T2 B3 Organen & Cellen V1

Pak een chromebook
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak een chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Cellen

Slide 2 - Tekstslide

Doelstelling en Huiswerk
Doelstelling 5, 6 en 7:
-Je weet dat een organisme uit cellen bestaat.
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Huiswerk:
Maken opdrachten Bs 3 en lezen Bs. 4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat weet je nog van organen & weefsels?

Slide 5 - Woordweb

Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel

Slide 6 - Quizvraag


Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 7 - Quizvraag

Voorbeelden van organen van de plant zijn:
A
Het blad en de nerven
B
Stengel en een kiem
C
Wortel, stengel en bladeren
D
Hoofdwortel, zijwortel en wortelharen

Slide 8 - Quizvraag

Cellen
- Alle organismen bestaan uit één of meerder cellen.
- Een mensenlichaam kan tot wel 30.000.000.000.000 cellen bestaan.
- Cellen zijn alleen onder de microscoop te zien.

Slide 9 - Tekstslide

Vormen van cellen
Alle soorten cellen zien er anders uit.
- Een Rode bloedcel is rond, zodat hij makkelijk dor een bloedvat heen kan
- Een botcel heeft uitsteeksels waardoor hij steviger is

Slide 10 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 11 - Tekstslide

Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Kernmembraan

Slide 12 - Sleepvraag

Plantencel
Vacuole: vochtblaasjes, bevat water met opgeloste stoffen.
Celwand: Geen onderdeel van deel maar ligt er omheen. 
Plastiden:
-Bladgroenkorrels
-Kleurstofkorrels
-Zetmeelkorrels

Slide 13 - Tekstslide

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 14 - Quizvraag

Plastiden
Bladgroenkorrels: Komen voor in de groene delen van de plant. Vindt fotosynthese plaats.
Kleurstofkorrels: Vind je in delen van bloemen, vruchten en herfstbladeren.
Zetmeelkorrels: bevatten zetmeel. aardappelcellen bevatten veel zetmeelkorrels.
Fotosynthese?
CO2+water+zonlicht------> Glucose +zuurstof

Slide 15 - Tekstslide

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 16 - Sleepvraag

Teken opdracht
Wat ga je doen?: Teken een plantencel en benoem de onderdelen.
Hulp: Je mag je boek gebruiken
Tijd: 15 minuten

Slide 17 - Tekstslide

Doe je Chromebook Open

Slide 18 - Tekstslide

Doelstelling en Huiswerk
Doelstelling 5, 6 en 7:
-Je weet dat een organisme uit cellen bestaat.
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Huiswerk:
Maken opdrachten Bs 3 en lezen Bs. 4

Slide 19 - Tekstslide