C: Databases & SQL - Quiz

Database & SQL
Quiz

Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Database & SQL
Quiz

Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met een systeem in de context van databases?
timer
0:30000
A
Alleen de fysieke hardware waarop de database draait.
B
Alleen de gegevens die zijn opgeslagen in de database.
C
Georganiseerde verzameling van hardware & software die samenwerken om gegevens te beheren en te bewerken.
D
Alleen de software waarmee databases worden beheerd en benaderd.

Slide 2 - Quizvraag

Wat houdt gestructureerde gegevensopslag in?
timer
0:30000
A
Gegevens worden willekeurig opgeslagen zonder een duidelijk schema.
B
Gegevens worden opgeslagen in een georganiseerde en systematische manier volgens een logisch schema.
C
Gegevens worden alleen in tekstbestanden opgeslagen.
D
Gegevens worden uitsluitend in een relationele database opgeslagen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat doet de volgende SQL-query:

SELECT * FROM klanten WHERE leeftijd > 30
timer
0:30000
A
Selecteert alle rijen uit de tabel 'klanten' waar de leeftijd 30 is
B
Selecteert alle rijen uit de tabel 'klanten' waar de leeftijd kleiner is dan 30.
C
Selecteert alle rijen uit de tabel 'klanten' waar de leeftijd gelijk is aan 30 of groter.
D
Selecteert alle rijen uit de tabel 'klanten' waar de leeftijd groter is dan 30.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een Database Management Systeem (DBMS)?
timer
0:30000
A
De fysieke hardware waarop gegevens zijn opgeslagen.
B
Een software die databasestructuren beheert en toegang mogelijk maakt.
C
Een programma voor het maken van back-ups van gegevens.
D
Een verzameling van gegevens in tabellen.

Slide 5 - Quizvraag

Welke van de volgende uitspraken beschrijft een relationele database correct?
timer
0:30000
A
In een relationele database zijn gegevens georganiseerd in tabellen die relaties met elkaar hebben.
B
Relationele databases hebben geen structuur voor gegevensopslag.
C
Relationele databases kunnen alleen tekstgegevens opslaan.
D
Een relationele database gebruikt een netwerkmodel voor gegevensopslag.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de primaire sleutel in een database?
timer
0:30000
A
Een kolom of combinatie van kolommen die elke rij in een tabel uniek maakt.
B
Een secundaire identificatie voor gegevens in een tabel.
C
Een willekeurige waarde die aan elke rij wordt toegekend.
D
Een sleutel die gebruik wordt om gegevens te versleutelen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een vreemde sleutel in een relationele database?
timer
0:30000
A
Een kolom die alleen tekstgegevens bevat.
B
Een sleutel die geen specifieke rol heeft in de database.
C
Een kolom die verwijst naar de primaire sleutel van een andere tabel.
D
Een unieke identificatie voor elke rij in een tabel.

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is redundantie in een relationele database ongewenst?
timer
0:30000
A
Het vermindert de opslagkosten.
B
Het is verplicht om redundantie te hebben in een relationele database.
C
Het vermindert de complexiteit van de database.
D
Het kan leiden tot inconsistentie en fouten bij het bijwerken van gegevens.

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet de SQL-query:

SELECT * FROM product
timer
0:30000
A
Het selecteert alle rijen en kolommen uit de tabel 'product'.
B
Het verwijdert alle gegevens uit de tabel 'product'.
C
Het wijzigt de structuur van de tabel 'product'.
D
Het voegt nieuwe gegevens toe aan de tabel 'product'.

Slide 10 - Quizvraag

Welke operator wordt in SQL gebruikt om waarden te vergelijken die niet gelijk mogen zijn?
timer
0:30000
A
=
B
>
C
<>
D
<=

Slide 11 - Quizvraag

Welke drie basiswoorden heb je
nodig voor SQL queries?
timer
0:30000
A
SELECT WHERE BEGIN
B
SELECT WHERE ORDER
C
SHOW FROM WHERE
D
SELECT FROM WHERE

Slide 12 - Quizvraag

SELECT

FROM

,
Maak een query waarmee je een overzicht krijgt van naam, adres en woonplaats van alle rekeninghouders.
;
,
timer
2:00000
adres
naam
WHERE
AND
OR
rekeninghouder
LIKE
plaats
telefoonnr

Slide 13 - Sleepvraag

SELECT

FROM

Maak een query waarmee je een overzicht krijgt van 
alle gegevens uit de tabel met de transacties
;
timer
2:00000
adres
naam
ALL
table
transacties
rekeninghouder
alle gegevens
transactie
*
telefoonnr

Slide 14 - Sleepvraag

Waarmee sorteer je een tabel
op een veldnaam?
timer
0:30000
A
SORT BY
B
ORDERING BY
C
ORDER BY
D
ORDER

Slide 15 - Quizvraag

Wat doet de query:

SELECT rekening_id, saldo from rekening
ORDER BY saldo DESC;
timer
1:00000
A
Alle rekeningnummers en saldi, gesorteerd op saldo van hoog naar laag.
B
Alle rekeningnummers en saldi, gesorteerd op saldo van laag naar hoog.
C
Alle namen van de rekeninghouders en saldi, gesorteerd van hoog naar laag.
D
Alle namen van de rekeninghouders en saldi, gesorteerd van laag naar hoog.

Slide 16 - Quizvraag

SELECT

FROM

Maak een query waarmee je een lijst van woonplaatsen van de 
rekeninghouders krijgt, waarbij elke woonplaats maar 1 keer voorkomt.
;
timer
2:00000
adres
rekeninghouder
WHERE
naam
DISTINCT
ONE
LIKE
ORDER BY
plaats

Slide 17 - Sleepvraag

Wat doet de query:
SELECT naam, plaats
FROM rekeninghouder
WHERE naam NOT LIKE '*Jan*';
timer
1:00000
A
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders, behalve die van rekeninghouders met de voornaam 'Jan'.
B
JAlle namen en woonplaatsen van rekeninghouders, behalve die van rekeninghouders met de voornaam 'Jan' of de achternaam 'Janssen'.
C
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders, behalve die van rekeninghouders met een de achternaam 'Janssen'.
D
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders, behalve die van rekeninghouders met een voornaam of achternaam die begint met 'Jan'.

Slide 18 - Quizvraag

Wat doet de query:
SELECT naam, plaats
FROM rekeninghouder
WHERE plaats = "Rotterdam" OR plaats ="Amsterdam"
ORDER BY plaats ASC;
timer
1:00000
A
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders uit Amsterdam en daarna die van de rekeninghouders uit Rotterdam.
B
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders uit Rotterdam en daarna die van de rekeninghouders uit Amsterdam.
C
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders uit Amsterdam.
D
Alle namen en woonplaatsen van rekeninghouders uit Rotterdam.

Slide 19 - Quizvraag

Wat doet de query:

SELECT naam, saldo
FROM rekeninghouder, rekening
WHERE rekening.rekeninghdr_id = rekeninghouder.rekeninghdr_id;
timer
1:00000
A
Naam en bijbehorend rekeningnummer en saldo van alle rekeninghouders.
B
Alle saldi van rekeninghouders die hetzelfde rekeningnummer hebben.
C
Alle namen en saldi van de rekeninghouders.
D
Alle namen en rekeningnummers van alle rekeninghouders.

Slide 20 - Quizvraag

SELECT



,
Maak een query waarmee je een lijst krijgt van naam, adres
woonplaats en rekeningnummer van alle rekeninghouders.
;
,
,
,
WHERE
=
FROM
timer
2:00000
adres
rekening.rekeninghdr_id
rekening.bank_id
betaalpas.rekening_id
rekeninghouder
rekeninghouder.rekeninghdr_id
rekening
plaats
rekening_id
bank
naam

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide