Oefenen met enkelvoudige en samengestelde interest

Oefenen met enkelvoudige en samengestelde interest en de contante en eindwaarde van een kapitaal

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met enkelvoudige en samengestelde interest en de contante en eindwaarde van een kapitaal

Slide 1 - Tekstslide

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening met 2 % enkelvoudige interest per jaar. Hoeveel interest ontvangt hij na 1 jaar?
A
€ 200
B
€ 400
C
€ 600
D
€ 1.200

Slide 2 - Quizvraag

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening met 2 % enkelvoudige interest per jaar. Hoeveel interest heeft hij in totaal na 3 jaar ontvangen?
A
€ 1.200
B
€ 200
C
€ 600
D
€ 400

Slide 3 - Quizvraag

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening met 2 % samengestelde interest per jaar. Hoeveel interest ontvangt hij na 1 jaar?
A
€ 200
B
€ 400
C
€ 600
D
€ 1.200

Slide 4 - Quizvraag

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening met 2 % samengestelde interest per jaar. Hoeveel interest heeft hij in totaal na 3 jaar ontvangen?
A
€ 1.200
B
meer dan € 1.200
C
minder dan € 1.200

Slide 5 - Quizvraag

Het interestpercentage is 2%.
Wat is dan het interestperunage?
A
2
B
20
C
0,02
D
1,02

Slide 6 - Quizvraag

Het interestpercentage is 0,4%.
Wat is dan het interestperunage?
A
1,04
B
0,4
C
0,04
D
0,004

Slide 7 - Quizvraag

€ 20.000 drie jaar sparen tegen 2% samengestelde interest per jaar. Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
De eindwaarde is het totaal van inleg en gespaarde interest.
(^ betekent 'tot de macht')
A
€ 20.000 x 1,06
B
€ 20.000 x 1,02
C
€ 20.000 x 1,03^2
D
€ 20.000 x 1,02^3

Slide 8 - Quizvraag

€ 20.000 drie jaar sparen tegen 0,3% samengestelde interest per kwartaal. Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
De eindwaarde is het totaal van inleg en gespaarde interest.
(^ betekent 'tot de macht')
A
€ 20.000 x 1,003^12
B
€ 20.000 x 1,012^3
C
€ 20.000 x 1,003^3
D
€ 20.000 x 1,012^12

Slide 9 - Quizvraag

Niet sleutelen aan het percentage
Sleutel bij samengestelde interest NOOIT aan het interestpercentage!
Wordt een interestpercentage per maand gegeven, dan reken je de totale periode om naar maanden.
Je moet dus NOOIT het rentepercentage dan met 12 vermenigvuldigen om op het rentepercentage per jaar uit te komen!

Slide 10 - Tekstslide

Een samengestelde interestpercentage van
0,1% per maand is gelijk aan een samengesteld interestpercentage van 1,2% per jaar
A
dat klopt
B
dat klopt niet
C
dat klopt niet en dat ga ik nooit meer vergeten
D
dat klopt niet en ik ga mijn best doen om dat nooit meer te vergeten

Slide 11 - Quizvraag

Een samengestelde interest van 1% per kwartaal, hoeveel is dat per jaar?
A
1 %
B
iets meer dan 4%
C
4 %
D
iets minder dan 4%

Slide 12 - Quizvraag

Dus onthoud:
Bij samengestelde interest mag je niet sleutelen aan het interestpercentage!!!

Slide 13 - Tekstslide

Over 2 jaar wil je € 16.000 op je rekening hebben gespaard, de samengestelde rente is 5 % per jaar. Wat is de contante waarde?
(het bedrag dat je nu zou moeten inleggen om einde looptijd het gewenste bedrag te hebben gespaard)
A
€ 16.000 x 1,05^2
B
€ 16.000 x 1,05^-2
C
€ 16.000 : 1,05
D
€ 16.000 : 1,05^-2

Slide 14 - Quizvraag

Over 2 jaar wil je € 45.000 op je rekening hebben gespaard, de samengestelde rente is 0,5 % per maand. Wat is de contante waarde?
(het bedrag dat je nu zou moeten inleggen om einde looptijd het gewenste bedrag te hebben gespaard)
A
€ 45.000 x 1,06^-24
B
€ 45.000 x 1,005^-2
C
€ 45.000 x 1,06^-2
D
€ 45.000 x 1,005^-24

Slide 15 - Quizvraag

€ 10.000 drie jaar sparen tegen 1% samengestelde interest per kwartaal. Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
De eindwaarde is het totaal van inleg en gespaarde interest.
(^ betekent 'tot de macht')
A
€ 10.000
B
€ 10.000 x 1,01^3
C
€ 10.000 x 1,01^12
D
€ 10.000 x 1,12

Slide 16 - Quizvraag

€ 1.000 vier jaar sparen tegen 0,1% samengestelde interest per maand. Wat is de eindwaarde na vier jaar?
De eindwaarde is het totaal van inleg en gespaarde interest.
(^ betekent 'tot de macht')
A
€ 10.000 x 1,01^48
B
€ 10.000 x 1,012^4
C
€ 10.000 x 1,001^48
D
€ 10.000 x 1,012^48

Slide 17 - Quizvraag

Joost gaat € 50.000 lenen bij de bank met 6% interest per jaar. Het totale bedrag wordt na 20 jaar afgelost. Wat betaalt Joost jaarlijks aan interest aan de bank?
A
€ 3.000
B
€ 50.000
C
€ 30.000
D
€ 5.000

Slide 18 - Quizvraag

Joost leent € 50.000 bij de bank tegen 6% interest per jaar. Aflossing is lineair in 20 jaartermijnen. Wat lost Joost jaarlijks af op deze lening?
A
€ 3.000
B
€ 5.000
C
€ 2.500
D
€ 5.500

Slide 19 - Quizvraag

Joost leent € 50.000 bij de bank tegen 6% interest per jaar. Aflossing is lineair in 20 jaartermijnen. Hoeveel is er na 4 jaar afgelost?
A
€ 22.000
B
€ 10.000
C
€ 15.000
D
€ 20.000

Slide 20 - Quizvraag