ziektes

ziektes en virussen​
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ziektes en virussen​

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een virusinfectie en hoe verloopt die?
  • Een virusinfectie kan afhankelijk van het type virus een groot aantal ziekten veroorzaken. Virussen zoeken in het menselijk lichaam naar gastheercellen. 
  • Het virus hecht zich aan diens celwand en voorziet de cel van zijn DNA. 
  • Een gastheercel is dus een cel die het DNA van een virus opneemt. 
  • Het virus kan zich in de gastheercel vermenigvuldigen,
      de cel openbreken en zich via het bloed verder verspreiden. 
  • Vaak echter, kan het immuunsysteem de ziekteverwekker vooraf uitschakelen. 
  • Dan blijven ons de symptomen bespaard.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe raken virussen in ons lichaam?
Virussen kunnen op verschillende manieren in het menselijk lichaam raken:
  • Virussen die verantwoordelijk zijn voor verkoudheid en griep worden vaak overgedragen via druppelinfectie
    (hoesten en niezen). Ze nestelen zich vervolgens in neus of keel. 
  • Ook als gevolg van verwondingen en via voedsel kunnen bepaalde soorten virussen hun weg in het lichaam vinden.
  • Het HIV-virus dat AIDS veroorzaakt, kan worden overgedragen door onbeschermd geslachtsverkeer of contact met besmette bloedzakken en spuiten.
Het belang van een goed werkend immuunsysteem
  • Een gezond en goed werkend immuunsysteem kan bepaalde virussen onderscheppen voordat die zich in het lichaam nestelen. 
  • Vooral bij virussen die verband houden met aankomende verkoudheden gebeurt dat regelmatig. 
  • We krijgen in dat geval niets van de virusinfectie mee omdat er geen symptomen optreden.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe raken virussen in ons lichaam?
Hoe dringt een virus onze cellen binnen?
Heeft een virus eenmaal een gastheercel gevonden, dan begint het proces van infiltratie.
Allereerst hecht het zich aan het celoppervlak. Daarna versmelt het virusomhulsel als het ware met de celwand. Vervolgens sluit het virus sluist zijn erfelijke informatie (DNA) door in de cel. 
Dat produceert vervolgens nieuwe virussen die uiteindelijk ook weer vrijkomen.
Hoe het immuunsysteem hechting aan de celwand voorkomt
Het immuunsysteem kan voorkomen dat virussen zich aan de celwand hechten daartoe bezetten de antilichamen van de immuuncellen de corresponderende receptoren van het virus en blokkeren die. 
Reeds geïnfecteerde gastheercellen geven een chemische boodschap aan de omringende cellen af. 
Die boodschap remt bij een virusbesmetting de vermeerdering. 
Bovendien worden immuuncellen aangetrokken die geïnfecteerde cellen vernietigen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe raken virussen in ons lichaam?
Behandeling van een virusinfectie
Door een goed werkend immuunsysteem ontdoet het lichaam zich vanzelf van ziekteverwekkers en neemt de virusinfectie af. 
Een gewone verkoudheid is meestal na hooguit twee weken overwonnen. 
Een behandeling is daarvoor niet nodig. 
Medicijnen kunnen alleen maar de symptomen verlichten: hoesten, een loopneus en pijn.
Sommige ziekteverwekkers evenwel kan het lichaam niet alleen bestrijden. 
Daartoe behoort onder meer het Ebola-virus
Dat vernietigt de cellen zo snel dat het immuunsysteem het niet kan bijhouden.

Welke soorten virussen zijn er eigenlijk? 
Wetenschappers maken onderscheid tussen de verschillende soorten virussen. 
Zij worden ingedeeld op basis van hun verschillende kenmerken en eigenschappen. 
Anderzijds zijn er virussen die in de regel slechts bepaalde organismen infecteren.

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn virussen?
Virussen zijn de kleinste ziekteverwekkers. 
Ze bestaan uitsluitend uit genetisch (erfelijk) materiaal, omgeven door een eiwitmantel*. 
Virussen hebben geen eigen stofwisseling en kunnen zich dus niet zelfstandig voortplanten. 
Ze hebben daarvoor altijd een gastheer nodig, dat wil zeggen een cel van een levend wezen. 
Een virus is dus een parasiet
Tijdens een infectie dringt het virus de cel van de gastheer binnen, geeft zijn genetisch materiaal vrij en de cel produceert nieuwe virussen. 
Ze doen vaak een aanval op de slijmvliezen van bijvoorbeeld de luchtwegen.
Het is erg moeilijk om virussen te bestrijden, omdat men dan de eigen cellen zou moeten bestrijden. 
Het virus bevindt zich immers in de eigen cellen. 
Meestal behandelt men alleen de symptomen zoals koorts, pijn, verkoudheid of diarree.
* Een vaccin tegen corona
Bij de start van de pandemie waren er veel dingen die we niet wisten over het coronavirus. 
Dat maakt het ontwikkelen van vaccins ertegen erg lastig. 
Er bestaan verschillende manieren om een vaccin te ontwikkelen, bijvoorbeeld op basis van een dood of verzwakt virus, een stukje eiwit van het virus, of genetisch materiaal. 
Voor het ontwikkelen van een coronavaccin werden al deze manieren onderzocht.  


Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn virussen?
Mensen zeggen al snel dat ze 'griep' hebben, maar vaak is dat een zware verkoudheid. 
Echte griep, influenza, wordt veroorzaakt door een serie virussen. 
Hoe werkt het griepvirus en wat kun je ertegen doen? 
Bij een klassieke griep is er sprake van een besmetting met het influenzavirus. 
Er zijn verschillende types influenzavirussen, maar het ziekteverloop is ongeveer identiek. 
Kort gezegd veroorzaakt influenza een acute ontsteking van de luchtwegen.
Maar het is geen gewone verkoudheid, het is veel ernstiger en verloopt veel sneller. 
Bij influenza voel je je snel erg ziek met bonzende hoofdpijn, spierpijn over het hele lichaam en heb je hoge koorts. 
Tot en met 38°C spreekt men van verhoging en zodra je lichaamstemperatuur boven de 38°C stijgt, spreekt men van koorts. Bij 39°C heb je hoge koorts.

Slide 7 - Tekstslide


gepruts in oor
alleen oorschelp schoonmaken


verkoudheid
niet te veel (hard) snuiten
trommelvlies doorprikken / buisje

Oorontsteking 
Buitenoorontsteking
Oorzaak: 
Voorkomen: 

Middenoorontsteking
Oorzaak: 
Voorkomen: 
Soms:

Slide 8 - Tekstslide

RS virus  (respiratoir syncytieel virus)
Is een luchtweginfectie
Door het RS-virus kunnen baby's longontsteking krijgen.
Verschijnselen zijn onder andere: koorts, een piepende, snelle ademhaling, intrekkingen tussen de ribben en niet goed drinken.
Kind moet vaker iets te drinken.
Ouders kunnen een paracetamol (zetpil) geven als het kind zich ziek voelt of niet wil drinken.
Wordt het kind benauwd? Bel meteen de huisarts of huisartsenpost.

Slide 9 - Tekstslide

Waterpokken
  • Kind krijgt vlekjes, blaasjes en korstjes over het hele lijf en in de mond.
  • Lichte verhoging (soms)
  • Er zijn geen medicijnen om waterpokken sneller te laten genezen.
  • Een koelende zinkoxide-lotion helpt tegen de jeuk.
  • Binnen 10 dagen is het kind weer beter.
  • kind mag naar school of het kinderdagverblijf. (afhankelijk van de afspraken)

Na het 1e jaar -> antistoffen en is resistent
Volwassenen kunnen zieker worden van waterpokken. Bij zwangerschap ziekten haarden vermijden

Slide 10 - Tekstslide

De 5e en 6e ziekte
  • De vijfde ziekte komt vooral voor bij kinderen van 4 tot 10 jaar.
  • kind krijgt rode wangen met grillige, rozerode vlekjes.
  • De uitslag breidt zich uit naar romp, billen, armen en benen.
  • kind kan wat koorts en jeuk hebben, maar voelt zich verder niet ziek.
  • Het kind kan gewoon naar school of kinderdagverblijf.
Het is niet nodig de koorts te verlagen. De koorts kan namelijk geen kwaad. 
Bij jeuk mentholpoeder op de huid aanbrengen.
  • De zesde ziekte komt het meest voor bij kinderen tussen de 6 maanden en 2,5 jaar.  
  • kind heeft plotseling hoge koorts, kind veel te drinken geven.
  • Doe het kind dunne kleding aan.
  • Na 3 tot 5 dagen daalt de koorts weer snel.
  • Er komen dan kleine lichtrode vlekjes in het gezicht en de nek, en later ook op de romp.

Slide 11 - Tekstslide

Mazelen
  • begint met verkoudheid, hoesten, rode ogen en koorts.
  • koorts is hoog.
  • binnenkant van de wangen ontstaan witte vlekjes.
  • Na paar dagen komen er rode vlekken op het gezicht, daarna over het hele lichaam.
De vlekken worden geleidelijk bruin en kunnen samenvloeien. Dan blijven er vlekjes met normale huidskleur over. De huid kan ook jeuken. De koorts kan verdwijnen en weer heftig terugkomen.
Compicatie: oorontsteking met blijvende doofheid, ernstige longontsteking, hersenvliesontstekking vaak met blijvende hersenschade

Slide 12 - Tekstslide

Rode hond
  • Rode hond begint vaak met een verkoudheid.
    De klieren achter de oren en in de hals kunnen opgezet zijn.
    De temperatuur is soms iets verhoogd.
  • Na een dag ontstaan rozerode vlekjes in het gezicht en achter de oren.
    De uitslag verspreidt zich binnen een paar uur over het hele lichaam.
    Soms lijkt het of de hele huid rood ziet.
  • De uitslag verdwijnt na enkele dagen.
    De klieren kunnen soms nog enkele weken gezwollen blijven.
  • De helft van de kinderen die besmet zijn met het rodehond-virus krijgen helemaal geen ziekteverschijnselen.
  • Volwassenen of kinderen in de puberteit kunnen gewrichtspijn krijgen.
    Dit komt vooral bij meisjes en vrouwen voor.
Complicaties
Rodehond geeft bijna nooit complicaties. In zeldzame gevallen ontstaat er een hersenontsteking. Wat vaker voorkomt, is gewrichtspijn of soms een gewrichtsontsteking in vingers, polsen of knieën. Deze klachten verdwijnen meestal spontaan binnen een maand, maar kunnen soms ook langer duren. Sterfte komt nauwelijks voor.

Slide 13 - Tekstslide

Ziekte van pfeiffer
virusinfectie lymfeklieren virus al langer in lichaam aanwezig heeft lange incubatietijd besmetting via speekselklieren
 Via bloedonderzoek wordt er pfeiffer geconstateerd
De ziekte van Pfeiffer komt vooral voor bij jongeren. 
Ook kinderen en volwassenen kunnen echter besmet raken met het virus. 
Een ruime meerderheid van de Nederlanders komt voor het twintigste levensjaar in aanraking met het virus. 
symptomen:
  • moe
  • gezwollen klieren, keelpijn
  • beetje verhoging
Via rust uitzieken
Pfeiffer gaat vanzelf over, meestal binnen een paar weken

Slide 14 - Tekstslide

Is het RS virus een luchtweginfectie?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Waterpokken duurt wel een half jaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Ziekte van pfeiffer kan je krijgen door te kussen?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Hoe krijgt het kind waterpokken?
A
Niezen en hoesten
B
Niezen, hoesten en praten
C
Niezen, hoesten, praten en via contact met het vocht uit de blaasjes
D
Geen van alle je krijgt het gewoon

Slide 18 - Quizvraag

Is de vijfde ziekte besmettelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer komt de zesde ziekte het meest voor bij kinderen
A
Tussen de 3 maanden en 2,5 jaar
B
Tussen de 4 maanden en 2,5 jaar
C
Tussen de 5 maanden en 2,5 jaar
D
Tussen de 6 maanden en 2,5 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Rick is een vrolijke knul van 3.
Op een dag is hij stil en hangerig. Hij heeft geen trek in zijn eten.
‘s Middags merk je dat zijn hoofdje gloeit en je ziet dat zijn rechterwang dik wordt.
Welke ziekte heeft Rick waarschijnlijk?
A
De vijfde ziekte
B
De bof
C
De Rode hond
D
De griep

Slide 21 - Quizvraag

Kunnen kinderen in Nederland ingeënt worden tegen rode hond?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Kan de rodehond complicaties geven?
A
Ja
B
Nee
C
Bijna nooit

Slide 23 - Quizvraag

Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige organismen die je met het blote oog niet ziet. 
Sommige bacteriën heb je nodig, voor bijvoorbeeld de spijsvertering. 
Er bestaan ook bacteriën die ziekte veroorzaken. 
In eten kunnen goede bacteriën en ziekmakende bacteriën voorkomen. 
Ziekmakende bacteriën kunnen een voedselinfectie veroorzaken. 
De meeste voedselinfecties komen door het eten van dierlijke producten, zoals vlees, vis, ei en zuivel. 
Vooral als je deze rauw eet. 
Maar ook op andere producten zoals groente en fruit kunnen bacteriën zitten. Hygiënisch omgaan met eten verkleint het risico op een voedselinfectie.
Op en in jouw lichaam leven ruim 100 duizend miljard microben

Slide 24 - Tekstslide

Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige micro-organismen. 
Micro-organismen zijn zo klein dat je ze alleen onder een microscoop kunt zien. 
In eten kunnen goede bacteriën en ziekmakende bacteriën zitten. 
Ziekmakende bacteriën in eten zie, ruik of proef je niet.
Bacteriën zijn overal. 
Alleen al in menselijke darmen leven miljarden bacteriën, verdeeld over honderden soorten.
Voortplanting:
Bacteriën kunnen zich snel vermeerderen. Dat doen ze door zich in tweeën te delen. Deze twee nieuwe bacteriën delen zich vervolgens weer in tweeën. Zo kunnen er bij kamertemperatuur uit één enkele bacterie in ongeveer 7 uur miljoenen bacteriën ontstaan. 
De volgende omstandigheden zijn hier ideaal voor:
  • Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. 
  • Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. 
  • Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood.
  • Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt. Vlees, kip, groente, fruit, salade en toetjes zijn uitstekende voedingsbronnen voor bacteriën.
  • Een vochtige omgeving.

Slide 25 - Tekstslide

Gezondheidseffecten
Goede bacteriën
Sommige bacteriën heb je nodig. 
In darmen zitten bijvoorbeeld goedaardige bacteriën die helpen bij de spijsvertering. 
In yoghurtdrankjes kunnen ook goedaardige bacteriën zitten.
Ziekmakende bacteriën
Ziekmakende bacteriën kunnen een voedselvergiftiging of een voedselinfectie veroorzaken. 
Ziekmakende bacteriën kun je niet zien of ruiken. 
Het eten bederft niet door deze bacteriën en alleen een laboratoriumtest kan aantonen dat ze erin zitten.
De meest bekende ziekmakende bacteriën in eten zijn:
  • Salmonella
  • Campylobacter
  • Listeria monocytogenes
  • Bacillus cereus
  • Clostridium botulinum
  • Clostridium perfringens
  • E. coli
  • Staphylococcus aureus

Slide 26 - Tekstslide

Ziekmakende bacteriën
Staphylococcus aureus en Clostridium perfringens zorgen jaarlijks voor de meeste ziektegevallen, 
maar de ziekteverschijnselen zijn vaak mild. Campylobacter en Salmonella veroorzaken minder ziektegevallen, 
maar de klachten zijn vaak ernstiger.
Bij sommige ziekmakende bacteriën zijn de risico’s groter. 
Zo kan Listeria monocytogenes bij zwangere vrouwen een miskraam veroorzaken of andere ernstige ziekten zoals hersenvliesontsteking. 
Clostridium botulinum kan het zeer giftige botuline produceren, waardoor je verlammingsverschijnselen kan krijgen. 
Gelukkig komt dit maar zeer weinig voor.
Sommige bacteriën produceren enzymen die ervoor kunnen zorgen dat antibiotica niet aanslaan. 
Dit zijn antibiotica-resistente bacteriën. Een voorbeeld van zo’n enzym is Extended Spectrum Beta Lactamase (ESBL).
Risicogroepen Eten dat door ziekmakende bacteriën besmet is maakt niet iedereen (even) ziek. 
Dit heeft te maken met je weerstand. 
Zwangeren, jonge kinderen, ouderen en mensen die al ziek zijn, 
hebben een minder goede weerstand dan gezonde volwassenen. 
Deze kwetsbare groepen zijn gevoeliger voor een voedselinfectie.

Slide 27 - Tekstslide

Om een voedselinfectie te voorkomen gelden de volgende adviezen:
  • Houd alles schoon en droog.
  • Was je handen goed en regelmatig.
  • Was groente en fruit grondig onder stromend water en houd je omgeving schoon.
  • Scheid rauw en bereid voedsel.
  • Gebruik niet dezelfde snijplank voor rauw vlees als voor je rauw te eten groente.
  • Verhit je eten goed.
  • Dit geldt vooral voor dierlijke producten als vlees, vis en ei.
  • Verhit ook restjes door en door.
  • Koel bederfelijke eten goed.
  • Zet de koelkast op 4 °C.
  • Let op bij wat je koopt.
Wat is voedselvergiftiging?

Slide 28 - Tekstslide

Ziektes door bacteriën
Bacteriën en mensen horen bij elkaar.
 
Op de huid en maagdarmkanaal leven bacteriën die nuttig zijn voor ons lichaam, 
voor onze gezondheid.

  • Heeft eigen stofwisseling, (deelt zichzelf)
  • Zijn meestal nuttig ( coli bacterie, voedsel)
  • Zijn soms schadelijk en veroorzaken bijvoorbeeld een ontsteking
  • Is te bestrijden met antibiotic (penicilline)

Slide 29 - Tekstslide

Roodvonk
  • Roodvonk is een kinderziekte met koorts, keelpijn en een rode, ruwe huiduitslag. 
  • Bij kinderen tussen 3 en 8 jaar komt roodvonk het meest voor.
  • Geef het kind regelmatig een slokje koud water.
  • Eventueel paracetamol tegen de pijn. 
  • Het kind mag naar buiten en school/het kinderdagverblijf als het zich goed voelt. 
  • De verschijnselen gaan vanzelf over, meestal binnen 7 tot 10 dagen. 
Roodvonk begint met hoge koorts, braken, hoofdpijn en keelpijn.
Daarna komen er meestal felrode vlekjes op het lichaam. Er zijn geen vlekjes bij de neus of mond.
De huid met de vlekjes ziet eruit als rood kippenvel en voelt aan als schuurpapier.
Ook op de tong komen felrode puntjes, dit heet ook wel frambozentong.
Na een paar dagen begint de huid te vervellen, vooral aan de vingers en tenen

Slide 30 - Tekstslide

Krentenbaard
  • Krentenbaard (impetigo) is een besmettelijke infectie van de huid.
  • De infectie zit meestal rond de neus of mond, maar kan op het hele lichaam voorkomen.
  • Krentenbaard komt het meest voor bij kinderen onder de negen jaar, maar ook volwassenen kunnen het krijgen. 
  • Meestal wordt de bacterie overgedragen via handen of besmet speelgoed.
    Soms ontstaat de besmetting via hoesten of niezen
Krentenbaard begint vaak op een plaats waar de huid al beschadigd is (een schaafplekje, krabplekje of eczeem). 
Er ontstaan enkele wondjes, rode plekjes en soms blaasjes met gele pus. Deze ontstoken plekjes kunnen samenvloeien en zich uitbreiden. Een open gebrast blaasje droogt in waardoor een honinggele korst ontstaat. Als er veel wondjes, blaasjes en gele korstjes rond de neus en mond zitten, dan kan het eruitzien als een baard van krenten. Daar komt de naam vandaan. Krentenbaard kan jeuken. Verder zijn er bij krentenbaard in het gezicht soms zwellingen in de hals te voelen. Dit zijn klieren die opzwellen als reactie op de infectie.

Slide 31 - Tekstslide

Hersenvliesontsteking (meningitus) (nekkramp)
Definitie:


Oorzaak:

Risicofactoren:
Vaccinatie met Hib-vaccin biedt volledige bescherming tegen Hib-ziekten. Maar hersenvliesontsteking wordt maar in 5 procent van de gevallen veroorzaakt door de Hib- bacterie. Kinderen die tegen Hib-ziekten zijn ingeënt kunnen dus wel nog hersenvliesontsteking krijgen die door een andere bacterie of virus wordt veroorzaakt. De vaccinatie is opgenomen in het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma
ontsteking van de hersenvliezen, die zowel de hersenen als het ruggenmerg omgeven (nekkramp)

bacterieel, zoals meningococ (ernstig) of virus (minder ernstig)

leeftijd, (mee)roken, slechte hygiëne, verminderde weerstand

Slide 32 - Tekstslide

Tetanus
Bij besmetting met tetanus krijg je in het ziekenhuis antistoffen tegen het gifstof van de bacterie, spierverslappers en pijnstillers.
Altijd nagaan of je voldoende tegen tetanus bent ingeënt als je een wond oploopt of een verre reis gaat maken. Rondom de wond waarmee tetanus is opgelopen kan stijfheid ontstaan. je kunt pijnlijke spierkrampen krijgen, bijvoorbeeld in de kaakspieren (kaakklem). Door de spierkrampen kunnen slik-klachten en ademhalingsproblemen ontstaan. Je hele lichaam kan zelfs verkrampen, waardoor het als een soort hoepel krom trekt. De spierkrampen kunnen zo erg zijn, dat botten kunnen breken.
Ook komen hartproblemen voor en kunnen longontsteking (door verslikken) en coma ontstaan. 
Zonder behandeling is tetanus dodelijk.
Tetanus is een ernstige, besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de tetanusbacterie.
Bijna alle kinderen in Nederland zijn tegen tetanus ingeënt. 
Daardoor komt het hier bijna niet meer voor.
Tetanus geeft spierkrampen in het hele lichaam, die levensbedreigend zijn.
Besmetting gaat via dierenbeten en via wonden die in contact komen met straatvuil, 
aarde of mest

Slide 33 - Tekstslide

Bacteriën en mensen horen bij elkaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Krentenbaard (impetigo) is een besmettelijke infectie van de huid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Hersenvliesontsteking wordt maar in 5 procent van de gevallen veroorzaakt door de Hib- bacterie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Tetanus is een ernstige, besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de tetanusbacterie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Bacteriëninfecties zijn te bestrijden met antibiotica (penicilline)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Kun je ziekmakende bacteriën zien of ruiken?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

In de darmen bij de mens zitten bacteriën die helpen bij de spijsvertering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Roodvonk wordt veroorzaakt door een:
A
Virus
B
Bacterie

Slide 41 - Quizvraag

Krentenbaard kan o.a. overgedragen worden door besmet speelgoed?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

De ziekte roodvonk:
A
wordt veroorzaakt door een virus
B
word je tegen ingeënt
C
wordt veroorzaakt door een bacterie
D
is hetzelfde al rode hond

Slide 43 - Quizvraag

Krentenbaard:
A
kan behandeld worden met antibioticum
B
is niet besmettelijk
C
krijgen alleen kleine kinderen
D
is een virusinfectie

Slide 44 - Quizvraag