In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
KUA oefenen begrippen
Slide 1 - Tekstslide
Onderstaand citaat is afkomstig uit een manifest, welke avant-gardebeweging hoort hierbij?
“Hij die zijn innerlijke overtuiging weergeeft zoals hij weet dat hij dat moet doen, en dat doet met spontaniteit en oprechtheid, is een der onzen.”
A
Dadaïsme
B
De Stijl
C
Expressionisme
D
Bauhaus
Slide 2 - Quizvraag
Kijk aandachtig naar het ontwerp links.
Waaraan kun je zien dat dit een Bauhaus ontwerp is?
Slide 3 - Tekstslide
Waaraan kun je zien dat dit een Bauhaus ontwerp is?
Slide 4 - Open vraag
Bigbands bestaan voor een groot deel uit:
A
Strijkinstrumenten
B
Blaasinstrumenten
C
Vocalisten (Zangers/Zangeressen)
D
Oosterse instrumenten
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Welke term(en) hoort/ horen bij vormgeving film?
A
Ritme
B
Cameravoering
C
Kostuum
D
Montage
Slide 7 - Quizvraag
Wie waren de machthebbers in de Nederlanden in de 17e eeuw?
A
De kerk
B
De adel
C
De boeren
D
De burgerij
Slide 8 - Quizvraag
Wat is atonaal?
A
Harmonische muziek met zang
B
Muziek met een vaste toonsoort
C
Muziek waarbij een tooncentrum ontbreekt
D
Muziek met veel stiltes
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
In welk opzicht kun je het fragment satirisch noemen? Leg dit uit aan de hand van het aspect spel!
Slide 11 - Open vraag
Hoe noem je dit klassieke bouwelement?
A
pilaster
B
kroonlijst
C
fronton
D
guirlande
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste naam in de Duitse 'Ausdruckstanz'?
A
Mary Wigman
B
Freddy Mercury
C
Vsevolod Meyerhold
D
Pablo Picasso
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noemen we het mixen van stijlen in de kunstwereld
A
Post-moderne techniek
B
Het Jeff-Koons effect
C
Eclecticisme
D
Primitivisme
Slide 14 - Quizvraag
Wat wilden kunstenaars met het constructivisme bereiken na de revolutie van 1917? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
een nieuwe , eerlijke maatschappij
B
het volk opvoeden met kunst
C
individuele kunstzinnige uitingen
D
nieuwe geometrische vormentaal
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de naam voor dit soort klassieke bouwelementen?
A
timpaan
B
fronton
C
kroonlijst
D
pilaster
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je in de muziek een accent op een "onverwacht" moment (niet op de tel/puls)
A
Swing
B
Scatten
C
Syncope
D
Blue notes
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
In welk land ontstond de Renaissance?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Spanje
D
Italië
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een 'stomme film'
A
Er wordt niet gesproken tijdens de film
B
Een film die maatschappelijk breed slecht ontvangen werd
C
Een film met mensen die niet konden spreken
D
Er wordt niet gesproken in de film, maar gesproken of gemusiceerd bij de film
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Onderstaand citaat is afkomstig uit een manifest, welke avant-gardebeweging hoort hierbij?
"Wij willen oorlog verheerlijken - enige hygiëne van de wereld-, militarisme, patriottisme, de verwoestende daden der anarchisten, de mooie ideeën waarvoor men sterft, en de minachting voor de vrouw."
A
Futurisme
B
Dadaïsme
C
Surrealisme
D
Kubisme
Slide 24 - Quizvraag
Welk kenmerk van de barok is NIET juist?
A
Theatraal
B
Beweging
C
Individualistisch
D
Clair obscure
Slide 25 - Quizvraag
Onderstaand citaat is afkomstig uit een manifest, welke avant-gardebeweging hoort hierbij?
"De echte werking van de geest is puur psychisch automatisme, waarbij men zich (...) tracht uit te drukken. Gedicteerd door het onderbewuste, zonder enige controle uitgeoefend door rede, en vrij van esthetische of morele vooronderstellingen."
A
Dadaïsme
B
Kubisme
C
Futurisme
D
Surrealisme
Slide 26 - Quizvraag
Benoem de verschillen tussen klassieke toneelstukken, straat theater vd comedia del arte en straattoneel
Slide 27 - Open vraag
Jan Pieterszoon Sweelinck werd wel ‘de Orfeus van Amsterdam’ genoemd. Hij was beroemd om zijn orgelspel en met name om zijn improvisaties. De componist was katholiek, maar speelde toch in de protestantse Oude Kerk in Amsterdam. Geef daarvoor een verklaring.
Slide 28 - Open vraag
Les demoiselles d’Avignon
Pablo Picasso
Slide 29 - Tekstslide
Vraag 8 - 3 pt
Het schilderij 'Les demoiselles d’Avignon' (2 dia's terug) van Picasso luidde een nieuwe kunststroming in. Benoem deze stroming en onderbouw met een belangrijk kenmerk dat je terugziet in dit schilderij.