Arm en Rijk - Nederland - Binnen steden - 3.1

Arm en rijk in Nederland
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Arm en rijk in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Arm en rijk binnen steden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Kaart

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Op welke 2 manieren kunnen we kijken of een land rijk is?

Slide 5 - Open vraag

Waarom laat bnp/inwoner het verschil tussen arm en rijk niet goed zien?

Slide 6 - Open vraag

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: Begrippen
T1: Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
T2: Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.

Slide 7 - Tekstslide

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk binnen steden
Maken huiswerk
Lezen LB
§1
blz. 28-29
Maken WB
.

blz. 44-46
§1: 1 t/m 5

Slide 8 - Tekstslide

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welke verschillen zie je?

Slide 9 - Tekstslide

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welvaart (gaat over geld/inkomen)

Koopwoningen
of
Huurwoningen

WOZ-Waarde ->waarde van je huis.-->

Slide 10 - Tekstslide

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welzijn (gaat over situatie waarin mensen 
wonen)
  • Leefbaarheid --------------------------->
  • Bebouwingsdichtheid
  • Groenvoorzieningen
  • Voorzieningen
  • Onderhoud van huizen
  • Veiligheid

Slide 11 - Tekstslide

j


Leer verbanden herkennen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk in steden
Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden, en hoe hangen ze met elkaar samen?
Korte geschiedenis van de woningbouw in Nederland


1900
1960
nu
De industriële revolutie bracht veel werk naar de steden. Daar stonden de fabrieken. Mensen migreerden massaal naar kleine arbeidershuisjes. 
Na WOII moest Nederland opnieuw opgebouwd worden. Veel mensen kochten ook een auto. De rijke middenklasse vertrok uit de vieze, kapotte steden naar de buitenwijken. Ook werden er flats gebouwd. 
Veel mensen trekken terug naar de steden. De leefbaarheid is er erg verhoogd. Maar de binnensteden zijn erg duur. Mensen gaan daarom aan de randen van deze steden wonen. 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
- Ga in groepjes van 2 je eigen wijk beschrijven.
- Doe dit eerst alleen aan de hand van welzijn en welvaart. (kijk in je aantekeningen)
- Vergelijk daarna je wijk met je groepsgenoten. 

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: Begrippen
T1: Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
T2: Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.

Slide 16 - Tekstslide

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk binnen steden
Afmaken paragraaf 3.1 (voor zover nog niet af)
Lezen LB
§1
blz. 28-29
Maken WB
.

blz. 44-46
Nakijken opdrachten
§1: 1 t/m 5 
blz. 44-46
§1: 1 t/m 5

Slide 17 - Tekstslide

Afsluitende foto

Slide 18 - Tekstslide

Afsluitend filmpje
Tegenlicht

Slide 19 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll