§4 Cultuur

                     §4 Cultuur
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

                     §4 Cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je leert....
  • wat het verschil is tussen dominante-, sub- en tegencultuur.
  • wat een multiculturele samenleving is.
  • het verschil tussen vooroordelen en stereotypen.
  • op welke manieren migranten kunnen inburgeren.
  • welke vormen van discriminatie er bestaan.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn verschillende soorten culturen:
a. Dominante cultuur: de overheersende cultuur. Is het meeste in een land aanwezig. In NL dus de NL-se cultuur.

b. Subcultuur: de cultuur die in de minderheid is en NIET botst met de waarden en normen van de dominante cultuur. Bv. JTC-cultuur, voetbalvereniging.

c. Tegencultuur: de cultuur die in de minderheid is en waarvan de waarden en normen WEL botsten met de dominante cultuur. Bv. extreem-rechts, krakers, hooligans

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
  • De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land

  • Bijvoorbeeld: de intocht van Sinterklaas of 's avonds rond zes uur warm eten

  • Maar ook: vrijheid van meningsuiting en gelijke behandeling van vrouwen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen
  • Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving, bijvoorbeeld door: muzieksmaak, land van herkomst, werk of geloof

  • Je gedraagt je volgens deze normen, waarden en gewoonten

  • Je hoort meestal niet bij één subcultuur

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegencultuur
Groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen. 

Slide 7 - Tekstslide

- Welke tegenculturen kennen we in NL?
Tegencultuur
  • Dierenrechtenactivisme
  • Milieuactivisme
  •  Extreemlinks
  • Extreemrechts
  • Krakers
  • Anti-COVID
  • Soevereinen/autonomen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van dominante cultuur.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een subcultuur.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een tegencultuur.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken bij dit onderdeel:
WB par. 3.1 opdr. 1, 2, 4, 6, 11, 12, 13

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving (Boek: Hoofdstuk 7)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 manieren om in te burgeren - I
1. ????????

Je past je gedeeltelijk aan de nieuwe cultuur aan.


Hoe heet dit?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 manieren om in te burgeren - I
1. Integratie
Je past je gedeeltelijk aan de nieuwe cultuur aan.

  • Nieuwkomers nemen de Nederlandse gewoonten over, maar houden ook veel dingen van hun eigen cultuur. Bijv. je leert wel de taal, maar behoudt je geloof.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 manieren om in te burgeren - III
2. ?????????

Je past je helemaal niet aan de dominante cultuur aan en behoudt je eigen cultuur.


Hoe heet dit?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 manieren om in te burgeren - III
2. Segregatie

Je past je helemaal niet aan de dominante cultuur aan en behoudt je eigen cultuur.
  • Groepen leven gescheiden van elkaar, aanpassen is niet nodig, omdat je vooral samenleeft met mensen die jouw waarden, normen en gewoonten delen en misschien zelf dezelfde taal spreken.  Bijvoorbeeld wijken waar vooral migranten wonen.

Hoe heet dit?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 manieren om in te burgeren - II
3. ?????????

Je past je (bijna) volledig aan de dominante cultuur aan.

Hoe heet dit?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 manieren om in te burgeren - II
3. Assimilatie 
Je past je (bijna) volledig aan de dominante cultuur aan.

  • Nieuwkomers vervangen heel veel van hun cultuur door de cultuur van het land waar ze gaan wonen (=dominante cultuur). De eigen gewoonten en tradities, bijvoorbeeld naar de moskee gaan, worden dan losgelaten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw van Hassel die kletst met mevrouw El Allouchi onder het genot van een kopje muntthee.
Een Chinese vader die jaren geleden christelijk werd, omdat hij vond dat hij het "Nederlandse geloof" moest hebben. 
Zwarte scholen en witte scholen.
Segregatie
Assimilatie
Integratie

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volledige aanpassing
gedeeltelijke aanpassing
geen aanpassing
Assimilatie
Segregatie
Integratie

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie
Assimilatie
Segregatie
Inburgeringscursus
Zwarte en witte scholen
Andere taal overnemen
Aanpassen aan nieuwe cultuur
Opgaan in nieuwe cultuur
Eigen cultuur behouden

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie
Segregatie
Assimilatie

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken bij dit onderdeel:
WB par. 7.2
+ WB par. 3.1 opdr. 1, 2, 4, 6, 11, 12, 13

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je de volgende begrippen uitleggen?
  • Stereotype
  • Vooroordeel
  • Tolerant


Nee? Let dan even op en schrijf goed mee!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stereotype
Soms denken mensen volgens een stereotype: 
een oordeel over een grote groep mensen, op basis van iets dat je van 1 iemand weet. 

Bijv. “alle mavo 3 leerlingen zijn lui”, want ik ken 1 luie mavo 3 leerling

Bijv. "......................................................",
want ik ken 1 ..................... Nederlander

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypen
Stereotypen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op:
Over iedere groepen bestaan er stereotypen.

Zoek op welk stereotype beeld er bestaat over de Nederlander. 

Schrijf de kenmerken die je gevonden hebt op en leg uit of jij het stereotype van de Nederlander  herkent .
Ja of nee... ?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotype Nederlander
- Wat hebben jullie opgezocht ?
- Klopt het beeld met de werkelijkheid
- Waarom wel / niet?
- Hoe zou dit met andere stereotype zijn?

- Wat kun je nu zeggen over stereotypen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk in tweetallen een vooroordeel over elkaar.
Is het vooroordeel uiteindelijk waar gebleken?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen 
Mensen die elkaar voor het eerst zien, hebben meestal toch al een mening gevormd over de ander: zij hebben een vooroordeel


Een vooroordeel = een oordeel over iets of iemand zonder dat je diegene kent/de feiten kent.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypen & Vooroodel

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypen
Respect
Racisme
Tolerantie
Vooroordeel
Een overdreven beeld van een groep mensen
Een oordeel over iemand zonder feiten te kennen
De ander in zijn waarde laten
Discriminatie op basis van ras
Het accepteren van verschillen

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij welk begrip bij de situaties hoort? Bekijk de situaties en koppel het begrip aan de juiste omschrijving.
Racisme
Discriminatie op basis van geloof
Vooroordeel
Stereotype
Discriminatie op basis van leeftijd
Alle vluchtelingen zijn gelukszoekers.
Fatima wordt niet aangenomen omdat zij een hoofddoek draagt.
In een vacature staat: deze baan is alleen geschikt voor 30 tot 40 jarigen.
Alle jongens houden van voetbal.
Iemand met een donkere huidskleur wordt geweigerd door een bewaker bij een club.

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soms is er sprake van discriminatie: mensen anders behandelen in dezelfde situaties. Dat kan op basis van:
  • Culturele achtergrond: bv een Turkse man wordt niet aangenomen voor een baan, alleen maar omdat hij Turks is.
  • Uiterlijk: iemand die dik is wordt niet aangenomen voor een baan, want die zal “wel lui” zijn.
  • Geslacht /geaardheid: een homoseksueel persoon wordt geweigerd als docent
  • Leeftijd: iemand van 60 krijgt geen baan, want hij is “te oud”.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tolerantie en respect
Tolerant: je staat open voor de waarden en 
normen van andere mensen.

Tolerantie heeft veel te maken met respect. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je mensen die anders zijn respecteert.

Respect: Je laat de ander in zijn of haar waarde.  


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie ben jij werkelijk?
The DNA Journey
"Het is gemakkelijk om te denken dat er meer dingen zijn die ons verdelen dan verenigen. Maar we hebben eigenlijk veel meer gemeen met andere nationaliteiten dan je zou denken. 

We vroegen 67 mensen van over de hele wereld om een DNA-test te doen, 

...en wat blijkt....

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Najib Amhali

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken bij dit onderdeel:
WB par. 
+ par. 7.2
+ par. 3.1 opdr. 1, 2, 4, 6, 11, 12, 13

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies