Leerproblemen binnen de GHZ

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1-3

Leerproblemen binnen de GHZ

Wat weet je al over leerproblemen?

Wat wil je nog leren?

Meest voorkomende leerproblemen

• Dyslexie en dyscalculie
•  Concentratieproblemen zoals AD(H)D
• Niet aangeboren hersenletsel (NAH)
• Laag IQ of verstandelijke beperking

Kan je een voorbeeld noemen uit de praktijk?

Casus

1. Een cliënt met dyslexie die moeite heeft met het lezen van zijn medicatieschema.

2. Een cliënt met ADHD die zich niet kan concentreren tijdens dagbesteding.

3. Een cliënt met NAH die vergeetachtig is en moeite heeft met het plannen van activiteiten.

Opdracht

Opdracht:

1. Identificeer het leerprobleem in de casus.

2. Bespreek hoe dit invloed heeft op het dagelijks functioneren.

3. Bedenk minimaal twee concrete begeleidingsstrategieën.

Discussie

Wat vond je lastig aan het bedenken van begeleiding?

Hoe zou je reageren als een cliënt niet open staat hulp?

Algemene strategieën

Deze strategieën zijn breed toepasbaar bij verschillende leerproblemen:

• Structuur bieden: Werk met vaste routines, dagritmes en duidelijke afspraken.

• Visuele ondersteuning: Gebruik pictogrammen, schema's of kleurcodes om informatie toegankelijker te maken.

• Stapsgewijze begeleiding: Breek complexe taken op in kleine, overzichtelijke stappen.

• Geduld en herhaling: Geef de cliënt de tijd om informatie te verwerken en herhaal belangrijke zaken regelmatig.

• Positieve bekrachtiging: Beloon kleine successen met complimenten of andere positieve prikkels.

Dyslexie

• Lees teksten samen of gebruik audioboeken.

• Geef informatie mondeling en schriftelijk (indien mogelijk in eenvoudige taal).

• Gebruik spellings- en leestools zoals spraak-naar-tekst software.

Dyscalculie

• Werk met visuele hulpmiddelen zoals rekenmachines, meetlinten of kaarten met afbeeldingen.

• Laat rekenopdrachten zien in concrete situaties, bijvoorbeeld door te rekenen met geld tijdens boodschappen.

• Gebruik apps of programma’s die gericht zijn op oefenen met rekenen.

Concentratie problemen (AD(H)D)

• Kies een rustige en prikkelarme omgeving voor activiteiten.

• Plan taken die focus vereisen op momenten dat de cliënt het meest alert is.

• Wissel inspannende activiteiten af met korte, actieve pauzes.

• Geef korte, duidelijke instructies en controleer of de cliënt ze begrijpt.

Niet aangeboren hersenletsel (NAH)

• Werk met geheugensteuntjes zoals agenda’s, notities of digitale reminders.

• Creëer een rustige omgeving om overprikkeling te voorkomen.

• Bied herhaling en voorspelbaarheid in activiteiten.

• Observeer signalen van vermoeidheid en pas het tempo aan.

Laag IQ of verstandelijke beperking

• Stem taalgebruik en uitleg af op het niveau van de cliënt.

• Gebruik veel visuele en praktische voorbeelden.

• Geef één opdracht tegelijk om verwarring te voorkomen.

• Werk met beloningssystemen om motivatie te versterken.

Relationele of emotionele ondersteuning

• Empathie tonen: Laat merken dat je begrijpt dat iets lastig kan zijn en moedig aan zonder oordeel.

• Veilige omgeving creëren: Zorg dat de cliënt zich vertrouwd voelt, zodat ze durven vragen en fouten maken.

• Zelfvertrouwen stimuleren: Richt je op wat wél goed gaat en bouw daarop voort.

• Samenwerken met familie en collega’s: Betrek anderen om de begeleiding consistent te maken.

Gebruik van technologie

• Apps die leren ondersteunen, zoals spelling-apps of timers voor taakbeheer.

• Educatieve games die vaardigheden spelenderwijs ontwikkelen.

• Hulpmiddelen zoals spraakgestuurde systemen of slimme agenda’s.

Vragen?