21.1 Aangeboren afweer 6V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
21.1 Aangeboren afweer
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
21.1 Aangeboren afweer

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 21.1 Je kunt
  • een definitie geven van aspecifieke afweer (BINAS84J3)
  • voorbeelden van mechanische en chemische afweer noemen (BINAS84J2)
  • de rol van je huid in de bescherming tegen uv-straling beschrijven
  • afweermechanismen bij planten herkennen
  • soorten ziekteverwekkers noemen (BINAS77/BINAS79A)

Slide 2 - Tekstslide

Aspecifieke/niet-specifieke afweer
Afweer die breed gericht is tegen ziekteverwekkers. Maakt geen onderscheid (dus niet tegen 1 specifiek virus of 1 specifieke bacterie). Dit type afweer heb je vanaf je geboorte. 

Heet dus ook wel aangeboren afweer




Slide 3 - Tekstslide

Aspecifieke afweer
Eerste verdedigingslinie: mechanisch/chemisch (vandaag)
Binnendringen voorkómen.
Tweede verdedigingslinie (morgen)
Na binnendringen

Slide 4 - Tekstslide

Eerste verdedigingslinie
Fysieke bescherming:
  • Mechanische bescherming (fysieke barriere)
  • Chemische bescherming (gifstof, lokstof)

Tegen schadelijke invloeden zoals zonlicht, ziekteverwekkers, vraat.

Slide 5 - Tekstslide

Mechanische afweer 
Dekweefsel beschermt het interne milieu tegen schadelijke invloeden van het externe milieu.
Bij de mens zijn veel organen deels bekleed met dekweefsel.
Bij dieren heeft de vacht ook een beschermende functie, planten hebben soms stekels/ doornen.

Slide 6 - Tekstslide

Welke herken je?

Slide 7 - Tekstslide

Welke herken je?
braam, distel, roos, vuurdoorn

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opperhuid
Hoornlaag: laag dode huidcellen, dicht op elkaar.
Vernieuwt zich steeds vanuit de basale cellenlaag.

Beschermt tegen uitdroging, ziekteverwekkers (te droog/ te dicht opeen) en UV licht.

Slide 10 - Tekstslide

UV licht: 
Melanocyten maken
pigment (melanine)

Slide 11 - Tekstslide

Melanocyten krijgen uitlopers en dragen pigment over aan keratinocyten (melano-somen)

Slide 12 - Tekstslide

Melanine (pigment) hoopt zich op rond celkernen

Slide 13 - Tekstslide

Melanine (pigment) absorbeert UV licht en voorkomt DNA schade

Slide 14 - Tekstslide

Chemische afweer
Stoffen die ziekteverwekkers doden/afstoten

Slide 15 - Tekstslide

Chemische afweer planten
Brandnetel: Mierenzuur – maakt gaatjes in de huid, histamine – verwijdt de bloedvaten, acetylcholine – prikkelt de zenuwen

Slide 16 - Tekstslide

Chemische afweer planten
Reuzen berenklauw: Furocoumarine – fototoxische stof
wordt actief onder invloed van zonlicht (brandwonden)

 

Slide 17 - Tekstslide

Chemische afweer planten
Venijnboom: gifstof taxine
zit in de zaadjes, de besjes zijn wel eetbaar.


 

Slide 18 - Tekstslide

Waarschuwingsstoffen
Planten waarschuwen elkaar met behulp van waarschuwingsstoffen. Andere planten maken hierdoor beschermende stoffen aan zoals bittere stoffen.
Deze stoffen kunnen op hun beurt ook weer dieren aantrekken: roofvliegen en sluipwespen weten door het vrijkomen van deze stoffen dat er prooidieren op de plant aanwezig zijn (lokstoffen).

Slide 19 - Tekstslide

Slijmvliezen
De bekleding van organen (spijsverteringskanaal, urinewegen, longen enz) bestaat uit slijmvliezen: dekweefsel met slijmbekercellen.
Slijmbekercellen produceren
slijm, vaak met anti-bacteriele 
stoffen.
Chemische afweer.

Slide 20 - Tekstslide

Dekweefsel/slijmvliezen
Op welke plekken in het menselijk lichaam zorgt dekweefsel (eventueel met slijmvliezen) voor de afscherming van het lichaam voor de buitenwereld?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Soorten ziekteverwekkers
Bacteriën
(Eencellige) eukaryoten (schimmels, dieren, planten, algen, protisten)
Virussen

Parasieten: kunnen alleen overleven in een gastheer, kunnen virussen, bacteriën en eukaryoten zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Bacteriën
Nuttig/ niet schadelijk/ schadelijk
Aeroob/ anaeroob
Heterotroof/ autotroof
Bolletjes/ staafjes/ kommavormig/ spiraal/ anders
Celwand dun/ dik/ geen
Gram positief/ negatief

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Virussen
DNA/ RNA virus
ss/ ds
membraanenvelop of niet

Slide 27 - Tekstslide

Virussen
Virus bindt aan receptor gastheercel (specifiek!)
Erfelijk materiaal wordt in de gastheercel gebracht
Erfelijk materiaal leidt tot virus-eiwitten en nieuw virus DNA/ RNA -> nieuwe virusdeeltjes

Daarna apoptose gastheercel -> virussen komen vrij
Of exocytose van het virus -> virussen komen vrij

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Virussen
Verschillen tussen tabel 77C en 77D?

Slide 31 - Tekstslide

Lesdoel 21.1 Je kunt
  • een definitie geven van aspecifieke afweer (BINAS84J3)
  • voorbeelden van mechanische en chemische afweer noemen (BINAS84J2)
  • de rol van je huid in de bescherming tegen uv-straling beschrijven
  • afweermechanismen bij planten herkennen
  • soorten ziekteverwekkers noemen (BINAS77/BINAS79A)

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ in je boek.
Kies een leerweg.
Maak de opdrachten bij de
behandelde leerdoelen.
Maak een begrippenlijst.

Slide 33 - Tekstslide