If-Sentences & Direct/Indirect speech herhaling

Herhaling Unit 4 Grammar
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhaling Unit 4 Grammar

Slide 1 - Tekstslide

The 0 Conditional
Als iets zeker weten gaat gebeuren (feiten)
If + present simple + present simple

Water freezes if you put it in the freezer
Phone 112 if you're in danger

Slide 2 - Tekstslide

The First Conditional
  • Als iets waarschijnlijk gaat gebeuren, nu of in de toekomst
  • will + werkwoord ... if + present simple

  • If he gets the day off, we will go to London
  • We will be sad if Daniel leaves

Slide 3 - Tekstslide

The Second Conditional
  • Als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst
  • if + past simple, would + werkwoord

  • If we got the day off, we would go to London.
  • We would all be sad if Daniel left

LET OP: In deze conditonal gebruik je bij 'be' altijd WERE
If I were you I would not help him

Slide 4 - Tekstslide

Een zero conditional?
Een first conditional is een voorwaarde
Deze voorwaarde wordt gevormd door een if-sentence.

Oftewel: als aan deze voorwaarde wordt voldaan, dan zal dit gaan gebeuren. Een voorbeeld:

If you freeze water it turns into ice

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een first conditional?
Een conditional bestaat uit twee delen:
1. de if-sentence
2. de hoofdzin

Hoe vorm je deze twee delen:
1. de if-sentence staat in de Present Simple.
2. in de hoofdzin wordt Present Simple gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

If you’re in danger, telephone 112.  

ner.

Slide 7 - Tekstslide

Een first conditional?
Een first conditional is een voorwaarde
Deze voorwaarde wordt gevormd door een if-sentence.

Oftewel: als aan deze voorwaarde wordt voldaan, dan zal dit gaan gebeuren. Een voorbeeld:

If you never smoke, you will be healthier.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een first conditional?
Een conditional bestaat uit twee delen:
1. de if-sentence
2. de hoofdzin

Hoe vorm je deze twee delen:
1. de if-sentence staat in de Present Simple.
2. in de hoofdzin wordt will + hele ww gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

If I go to bed earlier, I will not be so tired.

If you walk the dog more, it will not poop inside the house.

His parents will be really mad, if he doesn't eat his vegetables for dinner.

Slide 10 - Tekstslide

Je ziet dus in de voorbeelden dat:

1. de if-sentence ook een ontkenning kan hebben in de Present Simple (don't / doesn't).
2. je de if-sentence en de hoofdzin ook kunt omdraaien.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Second Conditional

Slide 13 - Tekstslide

Een second conditional?
Een second conditional is een voorwaarde die waarschijnlijk niet zal gebeuren in de toekomst. 
Deze voorwaarde wordt gevormd door een if-sentence.

Oftewel: als aan deze voorwaarde wordt voldaan, dan zal dit waarschijnlijk toch niet gaan gebeuren. Een voorbeeld:

If pigs could fly, I would commit myself to an insane asylum.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je een second conditional?
Een conditional bestaat uit twee delen:
1. de if-sentence
2. de hoofdzin

Hoe vorm je deze twee delen:
1. de if-sentence staat in de Past Simple.
2. in de hoofdzin wordt would + hele ww gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

If I knew the future, I would buy lots of bitcoin.

 I wouldn't do that, if I were you,. 

If I didn't have to work, I would come with you.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link