Lezen 1 Les 1: onderwerp en hoofdgedachte

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen

Nakijken

Opdrachten 1 en 2

(blz. 7 - 9)

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte in een tekst?

Doel van de les;

Je weet wat een onderwerp, deelonderwerpen en een hoofdgedachte is.

Je weet waar je deze in de tekst kan vinden.

Je weet hoe een tekst is opgebouwd.

ONDERWERP

Lees de tekst eerst oriënterend 

en stel dan de vraag: 

Waarover gaat de hele tekst?

Het onderwerp van de tekst noteer je in:

1. Een paar woorden.
2. Een hele zin.
3. In twee of meer zinnen.
4. In een alinea

Wat is een deelonderwerp?

1. een onderwerp van een hoofdstuk
2. een onderwerp van één (of meer) alinea's
3. een onderwerp dat in twee delen is gesplitst
4. een onderwerp van de eerste alinea

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?

1. In het midden
2. Meestal aan het begin
3. Altijd aan het einde
4. Die kan overal staan

Wat doe je met globaal lezen?

1. De hele tekst lezen
2. Je leest alleen de titel
3. Je 'scant' belangrijke woorden en zinnen
4. Je bekijkt alleen de plaatjes

Wat is de opbouw van een tekst?

1. Inleiding en kern
2. Inleiding, middenstuk en slot
3. Kern en slot
4. Inleiding en slot

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?

1. de inleiding
2. de mening van de schrijver
3. de hoofdvraag
4. de deelonderwerpen

Insecten eten is gezond

http://www.nu.nl/lifestyle/3422156/insecten-eten-gezond.html

www.nu.nl

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. obesitas
2. onderzoek doen
3. eten van insecten
4. gehaktballen

HOOFDGEDACHTE 

• Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt?
  

•  de hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst.
  

 

HOOFDGEDACHTE  

Het belangrijkste van een tekst kan 

in één zin samengevat worden:

de hoofdgedachte

Geef de hoofdgedachte van deze tekst.

1. In Europa eten ze geen insecten
2. Je kan beter insecten eten dan vlees
3. Insecten eten is gezond en beter voor het milieu.
4. Insecten eten is gezond

Aan de  slag:

Lees de theorie op blz. 7/8 nog een keer.

maken: opdrachten 3 en 4 op blz. 9 - 12

Klaar? verder met fictie blz. 38 - 44

Check

Weet je wat een onderwerp en hoofdgedachte van een tekst is?

Weet je waar je deze in een tekst kan vinden?

Check

Weet je wat een onderwerp en hoofdgedachte van een tekst is?

Weet je waar je deze in een tekst kan vinden?