Personaliavraagjes BT1 luisteren multiple choice

• nt2 nt1 alfa rekenen ict mo
• Lager onderwijs

1. Ik ben getrouwd.
2. Ik ben Mohamed.
3. Ik ben ziek.
4. Ik ben werkloos.

1. Ik heet Elisabeth.
2. Goed, en met jou?
3. Ik weet het niet.
4. Ik heb 3 kinderen

1. Mijn familienaam is Bah.
2. Goed, en met jou?
3. Voor en na de les.
4. Mijn voornaam is Joana.

1. Mijn voornaam is Joana.
2. Goed en met jou?
3. Een familie-hotel.
4. Mijn familienaam is Bah.

1. Ik heet Julia.
2. Ik ga naar school.
3. Niet zo goed. Ik ben ziek.
4. Hoe gaat het?

1. Waar woon jij?
2. Ik kom uit Guinée.
3. In Anderlecht.
4. Goed, en met jou?

1. Ik kom uit Marokko.
2. Ik kom niet naar de les.
3. Ik woon in Molenbeek.
4. Ik kom uit de Aldi.

1. Ja, ik hou van spaghetti.
2. Nee, ik ben gescheiden.
3. Ja, ik woon in Schaarbeek.
4. Ja, ik heb 2 kinderen.

1. Ja, ik ben getrouwd.
2. Nee, ik woon in een huis.
3. Nee.
4. Nee, ik ben Ahmed.

1. Goed, en met jou?
2. Met de tram.
3. Ik heet Maria.
4. Ik ben veertig jaar.

1. 1 jaar en 7 maanden.
2. Met de bus.
3. Goed, en met jou?
4. Ik heet Els.

Welke talen spreek je?

1. Goed, en met jou?
2. Met de fiets.
3. Ik heet Luka.
4. Ik kom niet naar de les.

1. Ik ben niet werken.
2. Ja, ik ben getrouwd.
3. Nee, ik ben werkloos.
4. Nee, ik heb geen kinderen.

1. Vandaag is het 12 oktober.
2. Ik ben geboren in Brussel.
3. Ik ben niet geboren.
4. Op 12 september 1975.

1. Op 16 januari .
2. Ik ben geboren op 12 april 1972.
3. Ik woon in Anderlecht.
4. Ik ben geboren in Brussel.

1. Ik woon in een huis.
2. Ik woon in Anderlecht.
3. Ik woon op de eerste verdieping.
4. Ik woon in België.

1. Ik spreek met de leraar.
2. 3
3. Mijn moedertaal is Arabisch.
4. Ik heb 4 kinderen.

1. Ik kom uit Senegal.
2. Drie talen.
3. Ik spreek Frans, Arabisch en een beetje Nederlands.
4. Ik spreek met de directeur.

1. Het is mooi weer.
2. Ik heet Karl.
3. Ja, ik ben getrouwd.
4. Goed, en met jou?