In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
pak je laptop en doe mee met de lessonup
ga naar www.lessonup.com en vul de code in:
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
herhaling vorige les
aan de slag
uitleg §4.2 spanningsbronnen
aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Slide 3 - Tekstslide
Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)
Slide 4 - Tekstslide
Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.
Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door.
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.
Slide 5 - Tekstslide
4 Lees de ampèremeter af
Slide 6 - Tekstslide
aan de slag!
maken opdracht 1 t/m 13 van §4.1
Klaar? maken test jezelf online 4.1 (+ lezen 4.2)
rood = geluid 0 (iedereen is stil)
oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
10:00
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
hst 4.2 "spanningsbronnen"
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je spanning meet.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je weet voor welke spanning de meeste huishoudelijke apparaten zijn ontworpen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron
Slide 13 - Quizvraag
Wat is géén spanningsbron?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje
Slide 14 - Quizvraag
welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Elektrische stroom vervoert elektrische energie. Hoeveel energie er wordt vervoerd, hangt af van de spanning en de stroomsterkte. Hier staan vier uitspraken daarover. Welke uitspraak is waar?
A
Als je de stroom inschakelt, komt het vervoer van energie op gang.
B
Als je de stroom uitschakelt, is de spanning ook verdwenen.
C
Een hoge spanning vervoert evenveel energie als een lage spanning.
D
Hoe meer stroom er loopt, hoe minder energie er wordt vervoerd.
Slide 20 - Quizvraag
Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte
Slide 21 - Quizvraag
Eenheid van spanning
A
Ampere
B
Watt
C
Volt
Slide 22 - Quizvraag
Hoort deze uitspraak bij spanning of stroomsterkte?
Uitgedrukt in Volt
A
spanning
B
stroomsterkte
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Sleep de teksten die bij een spanningsbron horen naar het woord.
Spanningsbron
batterij
levert elektriciteit
heeft een plus en minpool
heeft een noord en zuidpool
stopcontact
dynamo
zorgt dat er stroom kan lopen
op de polen van de batterij staat stroom
op de polen van de batterij staat spanning
Slide 28 - Sleepvraag
aan de slag!
maken opdracht 1 t/m 13 van §4.2
Klaar? maken test jezelf online §4.2
rood = geluid 0 (iedereen is stil)
oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
15:00
timer
5:00
Slide 29 - Tekstslide
wat vond je van de les?
Slide 30 - Open vraag
Heb je nog tips voor de volgende keer?
Slide 31 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je spanning meet.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je weet voor welke spanning de meeste huishoudelijke apparaten zijn ontworpen.