Thema 7, les 5, groep 5

• Taal
• Basisschool
• Groep 3,5

Thema 7, les 5

Groep 5 

Wat betekent 'de tijd van je leven hebben?'

Wanneer had jij de tijd van je leven?

Wat betekent: de recensie

1. Wat je ergens van vind, je mening.
2. Een stuk tekst waarin iemand zijn mening geeft over een boek, film of toneelstuk.
3. Heel erg saai.
4. Dat wat je mooi of belangrijk vind.

Wat is een burcht?

1. Een grot
2. Een toren
3. Een boot
4. Een kasteel

Wat betekent: de wildernis?

1. Een woest gebied waar geen mensen wonen.
2. Een tuin met heel veel planten
3. Een soort woestijn
4. Een groep wilde dieren

Wat betekend: splijten?

1. iets in stukken zagen
2. iets in de lengte in stukken slaan of breken
3. een voorwerp schuren
4. ergens een gat in boren

Wat betekent: oersaai?

1. Dingen over vroeger
2. iets waar je meer over wilt weten
3. Het tegenovergestelde van saai
4. Heel erg saai

Wat vind jij interessant?

Wat is een argument?

1. Een mening
2. De rede waarom je iets vind of doet
3. Een oordeel
4. Iets wat echt waar is, een feit.

Welke soort woorden moeten altijd met hoofdletter?

1. Namen van mensen, voor en achternaam
2. Namen van landen, provincies, steden/dorpen (aardrijkskundige namen)
3. Namen van dieren of dingen.
4. Alle antwoorden zijn goed

Welke woorden moeten in deze zin met hoofdletter?
pipi langkous woont in taka-tukaland.

1. Pipi Langkous
2. Pipi langkous, Taka-tukaland
3. Pipi Langkous, Taka-Tukaland
4. pipi Langkous, Taka-tukaland

Welke woorden moeten in deze zin met hoofdletter?
heb jij het boek 'afblijven' van carry slee gelezen?

1. Afblijven, Carry Slee
2. Heb, Carry Slee
3. Afblijven, carry Slee
4. Heb, Afblijven, Carry Slee

Welke woorden moeten in deze zin met hoofdletter?
schrijfster astrid lidgren werd geboren in het plaatsje vimmerby.

1. Schrijfster, Astrid Lidgren
2. Schrijfster, Astrid Lidgren, Vimmerby
3. Astrid Lidgren Vimmerby
4. Schrijfter, Astrid Lidgren, Plaatsje, Vimmerby

Wat is een bijwoord?
Het bijwoord zegt iets over...

1. Het werkwoord
2. Het bijvoegelijk naamwoord
3. Het zelfstandig naamwoord
4. Het voorzetsel

Wat is in deze zin het bijwoord?
We gaan heerlijk uitrusten op een klein terrasje.

1. Klein
2. we
3. heerlijk

Wat is in deze zin het bijwoord?
Hij eet vlug zijn volle bord leeg

1. volle
2. vlug
3. bord
4. eet

Wat is in deze zin het bijwoord?
Mama neemt voorzichtig een slokje van haar rode wijn.

1. voorzichtig
2. neemt
3. rode
4. slokje