Test preparation Unit 3

Test preparation Unit 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Test preparation Unit 3

Slide 1 - Tekstslide

The present simple
welke zin is in de positieve vorm?
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
I walk to school every day.
B
Sometimes, I walk to school.
C
I don't walk to school every day.
D
Sometimes I don't walk to school.

Slide 2 - Quizvraag

What tense are the woords
do & does
?
A
Present
B
Past
C
Future

Slide 3 - Quizvraag

Do/ does you like tigers?
A
Do
B
Does

Slide 4 - Quizvraag

Do / does
.......my face look weird?
A
Do
B
Does

Slide 5 - Quizvraag

Where do / does you live?
A
do
B
does

Slide 6 - Quizvraag

Do / does
.......your head hurt?
A
Do
B
Does

Slide 7 - Quizvraag

Do / does
....... Sam live in Holland?
A
Do
B
Does

Slide 8 - Quizvraag

Do / does
..... they eat meat?
A
Do
B
Does

Slide 9 - Quizvraag

Hoe schrijf je de ontkenning van do/does
A
doesn't/don't/ does not/do not
B
does'nt/do'nt does not/do not

Slide 10 - Quizvraag

Met een ontkenning geef je aan dat iets...
A
wel zo is
B
niet zo is
C
misschien zo is
D
zo kan zijn

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een ontkenning?
A
Een positieve zin
B
Een negatieve zin
C
Een vraagzin

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een ontkenning?
A
Als je ergens om liegt.
B
Als je zegt dat iets niet zo is.

Slide 13 - Quizvraag

Past simple - ontkenned - dance
A
He danced.
B
Did he dance?
C
He did dance.
D
She didn't dance.

Slide 14 - Quizvraag

Zoek de ontkenning
A
I am not twelve
B
I have a dog
C
Am I twelve?
D
My name is Sabine

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een juiste ontkenning?
A
My neighbours aren't on holiday.
B
My neighbours isn't on holiday.
C
My neighbours don't on holiday.
D
My neighbours can't on holiday.

Slide 16 - Quizvraag

Dit - Dat - Deze - Die
This - That- These - Those 

Slide 17 - Tekstslide

 this/that/these/those
this
1 ding, dichtbij
that
1 ding, ver weg
these
meerdere dingen, dichtbij
those
meerdere dingen, ver weg

Slide 18 - Tekstslide

this, that, these, those

Slide 19 - Tekstslide

this/that/these/those

Slide 20 - Tekstslide

Test each other
Norden en Semi :)
Speel: "ik zie, ik zie wat jij niet ziet" in het Engels met elkaar.
Stel vragen als:
-> Is it THIS pencil?
     -> Do you mean THAT chair?
          -> Are you talking about THESE  laptops?
                -> Are you thinking of THOSE posters?


Slide 21 - Tekstslide