Hoofdstuk 2:onderzoeken in hoeverre klimaatverandering op zich staan of in een bredere context gezien moeten worden
Slide 5 - Tekstslide
Herhalingsvragen
Slide 6 - Tekstslide
H2: aarde - klimaat (intro = voorkennis)
Geef de definitie van het begrip 'klimaat'.
Gemiddelde toestand van het weer over periode van 30 jaar/40 jaar.
Geef de definitie van het begrip 'weer'.
Gesteldheid van de atmosfeer (temperatuur, neerslag, wind) op klein gebied, bepaald moment.
Slide 7 - Tekstslide
Welkefactoren bepalen het klimaat?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
H2. Aantekening
Klimaatfactoren:
Zonne-energie
Lucht- en oceanische stroming
Verhouding land- en zee
Reliëf
Hoogteverschil
Slide 10 - Tekstslide
H2. Aantekening
Klimaatfactoren:
Zonne-energie --> Vandaag!
Lucht- en oceanische stroming
Verhouding land- en zee
Reliëf
Hoogteverschil
Slide 11 - Tekstslide
§ 2.1 Stralingsbalans van de aarde
Slide 12 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de zonnestraling die de aarde bereikt?
Slide 13 - Tekstslide
Zon is onze belangrijkste energiebron
Slide 14 - Tekstslide
Werking stralingsbalans?
Slide 15 - Tekstslide
Stralingsbalans = inkomende en uitgaande energie
Belangrijke functie: leven op aarde afhankelijk van goede stralingsbalans.
Waarom?
Als inkomende (zonne) energie > uitgaande (zonne) energie = te heet op aarde
Als uitgaande (zonne) energie > inkomende (zonne) energie = .................
Slide 16 - Tekstslide
Stralingsbalans = inkomende en uitgaande energie
Evenwicht tussen inkomende (kortgolvige) & uitgaande (langgolvige) energie = dynamisch evenwicht
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Belangrijke rol weggelegd voor broeikaseffect bij stralingsbalans
Leven op aarde afhankelijk van energiebalans, waarbij broeikaseffect zorgt voor absorberen van langgolvige straling
Natuurlijk broeikaseffect zorgt voor rondpompen warmte
Zonder natuurlijk broeikaseffect is het veel te koud om te leven
Slide 19 - Tekstslide
Belangrijke regels (1)
Inkomende energie:
zonne-energie, motor van stralingsbalans via kortgolvige straling.
+- 50% bereikt aarde, rest wordt weerkaatst of vastgehouden in de atmosfeer.
Deel zonnestraling omgezet in langgolvige straling, deel weerkaatst,reflectie (albedo)
Slide 20 - Tekstslide
Belangrijke regels (2)
Uitgaande energie:
Deel warmtestralen en gereflecteerde zonnestralen verlaten atmosfeer naar de ruimte.
Deel straling wordt in atmosfeer geabsorbeerd (opgenomen broeikaskassen van nature of versterkt door mens)
Deel straling wordt in atmosfeer naar aarde teruggekaatst (wolken, stofdeeltjes)
Slide 21 - Tekstslide
0
Slide 22 - Video
Door stralingsbalans is het dus leefbaar op aarde (niet te warm, niet te koud)
Maar waarom dan niet overal even warm/koud?
Slide 23 - Tekstslide
Ruimtelijke verschillen in instraling
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Aantekening § 2.1 Stralingsbalans van de aarde
Wat gebeurt er met de zonnestraling die de aarde bereikt?
Stralingsbalans = inkomende en uitgaande energie. Op mondiaal schaalniveau is er dynamisch evenwicht tussen inkomende en uitgaande straling. Dat is niet op elk moment hetzelfde. Oorzaak: absorptie en werkaatsing door het aardoppervlak, stof en wolken.
Slide 26 - Tekstslide
Aantekening § 2.1 Stralingsbalans van de aarde
Inkomende energie (onderdeel stralingsbalans)
zonne-energie, motor van stralingsbalans via kortgolvige straling.
+- 50% bereikt aarde, rest wordt weerkaatst of vastgehouden in de atmosfeer.
Deel zonnestraling omgezet in langgolvige straling, deel weerkaatst,reflectie (albedo)
Slide 27 - Tekstslide
Aantekening § 2.1 Stralingsbalans van de aarde
Uitgaande energie (onderdeel stralingsbalans)
Deel warmtestralen en gereflecteerde zonnestralen verlaten atmosfeer naar de ruimte.
Deel straling wordt in atmosfeer geabsorbeerd (opgenomen broeikaskassen van nature of versterkt door mens)
Deel straling wordt in atmosfeer naar aarde teruggekaatst (wolken, stofdeeltjes)
Slide 28 - Tekstslide
Aantekening § 2.1 Stralingsbalans van de aarde
Door stralingsbalans: niet te koud, niet te warm op aarde. Maar waarom dan niet overal even warm/koud?