Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Vertaalhulp 7 6.16 63-70
r. 63
In commune consultant, intra tecta subsistant an in aperto vagentur.
Zoek de 3 pv's
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
r. 63
In commune consultant, intra tecta subsistant an in aperto vagentur.
Zoek de 3 pv's
Slide 1 - Tekstslide
r. 63
In commune
consultant,
intra tecta
subsistant
an in aperto
vagentur
.
Hoe worden de pv's verbonden?
Slide 2 - Tekstslide
r. 63
In commune
consultant,
(utrum)
intra tecta
subsistant
an
in aperto
vagentur
.
Vertaal de hoofdzin
Slide 3 - Tekstslide
subsistant, vagentur
Welke modus?
A
coniunctivus
B
imperativus
C
indicativus
D
infinitivus
Slide 4 - Quizvraag
subsistant, vagentur
Welk gebruik van de modus
A
potentialis
B
dubitativus
C
irrealis
D
adhortativus
Slide 5 - Quizvraag
r. 63-65
Nam crebris vastisque tremoribus tecta nutabant et quasi emota sedibus suis nunc huc, nunc illuc abire aut referri videbantur.
Zoek de 2 pv's
Slide 6 - Tekstslide
r. 63-65
Nam crebris vastisque tremoribus tecta
nutabant
et
quasi emota sedibus suis nunc huc, nunc illuc abire aut referri
videbantur.
Slide 7 - Tekstslide
Nam crebris vastisque tremoribus tecta nutabant
Wat is het onderwerp?
A
crebris
B
vastis
C
tremoribus
D
tecta
Slide 8 - Quizvraag
emota
Welke vorm van het werkwoord?
emovere + abl.: verwijderen van
Welke ablativus (of ablativi) horen hierbij?
Slide 9 - Tekstslide
Hoe vertaal je videbantur?
A
zij zagen
B
zij worden gezien
C
zij schenen
D
zij werden gezien
Slide 10 - Quizvraag
abire aut referri
Welke vorm van het werkwoord zijn deze allebei?
Slide 11 - Tekstslide
r. 65-66
Sub dio rursus quamquam levium exesorumque pumicum casus
metuebatur
Slide 12 - Tekstslide
casus: 4e groep
Welke naamval?
A
nom.ev.
B
gen.ev.
C
nom.mv.
D
acc.mv.
Slide 13 - Quizvraag
pumicum
Welke naamval?
Waarmee verbinden?
Wat congrueert hiermee?
Slide 14 - Tekstslide
rursus: daarentegen
Waarmee vormt dit een tegenstelling?
Slide 15 - Tekstslide
r. 66-67
quod tamen periculorum collatio elegit.
Vind de pv
Slide 16 - Tekstslide
r. 66-67
quod tamen periculorum collatio
elegit
.
Slide 17 - Tekstslide
quod tamen periculorum collatio elegit.
Wat is het onderwerp?
A
quod
B
periculorum
C
collatio
Slide 18 - Quizvraag
quod tamen periculorum collatio elegit.
quod: welke naamval?
A
nom.ev.
B
acc.ev.
Slide 19 - Quizvraag
r. 67-68
Et apud illum quidem ratio rationem, apud alios timorem timor vicit.
Wat een hoop stilistische middelen in een zin! Welke zie je?
En vind de pv!
Slide 20 - Tekstslide
r. 67-68
Et apud illum quidem ratio rationem, apud alios timorem timor
vicit.
Vind 2x een ow, en 2x een lv!
Lees dus twee keer vicit
Slide 21 - Tekstslide
r. 67-68
Et apud illum quidem ratio rationem
vicit
, apud alios timorem timor
vicit.
Wie is illum?
Slide 22 - Tekstslide
r. 68-69
Cervicalia capitibus imposita linteis constringunt;
pv?
Slide 23 - Tekstslide
r. 68-69
Cervicalia capitibus imposita linteis
constringunt
;
ow?
Slide 24 - Tekstslide
r. 68-69
Cervicalia
capitibus imposita linteis
constringunt
;
Wat voor vorm is imposita?
Waarmee congrueert het?
Slide 25 - Tekstslide
r. 69
id munimentum adversus incidentia fuit.
pv?
Slide 26 - Tekstslide
r. 69
id munimentum adversus incidentia
fuit.
ow?
En wat voor soort werkwoord is fuit? Wat hoort daar dus nog meer bij?
Slide 27 - Tekstslide
r. 69
id
(ow)
munimentum
(naamw. deel vh gezegde)
adversus incidentia
fuit.
Slide 28 - Tekstslide
r. 69-70
Iam dies alibi
(
erat)
, illic nox omnibus noctibus nigrior densiorque
(
erat)
.
Spot het chiasme!
Slide 29 - Tekstslide
r. 69-70
Iam dies alibi
(
erat)
, illic nox omnibus noctibus nigrior densiorque
(
erat)
.
Waarmee congrueert nigrior densiorque?
Slide 30 - Tekstslide
nigrior densiorque
Trappen van vergelijking... welke?
A
positivus
B
comparativus
C
superlativus
Slide 31 - Quizvraag
r. 69-70
Iam dies alibi
(
erat)
, illic nox omnibus noctibus nigrior densiorque
(
erat)
.
omnibus noctibus: welke naamval? Hoe combineert dat met de comparativi?
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 11
Maart 2021
- Les met
17 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4 oktober
Oktober 2019
- Les met
20 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cicero paragraaf 93
Februari 2021
- Les met
29 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
11.4 God straft zijn vijanden!
Juni 2023
- Les met
32 slides
Latijn
Secundair onderwijs
11 juni
Juni 2024
- Les met
24 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2021-04-13 GM2 Latijn bijspijkerles 7
April 2021
- Les met
16 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3V Latijn - Week 41, les 1
Oktober 2022
- Les met
13 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Week 10
Maart 2021
- Les met
15 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4