe zou jij de trein dan noemen?
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
De stoomtrein maakte gebruik van een stoommachine. Wie maakte voor het eerst een stoommachine die minder energie kostte dan dat het gaf?
Tip: Je mag best even spieken in de tekst! Kun jij het vinden?
A
Mule Jenny
B
James Hargreaves
C
Thomas Newcomen
D
James Watt

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Waarom was de stoommachine zo'n belangrijke uitvinding?
Hoe die stoommachine precies werkte? Bekijk het filmpje!
A
Het zorgde ervoor dat er geen mensen meer in de fabrieken hoefden te werken. De stoommachine deed al het werk.
B
Het zorgde ervoor dat het werk in de fabriek veel sneller ging. De stoommachine deed het zware werk.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Voorbeelden van uitvindingen uit de Industriële Revolutie uit de tekst:
  • stoomtrein
  • fiets
  • gloeilamp
  • auto
  • radio
Vandaag ga je een pitch maken om jouw klasgenoten te overtuigen dat de door jou gekozen uitvinding de beste uitvinding uit de Industriële Revolutie is. 

Dan is het natuurlijk wel handig dat je begrijpt wat het 
doel van een pitch is en dat je weet hoe je dat kunt 
doen. In het filmpje op de volgende slide wordt het uitgelegd. 
Tip: Maak aantekeningen van het filmpje, zodat je het goed kunt onthouden en nog even terug kunt lezen!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen heb je opgeschreven over het geven van 
een goede pitch? Bekijk nu de checklist hiernaast. 
Staan hier nog nieuwe dingen in over het geven van een 
goede pitch? 
Verwerkingsopdracht

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Bekijk het schrijfkader hiernaast. Gebruik het werkblad, vul hem in en plak 'm in je logboek. Dit helpt je om straks je pitch nog beter te kunnen geven.
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Als het goed is weet je nu wat je wilt gaan zeggen. Oefen je pitch in tweetallen. Eerst vertelt de een en luistert de ander. Daarna draai je de rollen om. 
Help elkaar door te vertellen wat er al goed gaat en wat nog beter kan. Gebruik hierbij de checklist. 
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pitchen maar!
Iedereen krijgt een nummer. Draai aan het rad en zie wie er klassikaal mag pitchen. 
Mag jij pitchen? Kies dan twee klasgenoten uit die de checklist voor jou mogen invullen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Hoe is het gegaan? Draai aan het rad en bespreek de vragen!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
  • Ik weet dat de uitvinding van onder andere de stoommachine ervoor heeft gezorgd dat er snel veel producten gemaakt konden worden in de fabrieken.
  • Ik kan minimaal drie belangrijke uitvindingen uit de Industriële Revolutie noemen.
  • Ik weet waarom mensen tijdens de Industriële Revolutie naar de steden verhuisden.
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat
  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de Industriële Revolutie te maken hebben.
Taal
  • Ik kan door middel van een pitch mijn klasgenoten overtuigen dat de door mij gekozen uitvinding de beste uitvinding is uit de Industriële Revolutie.

Slide 34 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Tot de volgende keer!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies