6. Repaso

San Sebastián
¡Buenos días!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

San Sebastián
¡Buenos días!

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer?
  1. La prensa española
  2. Repaso pretérito perfecto 
  3. Los deberes
Barcelona

Slide 2 - Tekstslide

La prensa española
Libro del alumno página cincuenta y cuatro
Let op: sommige woorden kunnen in beide kolommen. 

Slide 3 - Tekstslide

La prensa española
Libro del alumno página cincuenta y cuatro
programa, reportaje, documental, noticias, periódico digital, radio, entrevista, anuncios, periodista, presentator, informativo.
artículo, reportaje, noticias, portada, entrevista, página, anuncios, periodista, revistas.

Slide 4 - Tekstslide

La prensa española 
Libro del alumno página cincuenta y cuatro
        Klaar?
Vul de woordenlijst van tarea 2 aan.

Slide 5 - Tekstslide

La prensa española 
Libro del alumno página cincuenta y cuatro
        Klaar?
Vul de woordenlijst van tarea 2 aan.
a
b
c
d

Slide 6 - Tekstslide

Situación en España
                          
Desde que el pasado 31 de enero fuera identificado el primer caso de covid en España, el virus ha sido detectado a prácticamente dos millones de personas. De ellas más de 50.000 han muerto según las cifras del Ministerio de Sanidad.
Noticias de España de última hora
El País

Slide 7 - Tekstslide

El pretérito perfecto
  • Je gebruikt deze tijd om te vertellen wat in het verleden is gebeurd, maar  de periode waarin het plaatsvond is nog niet afgelopen

  • Haber + voltooid deelwoord, gebruik dus altijd 2 woorden. 

  • Er zijn veel onregelmatige vormen. Leer deze vormen (p.13 module)

  • Er zijn signaalwoorden die aangeven dat je een pretérito perfecto dient te gebruiken.
     Leer deze signaalwoorden (1.3 zie p.14 module) 

oefen nu met de twee opdrachten op de volgende pagina

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de groene voltooid deelwoorden naar de juiste werkwoorden
decir = zeggen
volver = terugkomen
escribir = schrijven
prever = voorzien
romper = breken
abrir = openen
descubrir = ontdekken
hacer = doen/ maken
resolver = oplossen
morir= sterven
poner = zetten/ leggen
ver = zien
visto
dicho
roto
muerto
abierto
previsto
resuelto
vuelto
hecho
descubierto
escrito
puesto

Slide 9 - Sleepvraag

nunca
ya
todavía no
todavía
este fin de semana
este mes
este año
esta noche
esta tarde
esta mañana
últimamente
hoy
nooit
al
nog steeds
nog steeds niet
deze maand
dit jaar
deze ochtend
dit weekend
deze middag
vandaag
deze avond
de laatste tijd

Slide 10 - Sleepvraag

Los deberes
Lunes el once de enero, cuarta hora
Maandag elf januari, vierde uur
Leren voor de online overhoring
je leert heel tarea 1 uit de module
Zorg dat je kan inloggen in LessonUp

Slide 11 - Tekstslide