MPR Les 3

MPR Les 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

MPR Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week?

Slide 2 - Tekstslide

Vragen Bespreken

Slide 3 - Tekstslide

BSK
Dat was?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe wordt deze berekend
De BSK is een berekende waarde die afgeleid is van de gemiddelde dagproductie per koe, gecorrigeerd voor factoren als leeftijd, afkalfmaand en lactactiestadium.

De BSK geeft de gemiddelde dagproductie in kilogram melk weer op de dag van de monstername, als de koe bij volwassen leeftijd (69-92 maanden) in februari/maart afgekalfd zou hebben en 50 dagen in lactatie zou zijn.
Daarnaast is de invloed van moment van dracht geëlimineerd. 

Slide 6 - Tekstslide

BSK 
De BSK is gebaseerd op koeien die:

Meer dan vijf dagen in lactatie zijn; voor dag 5 van de lactatie is het moeilijk een betrouwbare standaardkoeproductie te bepalen;
Niet langer dan 305 dagen in lactatie zijn; na dag 305 leidt een eventuele dracht tot een daling van de melkproductie, waardoor de BSK een vertekend beeld zou kunnen geven.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Lactatiewaarde(LW)
Wat is het?

Slide 9 - Tekstslide

Lactatie waarde 
De lactatiewaarde (LW) is een economisch kengetal op de MPR-uitslag en wordt berekend op basis van de Netto Opbrengst (NO). De LW is de NO van een individuele koe of een groep koeien vergeleken met het eigen bedrijfsgemiddelde.

In een formule: LW = NO koe/NO bedrijf x 100.

Slide 10 - Tekstslide

Is de NO van een koe hoger dan gemiddeld, dan is de LW meer dan 100. De lactatiewaarde is vergelijkbaar met de waarde in procenten: een LW van 106 betekent dat de waarde 106% bedraagt van het gemiddelde op het eigen bedrijf.

Slide 11 - Tekstslide

Netto opbrengst

Slide 12 - Tekstslide

Netto Opbrengst 
De NO (Netto Opbrengst), een kengetal op de MPR-uitslag, is de economische waarde van de lactatieproductie. De lactatieproductie wordt omgerekend naar een jaar en naar de volwassen leeftijd van 4 tot 5 lactaties (leeftijdscorrectie) en gecorrigeerd naar de omstandigheden zoals het seizoen van afkalven. Vervolgens wordt de economische waarde berekend aan de hand van de gemiddelde prijzen voor melk, vet en eiwit en de voerprijzen en wordt gecorrigeerd voor het vetquotum.

Slide 13 - Tekstslide

De NO is de opbrengsten minus de voerkosten. De NO wordt ook wel het gecorrigeerde rendement van een lactatie genoemd. Deze standaardisering maakt de koeien redelijk vergelijkbaar.

Slide 14 - Tekstslide

Lw en NO
Hoe hoger de LW van een koe, hoe hoger de NO van de lactatie is in vergelijking met andere koeien binnen het bedrijf. NO en LW zijn daardoor veelgebruikte kengetallen op melkveebedrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 16 - Tekstslide