T5.3 Aandoeningen luchtwegen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

5.3 Aandoeningen luchtwegen

Luchtkwaliteit

Astma

COPD

Luchtkwaliteit

Lucht is meestal niet zuiver

Natuur:

• bacteriën
• sporen(paddenstoelen/schimmels
• stuifmeelkorrels

Mens:

• roken - schadelijke stoffen
• Gassen
• Fijn stof

Aandoening

Bij een aandoening zijn je longen extra gevoelig voor verontreinigde lucht. Je kunt last krijgen van:

• Longen die minder goed functioneren
• sneller benauwd zijn
• vaker hoesten
• Ontstekingen

Astma en COPD

Ontstekingen in het ademhalingsstelsel

Astma: Erfelijke ziekte

COPD: Een beschadiging door inademen van schadelijke stoffen.

Astma 

• Bronchiën ontstoken
• Niet over/ elke dag klachten
• Plotseling benauwd - astma     aanval
• Prikkels van; huisdieren,   huisstofmijt, uitlaatgassen,   tabaksrook of inspanning

COPD

Bij COPD zijn je longen beschadigd. Per dag neem je 10.000 liter zuurstof op, maar de COPD alleen de helft. Met COPD heb je minder energie. COPD is niet te genezen en roken is de oorzaak.

Twee vormen van COPD

• Chronische bronchitis
•  Longemfyseem

2 vormen van COPD

Chronische bronchitis:

• De bronchien zijn ontstoken
• Er wordt meer slijm gemaakt
• Bronchien zijn blijvend vernauwd

 Longemfyseem:

Wanden van de longblaasjes zijn beschadigd

1 groot, slap longblaasje

Kapotte longblaasjes geven minder zuurstof en kunnen niet meer herstellen.

Allergie

Hooikoorts:

• Stuifmeelkorrels van windbloemen blijven vast zitten in de slijmvlies tijdens het ademen.
• Sommige mensen kunnen er niet tegen dat hun slijmvlies in contact komt met stuifmeelkorrels
• Stuifmeelkorrels prikkelen de slijmvlies
• Branderig of jeukende gevoel in neus, keel of ogen.

Allergie:

• Je afweersysteem reageert sterk op bepaalde stoffen.
• Als je een bepaalde stof inademt of binnenkrijgt met voedsel krijg je een allergische reactie
• Allergische reactie: door contact met huid en slijmvliezen (huiduitslag, branderig gevoel, gezwollen ogen, jeuk, ontstekingen en astma).

Kun je dit al?

Maken opdracht 21 en 23

Klaar? huiswerk:

Opdracht 25