Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Chapitre 2 - Verbes -er + het onderwerp vervangen
Voca
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Voca
Slide 1 - Tekstslide
Dans ce cours...
Verbes -er
Vocabulaire
Slide 2 - Tekstslide
Les roues
Vervoeg de werkwoorden op -er.
Roue 1: pronoms personnels
Roue 2: verbes -er
Slide 3 - Tekstslide
Verbes -er
(werkwoorden -er)
Stap 1: - er
Stap 2: + uitgang > e/es/e/ons/ez/ent
Leer deze regel en je kan alle werkwoorden die eindigen op -er vervoegen!
Slide 4 - Tekstslide
Nous ... français.
A
parlons
B
parlez
C
parles
D
parlent
Slide 5 - Quizvraag
Les garçons ... le foot.
A
préférez
B
préfère
C
préfèrent
D
préférons
Slide 6 - Quizvraag
Je ... les maths.
A
détestes
B
détestez
C
détestent
D
déteste
Slide 7 - Quizvraag
Luc ... une fête.
A
donnes
B
donne
C
donnent
D
donnons
Slide 8 - Quizvraag
Is het werkwoord goed vervoegd?
Elle habitent aux Pays-Bas.
A
B
Slide 9 - Quizvraag
Is het werkwoord goed vervoegd?
Tu chantes une chanson.
A
B
Slide 10 - Quizvraag
Is het werkwoord goed vervoegd?
J'aime le tennis.
A
B
Slide 11 - Quizvraag
Is het werkwoord goed vervoegd?
Nous parlez néerlandais.
A
B
Slide 12 - Quizvraag
Elles ... le chocolat. (aimer)
Slide 13 - Open vraag
Ma soeur ... le hockey. (adorer)
Slide 14 - Open vraag
Je ... néerlandais. (parler)
Slide 15 - Open vraag
Vous ... une pomme. (manger)
Slide 16 - Open vraag
Tu ... aux Pays-Bas. (habiter)
Slide 17 - Open vraag
Chloé et Monique ... le lundi. (danser)
Slide 18 - Open vraag
Nous ... un film. (regarder)
Slide 19 - Open vraag
Il ... de la musique. (écouter)
Slide 20 - Open vraag
Vertaal:
Ma mère aime la natation.
Slide 21 - Open vraag
Vertaal:
Dimanche c'est mon anniversaire.
Slide 22 - Open vraag
Vertaal:
Wij wonen op het platteland.
Slide 23 - Open vraag
Vertaal:
Mijn grootouders zijn dol op mijn neef.
Slide 24 - Open vraag
Het onderwerp vervangen
Je kunt een onderwerp (personen en dingen) vervangen door il, elle, ils of elles.
Sophie
va à l'ecole.
Elle
commence à 9 heures.
Mes frères
sont en vacances.
Ils
visitent Paris.
Slide 25 - Tekstslide
Le chien est adorable
A
il
B
elle
C
ils
D
elles
Slide 26 - Quizvraag
Mes copines font les magasins
A
il
B
ils
C
elle
D
elles
Slide 27 - Quizvraag
Ma mère fait à manger
A
il
B
ils
C
elle
D
elles
Slide 28 - Quizvraag
Les livres sont sur la table
A
il
B
ils
C
elle
D
elles
Slide 29 - Quizvraag
Les devoirs
30cd, 31ac
leren uitgangen werkwoorden op -er uit je hoofd
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verbes -er
Maart 2023
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Verbes -er
November 2021
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
1THVE: Verbes -er
November 2021
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Chapitre2H
December 2022
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Verbes -er
20 dagen geleden
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Verbes -er
Maart 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Les verbes en -er
Augustus 2022
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Verbes en -er et négation ne... pas
Mei 2022
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1