Les 5: hh oefenvragen speelstijlen en theatervormen

Welkom bij KUDR M3
Herhalen theatervormen en speelstijlen
Beschrijven expressie Mocromaffia
Oefentoets
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij KUDR M3
Herhalen theatervormen en speelstijlen
Beschrijven expressie Mocromaffia
Oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theatervorm?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een typetje?
Een typetje is een personage dat je zelf bedenkt en speelt. Het kan een grappig, serieus, of juist extreem karakter zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

- Je kunt een theatervorm herkennen in een nieuw voorbeeld
- Je kunt de volgende speelstijlen herkennen en uitleggen: realistisch, absurd, fysiek uitvergroot
- Je weet wat er van je wordt verwacht op het volgende proefwerk door de oefentoets te maken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma P2
Week 1: nabespreken toets + introductie PW 2: theatervormen en speelstijlen
Week 2: non verbale en verbale communicatie; expressie
Week 3: Theatervormen: tragedie, komedie/blijspel, musical, mime/pantomime, performance
Week 4: Poppenspel, maskerspel en schimmenspel
Week 5: Speelstijl: klassiek en realisme
Week 6: Speelstijl: absurdisme, clown, overacting, typetje, slapstick
Week 7: HH verschillende theatervormen en speelstijlen
Week 8: Herhalen toetsstof + oefentoets


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theatervormen?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

HH Theatervormen
Cabaret
Clownerie
Danstheater
Komedie/blijspel
Maskerspel
Mime/pantomime
Montagetheater
Muziektheater (o.a. musical en opera)
Performance
Poppenspel
Schimmenspel
Slapstick
Theatersport (improvisatietheater)
Tragedie
Verteltheater

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zet een acteur in
om een rol te spelen? (expressie)

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

HH Expressie: lichaam (non-verbaal) en stem (verbaal)

  • Expressie = uitdrukken van je gevoel met lichaam & stem
  • Op 5 manieren met het lichaam (non-verbaal)
  • Op 7 manieren met de stem (verbaal)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

non-
verbaal 
(5x)
verbaal
(7x)
beweging
gebaren
handeling
lichaams-houding
mimiek
accent
klemtoon
pauzering
tempo
toonhoogte
volume
woordkeuze

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

HH Speelstijlen
De acteur kan emoties via mimiek, houding, beweging en stem in verschillende groottes spelen.   
  
1. Realistisch spel  
2. Absurdistisch spel
3. Fysieke uitvergrote of groteske speelstijl

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht expressie
Beschrijf expressie van hoofdpersonage: non verbaal en verbaal

Welke acteur heeft de hoge status? Hoe laat hij dit zien met non-verbale expressie?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht expressie
Beschrijf expressie van hoofdpersonage: non verbaal en verbaal

Welke acteur heeft de hoge status? Hoe laat hij dit zien met non-verbale expressie?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen
- Show me Love
- Theatervormen
- Buut vrij

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen
Over korte film 'Show me Love'

https://kort.ntr.nl/2014/06/07/show-me-love/

Slide 17 - Tekstslide

t/m 01:00
1. Oefenvragen Show Me Love

 Er zijn vijf vormen van non verbale expressie
T1 x 2p 1. Noem de vijf onderdelen van non verbale expressie.

 Bekijk het fragment
 Je ziet hier de vader van Alize. Hij is ongerust om zijn dochter.
T2 x 2p 2. Beschrijf van twee van de vijf aspecten van non verbale expressie waaraan je de ongerustheid van de vader kunt zien.






Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Oefenvragen theatervormen

R x 3p 1. Bespreek drie theatervormen en leg elke vorm duidelijk uit (minimaal twee zinnen per vorm).

 Bekijk fragment 1 (zie volgende slide)
T1 x 3p 2. Wat voor theatervorm herken je in fragment 1? Benoem twee bijbehorende kenmerken en leg uit waaraan je dat ziet in het fragment.



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Oefenvragen Buut Vrij
Bekijk het fragment
T2 x 2p 1. Noem twee manieren van non-verbale expressie van Pien in dit fragment en leg daarna beide manieren uit.

Bekijk nogmaals hetzelfde fragment
T2 x 2p 2. Verzin een scene die zich daar nu zou kunnen afspelen.
  Doe het als volgt:
- Noem alle spelgegevens en
- Beschrijf de spelgegevens van jouw scene

T2x 2p 3. Beschrijf de speelstijl van PIEN en leg uit aan de hand van een voorbeeld uit het fragment. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Buut Vrij
De dartelende puber Pien wil haar zondag wel beter besteden dan verstoppertje spelen met haar twee veel jongere – en veel te bijdehante halfbroertjes, maar ze krijgt van haar moeder geen keus. Als ze de jochies plagerig meeneemt naar een griezelig industrieterrein waar ze zich moeten verstoppen, worden ze opgeschrikt door een vluchtelingen-gezin.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTW 1 Buut Vrij
Mimiek: mond open / mondhoeken naar beneden / kleine frons in het voorhoofd / tranende ogen / wenkbrauwen omhoog 1 • Houding: ze wendt zich af en/of haalt haar schouders op 1 Opmerkingen Alleen als manier en uitleg juist geantwoord zijn, 1 scorepunt toekennen. Het antwoord ‘Gebaren: legt hand op haar schouder’ mag niet goed gerekend worden, want het is geen gebaar van Pien, maar van Adil.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTW 2 Buut Vrij
spelgegevens beschrijving (bijvoorbeeld) Wie/rollen/personages Het broertje en de boze wolf Wat/actie/verhaal De boze wolf wil het broertje opeten Waar/plaats In een oude fabriek Wanneer/tijd Overdag Waarom/motief Omdat de wolf honger heeft ook goed: spelgegevens beschrijving (bijvoorbeeld) Wie/rollen/personages Het broertje en een vluchtelingengezin Wat/actie/verhaal Het broertje schrikt van een vluchtelingengezin. Waar/plaats In een verlaten fabriek Wanneer/tijd Overdag Waarom/motief Omdat het broertje niet wist dat daar een gezin verstopt zat.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTW 3 Buut Vrij
Realistische speelstijl. Ze ziet er bang uit en gaat haar broertje zoeken. Ze is bang dat er iets is gebeurd met haar broertje.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?
Noem drie dingen

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen om je voor te bereiden op het proefwerk?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je de laatste les doen om je zo goed mogelijk voor te bereiden op het proefwerk?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Oefentoets theatervormen en speelstijlen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies