Verschillende mensen hebben in eenzelfde situatie verschillende behoeften en daardoor ander gedrag.
Slide 3 - Tekstslide
Basis voor de teamrollen
Ieder heeft van nature 2 á 3 voorkeursrollen. Deze kosten je geen energie en daar ben je goed in.
Ieder heeft ook van nature 2 á 3 te vermijden rollen. Deze kosten je veel energie en passen niet bij je persoonlijkheid.
Ieder heeft ook van nature secundaire rollen. Deze passen een beetje bij je.
Slide 4 - Tekstslide
9 Teamrollen!
Vormer
Voorzitter
Bedrijfsman
Brononderzoeker
Zorgdrager
Groepswerker
Plant
Monitor
Specialist
Slide 5 - Tekstslide
Willers
Vormer: willen duidelijkheid en resultaat; gedreven, stellig en prestatiegericht; kunnen anderen plat walsen.
Voorzitter: houdt van gezamenlijkheid en procedures; rustig en structurerend; kan licht manipulatief zijn en neiging tot te snel delegeren.
Slide 6 - Tekstslide
Doeners
Bedrijfsman: houdt van ritme en duidelijke instructies; nuchter, praktisch, georganiseerd; te snel doen en kunnen vernieuwing als onnuttig zien.
Brononderzoeker: houdt van vernieuwing, van contacten; communicatief sterk en brainstormer; te snel afgeleid en neiging dingen niet af te maken.
Slide 7 - Tekstslide
Voelers
Zorgdrager: houden van veiligheid en oog voor kwaliteit; zorgvuldig, perfectionistisch; zien beren op de weg en moeite met delegeren.
Groepswerker: houdt van gezamenlijkheid en verbinding; diplomatiek, vriendelijk en sociaal; conflictmijdend
Slide 8 - Tekstslide
Denkers
Plant: houdt van intellectuele uitdagingen en ruimte; creatief, vindingrijk; kunnen blijven hangen in denken.
Monitor: houdt van inzicht en overzicht; analytisch, kritisch; kunnen koel en afstandelijk overkomen.
Slide 9 - Tekstslide
Later bij gekomen...
Specialist: houdt van zelfstandig werken en toevoegen van inhoudelijke kennis; toegewijd, stil en inhoudelijk sterk; kan geisoleerd raken en ontbreken van sociale vaardigheden.
Slide 10 - Tekstslide
Specialist
Een vraagbaak en inhoudelijk expert
Slide 11 - Tekstslide
Interactie tussen teamrollen
Zorgdrager wil vertragen, vormer wil versnellen
Zorgdrager wil rust en regelmaat, brononderzoeker wil drukte
Groepswerker wil relatie, bedrijfsman wil aan de slag
Groepswerker gaat voor diplomatie, vormer gaat confrontatie aan
Plant filosofeert, vormer heeft 1 doel
Specialist wil feiten op tafel, groepswerker wil meningsvorming