6. Ik ...(durven) niet te kijken toen de beslissende penalty werd genomen.
7. De wandelaars ...(lessen) hun dorst bij het bergbeekje.
8. Het heeft mij niet ...(verbazen) dat Pieter te laat kwam.
4. Felice heeft haar abonnement op het glamourblad ...(verlengen).
10. Toen ik drie was, zijn we ...(verhuizen) naar de andere kant van het land.