Klas 2 voortekens

Herhaling muzikale lagen  Voortekens 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling muzikale lagen  Voortekens 

Slide 1 - Tekstslide

Muzikale lagen: quiz

Wat weet je nog van muzikale lagen? 

Slide 2 - Tekstslide

Luister het begin.

Welke 2 lagen hoor je tijdens de intro?
A
ritme en akkoorden
B
bas en ritme
C
akkoorden en bas
D
melodie en ritme

Slide 3 - Quizvraag


Welke laag komt erbij in het eerste couplet?
A
ritme
B
tegenmelodie
C
bas
D
melodie

Slide 4 - Quizvraag

Bij het refrein "I've got that sunshine in my pocket..." komt er nog een muzikale laag bij.
Welke?
A
ritme
B
tegenmelodie
C
bas
D
melodie

Slide 5 - Quizvraag

Een slaginstrument (djembé, koebel, tamboerijn etc), hoort bij de:
A
Melodielaag
B
Akkoordenlaag
C
Baslaag
D
Ritmelaag

Slide 6 - Quizvraag

Als er sprake is van een 2e melodie (bijvoorbeeld door een achtergrondkoortje) is dat de:
A
Melodielaag
B
Tegenstemmenlaag
C
Akkoordenlaag
D
Baslaag

Slide 7 - Quizvraag

Op een drumstel kan je een melodie spelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Bij een baslaag hoor je meestal 1 toon tegelijk:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Akkoorden kan je spelen op:
A
Drums
B
Harp
C
Viool
D
Saxofoon

Slide 10 - Quizvraag

Akkoorden
Ritme
Melodie
Bas

Slide 11 - Sleepvraag

Toonhoogte: herhaling

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld: fis. Speel de zwarte toets rechts boven de f

Slide 13 - Tekstslide

Mol: zwarte toets links boven: wordt lager (ezelsbruggetje: 3 x L)
voorbeeld: bes. Speel de zwarte toets links boven de b

Slide 14 - Tekstslide

Zwarte toetsen
Een zwarte toets kan dus 2 namen hebben, bijv:

  • g# (gis) = zwarte toets rechts boven g
  • ab (as) = zwarte toets links
    boven a

Ze klinken hetzelfde!!

Slide 15 - Tekstslide

Voortekens samengevat
                    Kruis        verhoogt de noot         + is (vb: fis, gis, ais)

              Mol          verlaagt de noot      + es (vb: ges, bes)
(Uitzonderingen: e en a worden es en as)

                          Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Op een piano zorgt een kruis of mol ervoor dat je een zwarte toets speelt.

Slide 16 - Tekstslide

Toevallige voortekens
Het voorteken geldt voor alle noten met dezelfde naam (letter) tot de maatstreep:

Slide 17 - Tekstslide



Herstellingsteken:

Heft mol of kruis op 

Slide 18 - Tekstslide

Als er een mol voor een noot staat, dan komt er...
A
"is" achter de oorspronkelijke notennaam
B
"es" achter de oorspronkelijke notennaam
C
"is" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam
D
"es" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam

Slide 19 - Quizvraag

Hoe klinkt een noot als er een kruis voor staat?
A
Even hoog
B
Hoger
C
Lager

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
(in letters)

Slide 21 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 22 - Open vraag

Instrumentenronde: doel
  • Doel: je beheerst de basisvaardigheden op 3 categorieën instrumenten:
          - minimaal 1 snaarinstrument (bas, ukelele en/of gitaar)
          - toetsen (piano / keyboard)
          - drums
  • Hoe: je werkt zelfstandig de aftekenlijsten (zie boekje en Teams) door. Bekijk de instructiefilmpjes op je iPad (ALTIJD met oortjes in).
  • Wanneer: de komende periode zijn we hiermee bezig. Aan het eind van de lessenreeks moet je overal een cijfer hebben staan. 
  • Klaar? Ga voor een moeilijker stukje (zie aftekenlijst), dan kan je cijfer omhoog!

Het totaal van de instrumentenrondes telt 3 keer mee. 


Slide 23 - Tekstslide

Instrumentenronde 4 - werkwijze
  1. Opfrissen basgitaarukelele + gitaar
  2. Ga naar Teams - aftekenlijst bas & ukelele & gitaar. Bekijk de filmpjes.
  3. Werk in tweetallen, help en corrigeer elkaar. Zijn er te weinig instrumenten? Dan werk je samen met 1 instrument. 
  4. Ben je klaar om voor te spelen? Zet je naam op de lijst op het bord.
  5. In de studio? De deuren blijven open! Doe je iets wat niet de bedoeling is? Dan gaat de hele groep de studio uit.
  6. Vragen? Stel ze eerst aan elkaar. Kom je er echt niet uit, vraag dan de juf. 

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
- Theorie-opdracht 4.1 (boekje blz. 23)
- Oefenen snaarinstrumenten. Volgende les moet er minimaal 1 cijfer staan!
- oortjes voor je iPad mee

Slide 25 - Tekstslide

Toevallige voortekens
Een kruis, mol of herstellingsteken komt middenin een maat voor. Hij geldt voor alle zelfde noten die nog volgen in de maat, tot de maatstreep.


Slide 26 - Tekstslide

2 kruizen op de plek van de f en de c:
iedere f wordt fis en iedere c wordt cis

Slide 27 - Tekstslide

Vaste voortekens
Vaste voortekens staan vooraan de regel (bij de g-sleutel) en gelden voor het hele stuk. 
Eén kruis betekent: elke F wordt een Fis (dus ook een hogere / lagere F!)

Slide 28 - Tekstslide

kruis op de plek van de f: iedere f wordt fis

Slide 29 - Tekstslide

Welk vast voorteken zie je hier?
A
Een kruis op de hoogte van de F
B
Een kruis op de hoogte van de C
C
Een mol op de hoogte van de E
D
Een mol op de hoogte van de B

Slide 30 - Quizvraag

Dit betekent dat
A
Alleen de C op deze hoogte een Cis wordt
B
Elke F een Fis wordt
C
Alleen de F op deze hoogte een Fis wordt
D
Elke C een Cis wordt

Slide 31 - Quizvraag