mavo 4 1.04 grammatica zinsontleding tot bwb

Planning vandaag
Kern 2: afbeeldingen in teksten en opdrachten maken

Grammatica: zinsontleding
Bespreken antwoorden werkblad

Benodigdheden vak Nederlands
Studiewijzer 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning vandaag
Kern 2: afbeeldingen in teksten en opdrachten maken

Grammatica: zinsontleding
Bespreken antwoorden werkblad

Benodigdheden vak Nederlands
Studiewijzer 

Slide 1 - Tekstslide

4 mavo

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer SE1 + lesmateriaal

*Je hebt een studiewijzer uitgedeeld gekregen op papier.
*Je kunt de studiewijzer vinden in Teams/ Nederlands mavo/bestanden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
Lesboek: Kern Nederlands voor vmbo-glt 4

Leesboek (roman): Voor jou 10 anderen/ Mirjam Oldenhave

Licentie Kern Nederlands online/ aanvragen (drillsteroefeningen)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen grammatica zinsdelen:
- je kan de persoonsvorm vinden in een zin
- je kan de zin correct verdelen in zinsdelen
- je kan het onderwerp vinden in de zin
- je kan het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin

- je kan het meewerkend voorwerp vinden in een zin
- je kan de bijwoordelijke bepaling vinden in een zin

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Hoe vind je ook alweer het werkwoordelijk gezegde?

Het werkwoordelijk gezegde is de persoonsvorm + alle andere werkwoorden in een zin.

Slide 7 - Tekstslide

Het onderwerp
Hoe vind je ook alweer het onderwerp?
wie/wat + wg.

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdelen
Een zin bestaat uit verschillende delen: zinsdelen
Een voorbeeld van een zinsdeel is de persoonsvorm. 
Ook het onderwerp en het werkwoordelijke gezegde zijn zinsdelen.

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer is een woord of groepje woorden een zinsdeel?
Doe de zinsdeelproef:
- Zet een zinsdeel voor de pv.
-Klinkt de zin nog logisch. Dan is het woord of groepje een zinsdeel.
Voorbeeld: Mijn zusje / heeft / een nieuwe fiets / gekregen.

Slide 10 - Tekstslide

Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan.
Wat is de pv?

Slide 11 - Open vraag

Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan.
Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 12 - Open vraag

Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan.
Wat is het onderwerp?

Slide 13 - Open vraag

Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan.
Wat is het gezegde?

Slide 14 - Open vraag

De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 15 - Open vraag

De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten.
Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 16 - Open vraag

De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten.
Wat is het onderwerp?

Slide 17 - Open vraag

De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten.
Wat is het gezegde?

Slide 18 - Open vraag

Wat ga je doen?
Je maakt het werkblad en pakt een gekleurde pen om de zin in delen te verdelen.

--> nabespreken werkblad.

Slide 19 - Tekstslide

Ter afsluiting
Je leest de theorie van kern 3 + kern 4 goed door.

Vrijdag a.s. --> leesboek mee!

Slide 20 - Tekstslide