Diagnostic Test Unit 5 VWO 1 Grammar

Diagnostic Test Unit 5
GRAMMAR
Word order
Past simple (meaning & use)
Past simple (questions & negatives)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Diagnostic Test Unit 5
GRAMMAR
Word order
Past simple (meaning & use)
Past simple (questions & negatives)

Slide 1 - Tekstslide

Grammar: Wordorder
Adverbs of place and time



  • Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten. (Let op: er ligt in de zinnen géén extra nadruk op het moment waarop iets gebeurt.)
  • Let op hoofdletters en punten! 

Slide 2 - Tekstslide

Which sentence is correct? (there can be more answers possible)
A
In een Engelse zin maakt het niet uit waar de tijd staat.
B
In een Engelse zin krijg je eerst de tijd en dan de plaats.
C
In een Engelse zin krijg je eerst de plaats en dan de tijd.
D
Als je er nadruk op wilt leggen staat de tijd vooraan.

Slide 3 - Quizvraag

watched – I– last night– film – a suspenseful - .

Slide 4 - Open vraag

watched – I– last night– film – a suspenseful - .

Slide 5 - Open vraag

this August– am going - in Glasgow – my pen friend – I – to visit –.

Slide 6 - Open vraag

have lived - since 2015 - we - in Kampen -.

Slide 7 - Open vraag

to the cinema - at 7.30 - we - going - are -.

Slide 8 - Open vraag

Grammar Past simple meaning & use
Fill in the correct form of the Past simple of the verb in brackets.  


Slide 9 - Tekstslide

Welke uitgang krijgt de gewone verleden tijd?

Slide 10 - Open vraag

Welke uitgang krijg je als een werkwoord eindigt met medeklinker en y?

Slide 11 - Open vraag

Which ones are correct?
A
He stoped the car.
B
She cancelled the appointment.
C
The band stuned the audience.
D
We admitted our mistake.

Slide 12 - Quizvraag


My father ______________(to study) in Leiden from 1998 till 2003.

Slide 13 - Open vraag

I _________________(to walk) with my dog in the park this morning.

Slide 14 - Open vraag

Mr Harrison _______________(to permit) us to have our break in the hallway.

Slide 15 - Open vraag

Grammar Past simple negatives (-) and questions (?)
Fill in the correct form of the Past simple of the verb in brackets.  


Slide 16 - Tekstslide

Als je een zin ontkennend maakt en er staat maar 1 werkwoord in de zin dan gebruik je didn't en daarna weer de verleden tijd van het werkwoord.
A
True
B
False

Slide 17 - Quizvraag

Bij het werkwoord 'to be' moet je ook gebruik maken van didn't als je de zin ontkennend wilt maken.
A
True
B
False

Slide 18 - Quizvraag

Als je een vraag wilt maken en er staat maar 1 werkwoord in de zin dan gebruik je did en daarna het hele werkwoord.
A
True
B
False

Slide 19 - Quizvraag

Which one is correct?
A
She didn't loved him anymore.
B
She loved him not anymore.
C
She didn't love him anymore.
D
She didn't loves him anymore.

Slide 20 - Quizvraag

Which one is correct?
A
Did you this all on your own?
B
Did you did this all on your own?
C
Do you did this all on your own?
D
Did you do this all on your own?

Slide 21 - Quizvraag

He _____________(not + to forget) his umbrella, but he forgot to take his hat.

Slide 22 - Open vraag

________________(you + know) that many elephants are killed because of their teeth?

Slide 23 - Open vraag

What game _______________ (you + to play) last night?

Slide 24 - Open vraag

By the way, _____________(you + to see) how well Ajax played last Sunday?

Slide 25 - Open vraag

Grammar: Wordorder  + past simple


  • Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten. (Let op: er ligt in de zinnen géén extra nadruk op het moment waarop iets gebeurt.)
  • Zet de woorden tussen haakjes in de past simple.
  • Let op hoofdletters en punten!

Slide 26 - Tekstslide

this morning – your head – you – (to damage) – at the match – ?

Slide 27 - Open vraag

he– this afternoon– (not + to try) – to reach you – .

Slide 28 - Open vraag

yesterday - we – the music– (to enjoy) – at the concert– .

Slide 29 - Open vraag

English – when I was 11 – at school - to speak – I – (to learn) – .

Slide 30 - Open vraag

rock music – I – (not + to like) – when I was younger – .

Slide 31 - Open vraag