H9: De Eerste Wereldoorlog

H4: De Eerste Wereldoorlog
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950




1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4: De Eerste Wereldoorlog
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950




Slide 1 - Tekstslide

Waarom is dit onderwerp belangrijk?

  • Bondgenootschappen werden gesloten voor de Eerste wereldoorlog. Nu hebben landen zoals Nederland ook deze afspraken. 
  • Vrijheid van meningsuiting en kiesrecht vinden wij nu heel gewoon. Dit is niet vanzelfsprekend, dat moeten we koesteren. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Deze les
Leer jij...
  • De oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
  • Hoe is de Eerste wereldoorlog verliep

Slide 4 - Tekstslide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeelt, kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 5 - Tekstslide

Brongebruik
  • Ik zie ...


  • Dit betekent ...


  • Hieruit concludeer ik ...

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling: Oorzaak-gevolg
Oorzaak: Waarom of waardoor iets gebeurt
Gevolg: Datgene wat erna gebeurt
Aanleiding: De allerbelangrijkste oorzaak waarom of waardoor iets gebeurt. De laatste oorzaak, de druppel die de emmer doet overlopen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog

Modern-imperialisme: Europese landen gingen in de 19e eeuw gebieden koloniseren in Afrika en Azië om grondstoffen te krijgen en meer gebied te hebben (Groot rijk). 


Slide 9 - Tekstslide

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog

Rond het jaar 1900 waren veel mensen in Europa Nationalistisch. Nationalisme: Trots zijn op je land, volk en cultuur. 

Alles wat met het leger te maken had was prachtig. 
Militarisme: Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog



Ondanks Militarisme werd er na 1815 (Napoleon) weinig oorlog gevoerd in Europa. Er was een machtsevenwicht: De macht tussen landen was zo verdeeld dat geen enkel land ontevreden was.

Slide 12 - Tekstslide

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog


In 1871 werd deze machtsevenwicht verstoord. Duitsland werd één land en wilde net zo machtig en rijk worden als Engeland en Frankrijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog


Duitsland ging koloniën veroveren en een groot leger en vloot opbouwen. Dit zorgde ervoor dat spanningen tussen landen toenamen. 

Wapenwedloop: Strijdt tussen landen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft.

Slide 14 - Tekstslide

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog

Om tijdens een oorlog niet alleen te staan, sloten landen Bondgenootschappen: Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar militair te helpen.

Sommige landen zoals Nederland en België bleven Neutraal: Zij kozen geen partij.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
Oorlog zat eraan te komen door alle spanningen in Europa. De aanleiding: is de moord op kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije

Slide 17 - Tekstslide

Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog

Bosnië was onderdeel van het rijk Oostenrijk-Hongarije. Veel Serviërs leefde in Bosnië en vonden dat alle Serviërs in een land moesten leven. 

Nationalistische Serviërs vermoorde de kroonprins 

Slide 18 - Tekstslide

Bondgenootschappen
Oostenrijk-Hongarije vond dat Servië gestraft moest worden. Het grote Rusland beloofde Servië te helpen in tijd van oorlog. Bondgenootschappen waren eerder al gesloten.

Triple Entente: Engeland, Frankrijk,
Rusland
Driebond: Duitsland, O-H en Italië.

Slide 19 - Tekstslide

De oorlog begint!
Op 1 augustus 1914 gaven de Duitse keizer en generalen het bevel: Aanvallen! De oorlog zou maar kort duren 
werd er gedacht.


Frankrijk had de grens met Duitsland stevig verdedigd.
Het Von Schlieffenplan werd uitgevoerd.

Slide 20 - Tekstslide

Loopgravenoorlog
De Duitse aanval werd gestopt. De legers stonden tegenoverelkaar en ze gingen zichzelf ingraven.

Er ontstonden loopgraven vanaf de 
Belgische kust tot de Zwitserse grens.
Zo'n 760 kilometer lang.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Loopgravenoorlog
Er ontstond een oorlog op twee fronten. In Frankrijk en in Rusland. Duitsland moest aan beide kanten vechten.



Slide 23 - Tekstslide

Wereldoorlog
In de Koloniën werd ook gevochten en soldaten uit bijvoorbeeld India en Afrika moesten in Europa mee vechten.

Een wereldoorlog: oorlog waarbij een groot aantal landen van de wereld betrokken is is onstaan.

Slide 24 - Tekstslide

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 25 - Tekstslide

Laatste oorlogjaar 1917: Amerika doet mee
Amerika bevoorraade de Engelsen en de Fransen in de oorlog. Duitsland liet deze schepen zinken


Amerika moest nu wel terugvechten. Verse soldaten met nieuw materiaal kwam naar Europa vechten tegen het verzwakte Duitse leger. 

Slide 26 - Tekstslide

Laatste oorlogjaar 1917: Rusland stopt
Oorlog in het Oosten (Rusland) verliep zeer slecht voor Rusland.
Zo slecht dat het volk in opstand kwam tegen de Russische Tsaar (keizer). 

De nieuwe Russische machthebbers sloten een
 wapenstilstand met Duitsland.

Slide 27 - Tekstslide

Militarisme 
Imperialisme
Wapenwedloop
Nationalisme

Slide 28 - Sleepvraag


Wanneer was de Eerste Wereldoorlog?
A
1939-1940
B
1914-1918
C
1912-1916
D
1918-1922

Slide 29 - Quizvraag

Welke oorzaken had de Eerste wereldoorlog?

Slide 30 - Open vraag

Wat is een loopgravenoorlog?

Slide 31 - Open vraag

Waarom viel er bij de Verenigde Staten weinig slachtoffers tijdens de Eerste Wereldoorlog?
A
De VS deed pas vanaf 1917 mee.
B
De VS deed al mee vanaf 1914, maar vocht niet
C
De VS deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog

Slide 32 - Quizvraag

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Plaats in de tijd  (tijdlijn maken) 
  • Eerste Wereldoorlog 

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag! 
  •     Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Daarna beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 34 - Tekstslide