In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Onstaan van de mens
In deze les kijken we naar het ontstaan van de mens. Dit verhaal verandert nog steeds door nieuwe ontdekkingen die wij doen. Wist jij bijvoorbeeld dat als je hier in
West-Europa geboren bent, je 1,5%
DNA van een Neanderthaler in
jou zit?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
Heb je gezien en gehoord waar wij mensen zijn ontstaan volgens de moderne wetenschap.
Heb je nagedacht over hoe jouw mening hierover is.
Heb je argumenten bedacht waarom jij deze mening hebt.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Bedenk argumenten
Argumenten zijn redenen waarom jij iets vindt.
Bedenk twee argumenten waarom wij WEL een dier zijn.
Bedenk twee argumenten waarom wij GEEN dier zijn.
(Overleg zachtjes met je buur)
Slide 5 - Tekstslide
Welke 4 menssoorten zijn er en waarom noemen wij die zo?
Homo habilis: handige mens, had voor het eerst handen
Home erectus: rechtoplopende mens, ging voor het eerst rechtop lopen.
Homo neanderthalensis
Homo sapiens: wetende mens, had grotere hersenmassa en ging kennis uitwisselen, toepassen en verbeteren. Onze menssoort.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe weten we iets van de gedachten van de jager-verzamelaars?
Door de grotschilderingen=> om te laten zien waar ze op jaagden, om minder bang te zijn voor de jacht, meer succes te hebben bij de jacht.
Door grafgiften: voorwerpen in een graf
bijvoorbeeld wapens bij een man, speelgoed bij een kind, kralenketting bij een vrouw=> gaven status (hoe belangrijk was je/ aanzien had je) van iemand aan.
Grafgiften waren bedoeld voor hun geloof in het hiernamaals (leven na de dood), dan had je die voorwerpen nodig.
Slide 7 - Tekstslide
Wat doet een archeoloog?
Een archeoloog doet opgravingen en onderzoekt primaire, ongeschreven en geschreven bronnen.
Sporen zijn alle dingen die mensen hebben achtergelaten in het verleden.
Bronnen zijn sporen waar je iets van kunt leren.
Primaire bronnen zijn bronnen uit de tijd van de gebeurtenis zelf.
Secundaire bronnen zijn bronnen die gaan over de geschiedenis, maar die gemaakt zijn in onze tijd.
Slide 8 - Tekstslide
Secundaire bronnen zijn bronnen die gemaakt zijn met bronnen uit een eerdere periode. Bijv. je schoolboek.
Ongeschreven bronnen zijn bronnen zonder tekst zoals een grotschildering, wapens, werktuigen, foto's, gebouwen, beelden, schilderijen, overblijfselen van mensen.
Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst zoals een boek, brief, e-mail, hiërogliefen.
Slide 9 - Tekstslide
Eigen mening
Geef 2 argumenten voor jouw eigen mening.
Zijn dit geldige argumenten of drogredenenen?
Slide 10 - Tekstslide
Maak een foto
Maak of zoek een foto van iets wat er nu nog is en al in de oertijd aanwezig moet zijn geweest. Geef twee argumenten waarom dit volgens jou zo is.