beïnvloeden van de manier waarop je internetsite is ingericht.
B
beïnvloeden van gedrag zodat mensen gestuurd worden in hun behoeften en verlangens.
C
groter maken van je markt.
D
kritisch kijken naar je prijsbeleid om hierdoor een groter marktaandeel te verwerven.
Slide 13 - Quizvraag
Onder Online Marketing vallen de volgende hoofdactiviteiten:
A
SEO, webdesign en logistiek.
B
Webdesign, logistiek en financiële afhandeling.
C
Sales, SEO en adverteren op internet.
D
SEO, inbound marketing en adverteren op internet.
Slide 14 - Quizvraag
Huis aan huis marketing is een vorm van?
A
Viral marketing
B
Telemarketing
C
Direct matketing
D
Offline marketing
Slide 15 - Quizvraag
Communicatie over de communicatie: "Wat zeg je dat onaardig."
A
niet-intentionele cc
B
meta communicatie
C
non vocale cc
D
massacommuncatie
Slide 16 - Quizvraag
Onder welke fase van het plan van aanpak valt het vaststellen van de effectiviteit van het project?
A
De implementatiefase
B
De onderzoeksfase
C
De evaluatiefase
Slide 17 - Quizvraag
Wat vormt altijd de aanleiding voor marktonderzoek?
A
Een dilemma
B
Een vraag van een klant
C
Een marketingprobleem
D
Een wetenschappelijk onderzoek
Slide 18 - Quizvraag
Wat is PDCA?
A
Plan - do - check - act
B
Plan - don'ts - check - act
C
Project- do - check - act
D
Plan - do - control - act
Slide 19 - Quizvraag
Een persbericht uitsturen is een vorm van....
A
Corporate marketing
B
Marketing
communicatie
C
Interne communicatie
Slide 20 - Quizvraag
Welke stelling (en) zijn juist: 1. Een voorbeeld van een SMART doel is: Ik wil het examen Marketing halen. 2. een voorbeeld van een SMART doel is: Eind 2027 wil Zara 90% meer omzet halen dan vorig jaar.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Totale communicatie is communicatie die wordt ondersteund en verbeterd door .....
A
Intonatie
B
Lichaamshouding
C
Hulpmiddelen
D
Anderen
Slide 22 - Quizvraag
Wat is geen doel van marktonderzoek?
A
Behoefte van de consument onderzoeken
B
Onderzoeken of het product voldoet aan de behoefte van de consument
C
Evalueren of opdrachtgever tevreden is met het product
D
Onderzoeken wat de consument van een product vindt