De lijnen zijn isobaren, deze verbinden plekken met dezelfde luchtdruk
Slide 11 - Tekstslide
Luchtdruk en het weer
De luchtdruk is een goede graadmeter voor het weer mogelijke neerslag. Bij een hoge luchtdruk is het vaker goed weer en bij een lage luchtdruk is het vaker slecht weer.
Slide 12 - Tekstslide
Luchtdruk en regen
Hoewel niets zo veranderlijk is als het weer, zou je kunnen zeggen dat een lagere druk een grotere kans op regen. Hier een vuistregel:
990 hPa = 80% kans op regen
1000 hPa = 70% kans op regen
1010 hPa = 40% kans op regen
1020hPa = 20% kans op regen
1030 hPa = 10% kans op regen
Slide 13 - Tekstslide
Barometer
Druk meet je normaal met een manometer
Luchtdruk meet je met een barometer
Een barometer die een grafisch verloop van dde luchtdruk laat zien heet een barograaf
Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa
kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa
Slide 14 - Tekstslide
Werking barometer
In het witte metalen doosje is een erg lage luchtdruk
Het doosje wordt door luchtdruk meer of minder ingedrukt
Door de verbinding aan het tandwiel, verplaatst de meter zich
Slide 15 - Tekstslide
Zijaanzicht luchtdruk
Slide 16 - Tekstslide
0
Slide 17 - Video
Punten met een gelijke luchtdruk heten:
A
Isobaren
B
Isothermen
C
Isotopen
D
Isogonen
Slide 18 - Quizvraag
Bij een hogedrukgebied is er vaak sprake van
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer
Slide 19 - Quizvraag
Wind waait altijd van:
A
Hoge druk naar lage druk
B
Lage druk naar hoge druk
Slide 20 - Quizvraag
Leerdoelen behaald?
Ik kan luchtdruk omrekenen naar verschillende eenheden
Ik weet hoe luchtdruk gemeten kan worden
Ik weet wat drukgebieden zijn en welke invloed zij hebben