1kbc maandag 29 maart

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
  • Doel van de les
  • Huiswerk bespreken, zelfstandig naamwoord
  • 3.7: lidwoorden
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Na deze les:


Weet je wat een zelfstandig naamwoord is
Weet je wat een lidwoord is




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen: een zelfstandig naamwoord
Wat is dat ook alweer?
Hoe vinden we die?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kahoot zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het huiswerk was
Voor degene die het nog niet af hadden: afmaken paragraaf 3.5 : werkwoordelijk gezegde


Huiswerk voor iedereen: paragraaf 3.6, zelfstandig naamwoord: opdrachten 15 tot en met 17

Slide 6 - Tekstslide

Wouter helpen met werkwoordelijk gezegde
Lidwoorden
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. Soms staat tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog een ander woord: het oude boek.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.
Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden.
Het lidwoord een kun je bijna altijd gebruiken.
Bij het meervoud hoort altijd de.
Voorbeeld: de krant – een krant – de kranten
                    het potlood – een potlood – de potloden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag 
Wat
Paragraaf 3.7, lidwoorden opdrachten theorie tot en met 19.2
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Door met GotIt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
* Wat is een zelfstandig naamwoord?
* Wat is een lidwoord?
* Volgende keer: door met spelling
* Huiswerk opdrachten :

Paragraaf 3.7, lidwoorden opdrachten theorie tot en met 19.2

 


    
            


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies