4.3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

H4 Pluriforme samenleving: eigenheid of eenheid?

H4.3 Is de ene cultuur beter dan de andere?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 Pluriforme samenleving: eigenheid of eenheid?

H4.3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de huidige pluriforme samenleving in Nederland is ontstaan.
  • Je kunt cultuurverschillen verklaren tussen (etnische) subculturen en de Nederlandse dominante cultuur.
  • Je kunt drie manieren onderscheiden hoe verschillende culturen met elkaar kunnen samenleven.

Slide 2 - Tekstslide

Is de ene cultuur beter dan de andere?
De Nederlandse cultuur is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw flink veranderd, mede door het ontstaan van allerlei subculturen en de komst van immigranten die hun cultuur meenamen.

Is de ene cultuur beter dan de andere? En hoe kunnen verschillende culturen het beste met elkaar samenleven?
Vrije dag op Keti Koti?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Staat wat normaal is, vast?
Wat normaal is en wat niet normaal wordt gevonden, wordt bepaald door de cultuur waar je deel van uitmaak.
Cultuur
Het geheel van waarden, normen, gewoonten en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en vaak als vanzelfsprekend beschouwen.
Dominante Cultuur in Nederland:
  • Nationale feest- en herdenkingsdagen.
  • Gewoonten zoals werkende moeders en vrouwen die zelfstandig een bankrekening openen of een hypotheek afsluiten.

Slide 5 - Tekstslide

Staat wat normaal is, vast?
  • Voor 1955: Vrouwen in overheidsdienst moesten na hun huwelijk stoppen met werken.
  • Zuilensamenleving: Katholieken, Protestanten, Socialisten etc.
  • Jaren zestig: Snelle veranderingen in de dominante cultuur.
  • Kerk minde belangrijk: Grenzen tussen zuilen vervaagden en uiteindelijk verdwenen.
  • Rol van de vrouw veranderde, meer vrouwen volgden hoger onderwijs en gingen werken.

Slide 6 - Tekstslide

Staat wat normaal is, vast?
  • Gelijke Rechten voor Vrouwen -> Man niet langer hoofd van het gezin. Gelijkwaardigere taakverdeling tussen man en vrouw.
  • Veranderende Gezagsverhoudingen ->Werknemers en jongeren eisten meer inspraak en gelijkwaardigheid.
  • Seksuele Geaardheid ->Vroeger was homoseksualiteit strafbaar en taboe.  Tegenwoordig relatief geaccepteerd en openlijk bespreekbaar.

Slide 7 - Tekstslide

Horen bij een cultuur ook subculturen?

Door veranderingen in de 20e Eeuw-> Meer subculturen, zoals jongerenculturen.
  • Subculturen hebben eigen waarden en normen, bv. groen of paars haar, heuptasje over de schouder.
  • Meer etnische subculturen: Delen waarden, normen en cultuurkenmerken door gemeenschappelijke herkomst of migratieachtergrond.

Slide 8 - Tekstslide

Redenen voor vestiging in Nederland
  • Koloniaal Verleden-> Indische Nederlanders en Molukkers, Surinamers, Antillianen.
  • Werk en Gezinshereniging ->Gastarbeiders uit Italië, Portugal, Spanje, Marokko, Turkije (1960s). Gezinshereniging, Eu-migranten voor seizoenswerk, bouw, transport.
  • Asielzoekers: Vlucht vanwege oorlog of geweld. Soms blijven permanent vanwege opgebouwde levens en gezinnen in Nederland.



Slide 9 - Tekstslide

Zijn verschillen een verrijking of bedreiging?

Onderwerp
Nederlandse cultuur
Andere culturen
Cultuur en waarden
Individualistische cultuur: Vrijheid om persoonlijke identiteit te ontwikkelen.
Collectivistische culturen: Belang van de groep boven individu, meer sociale controle.
Machtsafstand
Gelijkheid, tegenspraak en overleg zijn belangrijk.
Culturen met machtsafstand: Ongelijke verdeling van macht is geaccepteerd.
Rol van mannen en vrouwen
Feminiene cultuur: Rolverwachtingen overlappen, gelijkheid tussen geslachten.
Masculiene culturen: Strikte scheiding van rollen tussen mannen en vrouwen.
Een kleine meerderheid is voor opvangen van vluchtelingen maar zien er wel bedreiging in de consequenties voor de 'Nederlandse manier van leven'.

Slide 10 - Tekstslide

Wie moet zich aanpassen?
De cultuurverschillen kunnen aanleiding geven tot spanningen in de samenleving en zelfs leiden tot botsingen.
  • Segregatie
  • Assimilatie
  • Integratie 


Slide 11 - Tekstslide

Niet aanpassen: segregatie

Mensen uit verschillende groepen leven langs elkaar wonen in verschillende wijken, gaan naar verschillende scholen.
Sommige mensen vinden dat deze culturen niet in Nederland thuis hoort
Segregatie
Het opdelen van een samenleving in gescheiden gemeenschappen.

Slide 12 - Tekstslide

Zo veel mogelijk aanpassen: assimilatie

Soms ‘vernederlandsen’ nieuwkomers zo veel dat zij de gewoonten en tradities van hun land van herkomst verliezen. Dit noemen we assimilatie.

Assimilatie
Het totaal en eenzijdig aanpassen aan de dominante cultuur in de samenleving.

Slide 13 - Tekstslide

Allebei aanpassen: integratie

Integratie moet van beide kanten komen.


Integratie
Het opnemen van een groep in de samenleving door wederzijdse aanpassing.

Slide 14 - Tekstslide

Is de ene cultuur beter dan de andere?
  • Eigen mening -> Hoe je erover denkt, bepaalt ook of je andere culturen als verrijking of bedreiging beschouwt.
  • In Nederland is de gangbare gedachte dat de dominante cultuur leidend is en mensen hun eigen culturele identiteit en tradities kunnen behouden
  • Wie bepaalt dat?
  • Wanneer leidt het vasthouden aan de eigen tradities tot conflicten of andere negatieve gevolgen voor de samenleving als geheel?

Slide 15 - Tekstslide

Lezen H4.3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

Blz.   198 t/m202

Opdrachten maken: Kennis en begrip 1 tot en met 6 + een toepassingsvraag naar keuze!
Opdrachten
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide