normen en waarden

Normen & Waarden
Waarden: zijn opvattingen, die aangeven wat jij belangrijk vindt.
Vaak in 1 woord te noemen vb. Beleefdheid

Normen: zijn gedragsregels, waarvan jij vindt dat jij en anderen zich aan moeten houden vb. Ouderen met u aanspreken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Normen & Waarden
Waarden: zijn opvattingen, die aangeven wat jij belangrijk vindt.
Vaak in 1 woord te noemen vb. Beleefdheid

Normen: zijn gedragsregels, waarvan jij vindt dat jij en anderen zich aan moeten houden vb. Ouderen met u aanspreken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat zijn normen en waarden?
A
Normen zijn opvattingen over wat belangrijk is en waarden zijn gedragsregels.
B
Waarden zijn gedragsregels en normen zijn opvattingen over wat belangrijk is.
C
Normen en waarden zijn hetzelfde.
D
Waarden zijn opvattingen over wat belangrijk is en normen zijn gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden.

Slide 3 - Quizvraag

Normen en waarden - Wat is waar?
A
normen zijn de regels van jouw hart
B
Waarden zijn de regels van de groep
C
Normen staan in de wet
D
Waarden geven aan wat je belangrijk vindt

Slide 4 - Quizvraag

Norm of waarde?:
Trouw
A
Norm
B
Waarde

Slide 5 - Quizvraag

Hoe worden normen en waarden aangeleerd?
A
Door ervaringen in het verleden
B
Door genetische aanleg
C
Door opvoeding en socialisatie
D
Door imitatie van rolmodellen

Slide 6 - Quizvraag

Norm of waarde?
eerlijkheid
A
norm
B
waarde

Slide 7 - Quizvraag

Norm of waarde?:
Vrijheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 8 - Quizvraag

Norm of waarde?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 9 - Quizvraag

Norm of waarde?
Vriendelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 10 - Quizvraag

Wat is waar over normen en waarden?
A
Een waarde komt voort uit een norm.
B
Normen en waarden zijn synoniemen.
C
Waarden zijn belangrijker dan normen.
D
Een norm komt voort uit een waarde.

Slide 11 - Quizvraag

Normen en Waarden
A
Ontwikkel je tijdens je opvoeding, krijg je dus van huis uit mee
B
Ontwikkel je als je wat meer zelfstandig / volwassen wordt.
C
Ontwikkel je in het contact met je sociale omgeving (vrienden/school/sportclub enz.)
D
Zowel A. B als C is goed

Slide 12 - Quizvraag

Heb je voor jouw gevoel de doelen behaald? waarom wel of niet? licht je antwoord toe...

Slide 13 - Open vraag