BAG thema 5 Visies
Omschrijf het woord visie in eigen woorden
1 / 12
Onderdelen in deze les
Omschrijf het woord visie in eigen woorden
Slide 1 - Open vraag
Je visie is je interpretatiekader. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het bepaalt je beoordeling,waardering
B
Het bepaalt wat je ziet
C
Het bepaalt hoe je handelt
D
Het bepaalt hoe je reageert
Slide 2 - Quizvraag
Je visie is ook je oriëntatiekader. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
het bepaalt je waardering,beoordeling
B
het bepaald hoe je handelt en reageert
C
het bepaald hoe je bent
D
het bepaalt wat je ziet
Slide 3 - Quizvraag
Tot slot is je visie je gedragskader. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
het bepaalt je waardering,beoordeling
B
het bepaalt wat je ziet
C
het bepaald hoe je handelt en reageert
D
het bepaald hoe je denkt
Slide 4 - Quizvraag
Welke 2 visies op bewegen zijn er?
Slide 5 - Open vraag
Welke visie ziet het bewegen vooral als een anatomisch-fysiologisch proces?
A
Subsidie visie
B
Substantiële visie
C
Relationele visie
D
Religieuze visie
Slide 6 - Quizvraag
Welke visie ziet bewegen als een manier van omgaan met jezelf, de ander en het andere?
A
Relatie visie
B
Substantie visie
C
Substantiële visie
D
Relationele visie
Slide 7 - Quizvraag
Aanpassen aan doelgroep
Open werkvormen
begeleidingswijze is directief
Productgericht
Substantiële visie
Relationele visie
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Video
Welke visie op bewegen is hier het uitgangspunt? Verklaar je antwoord.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Welke visie op bewegen is hier het uitgangspunt? Verklaar je antwoord.
