5H eco De Lorenzcurve

§ 5.1 De verdeling van welvaart

Hoe kunnen we de verdeling van de welvaart (in enge zin) in kaart brengen?


Kernwoord:

- Lorenzcurve


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§ 5.1 De verdeling van welvaart

Hoe kunnen we de verdeling van de welvaart (in enge zin) in kaart brengen?


Kernwoord:

- Lorenzcurve


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het bbp een beperkte maatstaf voor het weergeven van (brede) welvaart?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De Lorenzcurve

Eén van de nadelen van het gebruiken van het BBP als maatstaf voor de welvaart, is dat het geen rekening houdt met de verdeling van het inkomen over de mensen in een land.

Met een Lorenzcurve kun je verdeling van het inkomen van een land in beeld brengen. De Lorenzcurve geeft aan hoe groot het verschil tussen arm en rijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstaan
inkomensverschillen tussen werknemers?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je
  • Wat een Lorenzcurve is
  • Hoe je een Lorenzcurve tekent
  • Hoe je een Lorenzcurve afleest

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Stel er zijn 4 jongeren met een bijbaantje.
De inkomsten per jaar zijn hieronder weergegeven.


Stel er zijn 4 jongeren met een bijbaantje. Hieronder zijn de jaarinkomens gegeven
Bereken voor elke jongere het percentage van het gezamenlijk inkomen dat ze verdienen en vul kolom (4) in

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Stel er zijn 4 jongeren met een bijbaantje.
De inkomsten per jaar zijn hieronder weergegeven.


Vul kolom (5) in op dezelfde wijze als kolom (2)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Stel er zijn 4 jongeren met een bijbaantje.
De inkomsten per jaar zijn hieronder weergegeven.


Lorenzcurve: kolom (2) is de x-as en kolom (5) is de y-as

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lorenzcurve tekenen:

  1. Zet mensen op een rij van arm naar rijk.
  2. Maak gelijke groepen (10%-, 20%-, of 25%-groepen)
  3. Bepaal totale inkomen per groep
  4. Bepaal inkomen van de groep als percentage van het totale inkomen van alle mensen
  5. Bepaal de cumulatieve percentages
  6. Teken Lorenzcurve

Hoe verder de Lorenzcurve van de diagonaal afligt, des te ‘schever’ de inkomensverdeling.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personele inkomensverdeling/ Lorenzcurve

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LORENZCURVE 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide


Als de mate van ongelijkheid in een land wordt bestudeerd, wordt er onderscheid gemaakt tussen inkomen en vermogen:

Er bestaat een positief verband tussen inkomen en vermogen (“Als de één stijgt, stijgt de ander ook. Als de één daalt, daalt de ander ook.”). De twee grootheden bewegen in dezelfde richting. Als er sprake is van een negatief verband is er juist een tegengesteld verband (bijvoorbeeld “Als de één stijgt, daalt de ander.”).
Het positieve verband tussen inkomen en vermogen werkt beide kanten op:
• Van inkomen naar vermogen: als het inkomen stijgt, houd je meer geld over om bijvoorbeeld te sparen of een huis te kopen (het vermogen neemt toe).
• Van vermogen naar inkomen: als het vermogen stijgt, ontvang je een hoger inkomen (bijvoorbeeld rente over spaargeld of huurinkomsten van een pand dat je verhuurt).

Personele inkomensverdeling:

de verdeling van het totale inkomen over de inwoners.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen en inkomen hebben een positief verband.
(Als de één stijgt, stijgt de ander ook. Als de één daalt, daalt de ander ook)

A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lorenzcurve
De Lorenzcurve is een grafische weergave van de inkomens- of vermogensverdeling in een land. Met behulp van gegevens over het aantal personen en het gemiddelde inkomen van die personen kun je in een aantal stappen een Lorenzcurve tekenen:

  • Stap 1: verdeel de personen in gelijke groepen (bijvoorbeeld 5 groepen) van laag inkomen naar hoog inkomen,
  • Stap 2: bereken het procentuele aandeel van elke groep (zowel voor personen als inkomen),
  • Stap 3: maak de procentuele aandelen cumulatief (“bij elkaar opgeteld”),
  • Stap 4: teken de Lorenzcurve met behulp van de cumulatieve percentages.


Slide 22 - Tekstslide

• Punt A: de 40% mensen met de laagste inkomens, verdienen 9% van het totale inkomen (en dus verdienen de 60% mensen met de hoogste inkomens 91% van het inkomen)
• Punt B: de 90% mensen met de laagste inkomens verdienen 56% van het inkomen (en dus verdient de top-10% van de mensen met de hoogste inkomens 44% van het inkomen)

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Lorenzcurve
Het secundaire inkomen is het inkomen nadat de overheid door het heffen van loon- en inkomstenbelasting en het verstrekken van inkomensafhankelijke subsidies en uitkeringen het (primaire) inkomen heeft herverdeeld.

Secundaire inkomen = besteedbaar inkomen


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LORENZCURVE 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lorenzcurve is bedoeld als middel om:
A
duidelijk te maken hoe oneerlijk verschillende salarissen zijn
B
aan te geven hoe inkomsten zijn verdeeld over de bedrijven
C
aan te geven hoe het vermogen is verdeelt door de overheid in een land
D
aan te geven hoe inkomsten of vermogen is verdeeld over bevolking in een land

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Lorenzcurve geeft een beeld van de hoogte van de inkomens
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe boller de curve van een Lorenzcurve hoe groter de
A
Inkomensgelijkheid
B
Inkomensongelijkheid
C
bevolking
D
bevolkingstoename

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies