9-2 Oppervlakte en omtrek hfd 9-2

Oppervlakte en omtrek
Hoofdstuk 9.2 (havo/vwo 1)
Even kennis testen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oppervlakte en omtrek
Hoofdstuk 9.2 (havo/vwo 1)
Even kennis testen

Slide 1 - Tekstslide

Bereken de omtrek van het figuur
A
45
B
52
C
49
D
62

Slide 2 - Quizvraag

33 km² is gelijk aan:

A
33.000 m²
B
3.300 ha
C
3.300 dm²
D
330.000 are

Slide 3 - Quizvraag

83 dm² is gelijk aan:
A
83 are
B
830 cm²
C
0,83 km²
D
8.300 cm²

Slide 4 - Quizvraag

Het figuur hiernaast heeft een rood oppervlak. In hoeveel delen moet je het figuur verdelen om de oppervlakte te kunnen berekenen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 5 - Quizvraag

5a(c+2) =
A
5ac+2
B
10ac
C
5a+2c
D
5ac+10a

Slide 6 - Quizvraag

2de(2d + 3e)
A
4d²e + 6de²
B
4de+6de
C
8de + 12de
D
20de

Slide 7 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van de balk hiernaast.
A
120 cm²
B
68 cm²
C
164 cm²
D
17 cm²

Slide 8 - Quizvraag

9.3 De oppervlakte driehoek
Uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Oppervlakte driehoek
Oppervlakte =  0,5 x zijde  x bijbehorende hoogte

Bijbehorende hoogte maakt altijd een hoek van 90 graden met de zijde.
De zijde bij de betreffende hoogte wordt dan basis genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Basis met bijbehorende hoogte

Oppervlakte driehoek = 0,5 x basis x bijbehorende hoogte

Slide 11 - Tekstslide