H5 A1A 28/1

Chapitre 5
H5   Mon temps libre
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 5
H5   Mon temps libre

Slide 1 - Tekstslide


  • On parle!
  • On corrige exercices 6ab, 7a p.13/15
  • Bron B p.12 Bon anniversaire!




Programme
    du jour

Slide 2 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 3 - Tekstslide

A
Hoe heet je?
Waar woon je?
Hoe oud ben je?
In welke klas zit je?
Wat vind je leuk?
Wat vind je niet leuk? 
Tot morgen!
B
Ik heet... en jij?
Ik woon in... en jij?
Ik ben.... en jij?
Ik zit in... en jij?
ik vind leuk.... en jij?
Ik hou niet van..... en jij?  
Tot ziens!

Slide 4 - Tekstslide

A

Tu as passé un bon week-end? 
Avec qui? 
C'est qui Enzo?
C'était bien? 
C'est quand ton anniversaire?
B

Oui, j'ai fêté mon anniversaire.
Avec mes copains et Enzo.
C'est mon cousin.
Oui c'était génial.
C'est le quatre avril.

Slide 5 - Tekstslide

exercice 6a page 13
  1. l'année dernière = vorig jaar
  2. la semaine dernière = vorige week
  3. hier = gisteren
  4. aujourd'hui = vandaag
  5. demain = morgen
  6. le mois prochain = volgende maand

Slide 6 - Tekstslide

exercice 6b

stap 1 = vertalen
stap 2 grammaticale vorm
  1. filles = meisjes (z.n.w.)
  2. chouette* = leuk (bijvoeglijk n.w.)
  3. un but = een doel (z.n.w.)
  4. gagnons = winnen (de nous-vorm) (werkwoord/persoonsvorm)
  5. amis = vrienden (z.n.w.)
  6. jouons = spelen (de nous-vorm) (werkwoord/persoonsvorm)

Slide 7 - Tekstslide

exercice 6b
  1. avec mes amis
  2. Nous jouons
  3. je marque un but
  4. une équipe de garçons et de filles
  5. nous gagnons
  6. c'est vraiment chouette

Slide 8 - Tekstslide

exercice 7a
  1. Oui, c'était vraiment chouette
  2. J'ai joué à la console avec Enzo
  3. c'est mon cousin

Slide 9 - Tekstslide

Correction arbre généalogique
Welke woorden heb je geleerd?
noem er minimaal 2

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

vocabulaire B page 40

Markeer het werkwoord demander = vragen

C'est quand ton anniversaire, c'est le......, omcirkel het lidwoord le 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

pour mercredi 29/01
Réviser (herhalen) : voc A  f-n en n-f
Apprendre (leren): voc B f-n en n-f + phrases-clés C p. 20 
Faire (maken):  op een A4 verdeel het blad in 12 vakjes.  Schrijf de Franse namen van de maanden in de goede volgorde en maak een tekening erbij. 
            

Slide 14 - Tekstslide

Les mois 
de l'année

Slide 15 - Tekstslide