8.5 Sociale Kwestie

10.2 Emancipatiebewegingen 
KA: discussies over de Sociale Kwestie
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.2 Emancipatiebewegingen 
KA: discussies over de Sociale Kwestie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn de protestanten het minst een emancipatie beweging te noemen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Een gênant moment
In de Britse klassenmaatschappij komen arm en rijk elkaar bijna nooit tegen. Daarom is het heel gênant als een haveloze bedelaar erin slaagt de koets van de koning in te halen tijdens de prestigieuze paardenrennen van Derby Day. George V zit met zijn vrienden in de koets als ze worden lastiggevallen door een bedelaar die hun om een zakcentje vraagt.
De sociale kwestie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de Sociale Kwestie.
Arbeidersvraagstuk
  • De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders, vrouwen- en kinderarbeid, honger, werkeloosheid

  • Eind 19e eeuw., vooral in de steden.
  • 'De rijken worden rijker, de armen worden armer’
  • Censuskiesrecht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie helpt de arbeiders? 

  • Nederland kent drie grote politieke groepen: socialisten (links), confessionelen (midden) en liberalen (rechts)

  • Deze politieke groepen hebben allemaal een andere oplossing voor de Sociale Kwestie, maar ook allemaal eigen belangen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk hoe de liberalen, de confessionelen en de socialisten de Sociale Kwestie willen aanpakken

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen

  • Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid

  • Economie helemaal vrij laten

  • Sociale wetten kosten teveel geld

  • Rechts in de politiek

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen en de sociale kwestie:
  • principe: geen of zo weinig mogelijk invloed van de staat
  • 1874: Kinderwet Van Houten:
  • - eerste sociale wetgeving in Ned
  • - liberaal parlementslid
  • - beweegredenen van Van Houten:
  • 1.  humanitair
  • 2. angst voor ontluikend verzet/revolutie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Confessionelen
  • Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)

  • Ongelijkheid omdat God het zo wil

  • Goede christenen helpen elkaar

  • Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisten
  • Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen

  • Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)

  • Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)
  • Links in de politiek: sociaaldemocratie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkvraag: Wat is het verschil tussen de sociaaldemocratie en het communisme van Marx

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Socialisme
Karl Marx

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties op sociale kwestie:
1. socialistische partijen (klassenloze samenleving) o.a. 

a. communisten (revolutiegedachte, Karl Marx)
b. sociaal-democraten (parlementaire weg, algemeen kiesrecht)

2. Oprichting vakbonden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie helpt de arbeiders? (1)
  • Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)

  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden

  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote spoorwegstaking 1903
  • Voor het eerst maken arbeiders samen een 'vuist' tegen de fabriekseigenaren

"Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil..."

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het politieke probleem van de arbeidersklasse?
A
Het maatschappelijke issue
B
De sociale kwestie
C
Het arbeidersdilemma
D
De werkerscomplicatie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk standpunt hadden de socialisten tegenover het kapitalisme?
A
kapitalisme omver werpen!
B
kapitalisme voor iedereen!
C
kapitalisme handhaven!
D
kapitalisme en socialisme kunnen samen!

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De sociale kwestie = ?
A
Arbeiders hadden slechte woon- en werkomstandigheden
B
Arbeiders konden door liefdadigheid van de rijke burgers een beter leven krijgen
C
Arbeiders gingen in steden wonen
D
Arbeiders richtten vakbonden op

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-Democraten willen dat de overheid de arbeiders moest helpen..
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen willen dat de overheid veel sociale wetten invoert
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Kinderwetje van Van Houten werd ingevoerd in .........
A
1854
B
1917
C
1848
D
1874

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk standpunt hadden de confessionelen over het kapitalisme?
A
Gevolgen accepteren want zo had God het gewild!
B
Gevolgen verharden door samen te werken met werkgevers
C
Gevolgen verzachten door samen te werken met werkgevers
D
Problemen die voortkomen uit het kapitalisme lossen zich vanzelf op

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee sociale veranderingen die onderdeel uitmaakten van de sociale kwestie

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a. Leg uit hoe volgens veel liberalen de sociale kwestie moest worden opgelost en wat daarbij de rol van de overheid was.
b. Bij welk soort 'staat' hoorde deze opvatting?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 manieren waarop vakbonden betere leef- en werkomstandigheden voor arbeiders wisten te bereiken

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Discussies over het economisch liberalisme verdeelden de liberalen. Geef het standpunt van rechts (klassiek) liberalen en dat van links (modern)-liberalen

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Groot-Brittannië veranderde de standenmaatschappij in een klassenmaatschappij. Wat is het verschil tussen beide?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heeft de industriële revolutie de overgang van een standenmaatschappij naar een klassenmaatschappij weten te veroorzaken?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem hadden klassiek- liberalen met het kinderwetje van Van Houten?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Of de kinderwet ook echt na 1874 de kinderarbeid afschafte is punt van discussie. Leg uit met argumenten voor en tegen!

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom past deze kinderwet goed bij het kenmerkend aspect van de 'sociale kwestie'?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies