Do 7 nov Leesvaardigheidstraining

Hoofdzaken en bijzaken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdzaken en bijzaken

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie. Je kunt hoofdzaken vinden in kernzinnen. Hoofdzaken zet je in je samenvatting. 
Bijzaken
Dit zijn bijvoorbeeld voorbeelden bij de kernzin. Kan ook gaan om uitleg. Dit zet je niet in je samenvatting. 

Slide 3 - Tekstslide

hoofdzaken en bijzaken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Leesstrategiën
  • de hoofgedachte
  • signaalwoorden & leestekens

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzaken
Bijzaken
Conclusie
Hoofdgedachte
Onderwerp
Extra uitleg
Voorbeelden
herhaling

Slide 9 - Sleepvraag

Slot
Kern
Inleiding
Hoofdgedachte
Tussenkopjes
Conclusie
Alinea's
Samenvatting
Onderwerp

Slide 10 - Sleepvraag

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte geeft antwoord op de hoofdvraag.
Hoofdgedachte en tekstonderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms bijzaken.

Slide 11 - Sleepvraag

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat.
Hoofdgedachte en onderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms voorbeelden.

Slide 12 - Sleepvraag

De hoofdgedachte geeft vaak aanwijzingen over het tekstdoel: 
De hoofdgedachte is een constatering 
De hoofdgedachte is een mening 
Overtuigen 
informeren 

Slide 13 - Sleepvraag

De inleiding
Het middenstuk
Het slot
De lezer nieuwsgierig maken
Een toekomst-verwachting
Structuren-de zinnen
Samen-vatting
Opbouw van de tekst
Alinea-verbanden

Slide 14 - Sleepvraag

Tekstgeraamte
Zinnen en alinea's
personen en dingen
Met signaalwoorden kun je verbanden leggen tussen:
Met verwijswoorden kun je verwijzen naar:
Als je van een tekst alleen de afbeeldingen, titel en tussenkopjes, de bron etc. ziet, wat ligt er dan voor je?

Slide 15 - Sleepvraag

Verbanden tussen alinea’s onderling, tussen zinnen onderling en soms zelfs binnen zinnen herken je vaak aan signaalwoorden. Sleep de signaalwoorden naar het bijbehorende verband.

Opsommend
Tegen-
stellend
Oorzakelijk
Chronologisch
Vergelijkend
Samen-
vattend
Concluderend
zoals,
beter dan
eerst,
dan,
voordat
dus,
daarom,
kortom
bovendien,
ook,
daarnaast
weliswaar,
kortom,
ofschoon
doordat,
waardoor,
het gevolg is
toch,
daarentegen,
maar

Slide 16 - Sleepvraag

Woorden, zinnen of alinea´s die een verband hebben en in een bepaalde volgorde gezegd of geschreven worden
een woord dat het tegenovergestelde van een ander woord betekent
De volgorde waarin gebeurtenissen plaatsvinden
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde

Slide 17 - Sleepvraag

Signaalwoord 
       tijd
Signaalwoord  
conclusie
Signaalwoord
doel-middel
Intussen
Daarmee
Dus
Daarna
Tijdens 
Daartoe
Met de bedoeling 
Vandaar

Slide 18 - Sleepvraag

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 20 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 21 - Quizvraag

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 22 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 23 - Quizvraag

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?
A
en
B
ook
C
daarna

Slide 24 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk voor vrij 8 nov
Maken opdracht 5, 6 en 8

Leren de theorie
Blz. 94 t/m 97
Maandag leestoets blok 2


Slide 26 - Tekstslide