In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Paragraaf 5.2 Wat wordt de prijs?
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 1 - Tekstslide
Herhalingsvragen
Leerdoelen
Uitleg
Samen oefenen
Aan de slag
Inhoud
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 2 - Tekstslide
Je weet wat de inkoopprijs is.
Je weet hoe je de verkoopprijs berekent.
Leerdoelen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 3 - Tekstslide
Een winkel heb je om goederen te verkopen.
Goederen moet je eerste zelf inkopen. Dit doe je bij een groothandel.
Producten inkopen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 4 - Tekstslide
Als winkelier betaal je de inkoopprijs voor een product. Deze is lager dan de verkoopprijs.
Je kan ervoor kiezen om de prijzen laag te houden. Dan krijg je meer klanten. Je kan ook voor een hoge prijs verkopen. Dan maak je meer winst per product.
Wat zijn de prijzen?
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 5 - Tekstslide
Waarom stond er op de vorige dia 'meer winst per product' en niet 'meer winst' ?
Slide 6 - Open vraag
Als je iets verkoopt, maak je de prijs hoger dan de inkoopprijs. De prijs waar je iets voor verkoopt heet de verkoopprijs.
Je moet de kosten die je als bedrijf maakt terugverdienen met de verkoop.
Naast terugverdienen van kosten wil je ook winst maken.
De verkoopprijs
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 7 - Tekstslide
Welke kosten zou een bedrijf allemaal hebben?
Slide 8 - Open vraag
Je wilt een product dus duurder verkopen dan de inkoopprijs.
Het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs noemen we de brutowinstopslag.
Dus verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinstopslag
Verhogen van de prijs
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 9 - Tekstslide
Een bedrijf koopt zijn producten in voor €15 en verkoopt ze voor €23. Wat is dan de brutowinstopslag?
Slide 10 - Open vraag
Een bedrijf koopt potloden in voor €0,20. Ze willen een brutowinstopslag van €0,80. Wat is de verkoopprijs van een potlood?