2.1 het communisme

§2.1 Het communisme
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§2.1 Het communisme

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen.
  • Je kunt enkele indirecte oorzaken benoemen van de Russische revolutie.
  • Je kunt uitleggen hoe de Russische revolutie verliep. 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen: De ideeën van Karl Marx
Beantwoord daarna de vragen over dit stukje tekst

Slide 3 - Tekstslide

Wat was de reden dat arbeiders arm bleven?

Slide 4 - Open vraag

Welke twee klassen van de klassenmaatschappij bedoelt Marx?

Slide 5 - Open vraag

Arbeiders moeten via een revolutie de macht overnemen
A
Socialisten
B
Communisten

Slide 6 - Quizvraag

Door het invoeren van sociale wetten de situatie van arbeiders beter maken
A
Socialisten
B
Communisten

Slide 7 - Quizvraag

Karl Marx en het communisme
  • Rijk vs Arm (Bourgeoisie/proletariaat) Rijken steeds rijker, armen steeds armer => Opstand! => Arbeiders aan de macht

  • Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders. 

  • Einde aan de klassenmaatschappij

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 

  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Lezen: Rusland vóór 1917

Slide 10 - Tekstslide

Waarom was het verassend dat de communistische revolutie in Rusland plaatsvond?

Slide 11 - Open vraag

Rusland was geen democratisch land. Waarom niet?

Slide 12 - Open vraag

Politiemacht die politieke tegenstanders opspoort

Slide 13 - Open vraag

De Russen waren ontevreden met de Tsaar en wilden verandering. Er kwam een demonstratie die met geweld werd neergeslagen. Toch voerde de Tsaar toen enkele hervormingen door. Geef een voorbeeld van een hervorming.

Slide 14 - Open vraag

Rusland voor 1917
  • Russische tsaar leefden als alleenheersers en wilden geen kritiek. 
  • De geheime politie onderdrukte de bevolking.
  • Grond was in bezit van de adel (boeren waren niet vrij). 
    - Lange werkdagen. 
    - Weinig voedsel. 
  • 1905 Rusland verloor de oorlog met Japan. 

Slide 15 - Tekstslide

Rusland voor 1917
  • 1905 ongewapende burgers demonstreren bij Winterpaleis. Ze willen korte werkdagen en algemeen kiesrecht. 
  • De demonstratie werd met geweld neergeslagen. 
  • > Landelijke protesten nemen toe. 
  • Tsaar moet hervormingen doorvoeren. 
  • Rusland krijgt een parlement (doema), maar de Tsaar hield de meeste macht. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag!
HW voor dinsdag: 
§2.1: 1 t/m 6 maken

Slide 18 - Tekstslide

§2.1 Het communisme

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Lees: De Russische Revolutie

Slide 21 - Tekstslide

Door de Eerste Wereldoorlog nam de ontevredenheid onder de bevolking toe. Geef aan waarom.

Slide 22 - Open vraag

Tsaar Nicolaas II trad af en er kwam een voorlopige regering
A
Februarirevolutie
B
Oktoberrevolutie

Slide 23 - Quizvraag

De voorlopige regering wordt afgezet en de communisten onder leiding van Lenin nemen de macht over
A
Februarirevolutie
B
Oktoberrevolutie

Slide 24 - Quizvraag

Wie zijn de Bolsjewieken?

Slide 25 - Open vraag

Tijdens de burgeroorlog: alle tegenstanders van de Bolsjewieken (aanhangers Tsaar, adel, grootgrondbezitters)
A
Roden
B
Witten

Slide 26 - Quizvraag

Tijdens de burgeroorlog: de communisten, het leger van de bolsjewieken
A
Roden
B
Witten

Slide 27 - Quizvraag

Nieuwe naam van Rusland vanaf 1922

Slide 28 - Open vraag

Wat is een eenpartijstaat?

Slide 29 - Open vraag

De Russische revolutie
  • Veel onvrede over de Eerste Wereldoorlog, vooral boeren vochten mee. 
  •  Geen boeren die het land bewerkten daardoor misoogsten en hoge voedselprijzen. 
  • Uitbreken van stakingen en demonstraties. Hieruit ontstond in 1917 de Russische revolutie. 

Slide 30 - Tekstslide

Februarirevolutie
  • Het leger kiest de kant van de demonstranten.

  • De Doema kiest de kant voor de demonstranten. 

  • Tsaar Nicolaas II wordt afgezet en getransporteerd naar Siberië.  

  • Doema moet tijdelijke regering installeren. 

Slide 31 - Tekstslide


Oktoberrevolutie

  • Het regeringsbesluit om door te vechten vergrootte de invloed van de bolsjewieken, zoals Russsische communisten werden genoemd. 
  • Lenin roept de aprilstellingen uit:
    - Alle grond naar de boeren, macht aan de Sovjets (arbeiders),  fabrieken naar de arbeiders en vrede met Duitsland
  • Bolsjewieken bezetten belangrijke gebouwen en zetten de voorlopige regering af.  

Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

Lenin aan de macht 
  • Strijd tussen het rode leger ( bolsjewieken) en het witte leger: een naam voor alle tegenstanders van de bolsjewieken.  

  • Oprichting Sovjet-Unie. 

  • Sovjet-Unie werd éénpartijstaat: alleen de Communistische Partij was toegestaan. 

Slide 34 - Tekstslide


De Romanovs


  • Worden ondergebracht in 'het huis met het speciale doel'. 
  • Zij dachten de revolutie te overleven. 
  • Maar door oorlog tussen de Roden en de Witten worden zij toch geëxecuteerd. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Aan de slag! 
§2.1: 7 - 11

Klaar? Test jezelf §2.1
Daarna lezen en verder werken §2.2

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video