LJ2 Biologie H5, 5.2

Vak: Biologie 
Hoofdstuk 5, 5.2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie 
Hoofdstuk 5, 5.2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je lesboek van Biologie en open je boek op p. 113. 


Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- Kun je beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert;
- Kun je benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtshormonen;

Leergebiedoverstijgende doelen:

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Scoor je verdiept (8 of hoger) dan mag je zelfstandig aan het werk: 


De rest doet mee met de instructie

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor eicel en zaadcel?

Slide 5 - Open vraag

Chromosomen komen voor in paren. Hoeveel paren chromosomen heeft een mens?
A
24
B
23
C
40
D
46

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het geslachtschromosoom in een eicel?
A
X
B
Y

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het geslachtschromosoom in een zaadcel?
A
Y
B
X
C
X of een Y
D
XX

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk


De rest doet mee met de instructie 

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Een cel van een mens bevat 46 chromosomen. De chromosomen komen voor in paren. Een mens heeft 23 paren chromosomen in een celkern. Dit geldt voor alle lichaamscellen. De twee chromosomen van een paar zijn aan elkaar gelijk. Ze bevatten ook de informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen. 

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende manieren:
- Anticonceptiestaafje (implanon): ongeveer twee keer zo groot als een lucifer en wordt onder de huid in de bovenarm aangebracht. Elke dag geeft het staafje een kleine hoeveelheid hormonen af aan het lichaam. Het staafje kan 3 jaar blijven zitten. 
- Spiraaltje: wordt door een arts in de baarmoeder ingebracht. 
De chromosomen in paren 

Slide 11 - Tekstslide

Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen. In de kernen van geslachtscellen komen die chromosomen niet in paren voor, maar enkelvoudig. 

Slide 12 - Tekstslide

Geslachtschromosomen die in paren voorkomen, noem je anders dan de normale chromosomen. De geslachtschromosomen bij een vrouw noem je XX (gelijk aan elkaar). De gelachtschromosomen bij een man zijn verschillend. Een man heeft een X- en een Y- chromosoom. 

Slide 13 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Intensief -->
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 

Slide 14 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht ... op bladzijde 113.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Kun je beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?


Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 16 januari
5.2 opdracht 



Slide 17 - Tekstslide