Les 2 Vraag, aanbod en ruil

Les 2 Vraag, aanbod en ruil
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VeehouderijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Vraag, aanbod en ruil

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student weet waardoor veranderingen in het consumentengedrag kunnen komen.
  • De student weet wat de vraagkant en aanbodkant van de economie beïnvloed.
  • De student weet wat betalingsbereidheid en aanbiedingsbereidheid inhoudt.
  • De student weet wat directe en indirecte ruil is.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij vraag, aanbod en ruil?

Slide 3 - Woordweb

Consumentengedrag
Hoe mensen keuzes maken noemen we consumentengedrag
Dit kan beïnvloed worden door:
  • Verandering in de persoonlijke situatie
  • Consumenteninformatie
  • Commerciële beïnvloeding
  • Sociale beïnvloeding
  • Technologische ontwikkeling

Slide 4 - Tekstslide

Vraag
Het consumentengedrag beïnvloed de vraagkant van de economie.
De maximale prijs die een consument wilt betalen voor een product en/of dienst noemen we betalingbereidheid

Slide 5 - Tekstslide

Bioscoopkaartje
Sabine wil maximaal € 20 uitgeven

Youssef maximaal € 17,50
Sander heeft een betalingsbereidheid van € 15.
Irene wil maximaal € 12,50 betalen.
Voor Maze is de maximale prijs € 10.



Slide 6 - Tekstslide

Aanbod
Om producten te kunnen kopen hebben we ook producenten nodig die het product willen maken

De minimale prijs die een producent wilt ontvangen voor een product en/of dienst noemen we aanbiedingsbereidheid

Slide 7 - Tekstslide

  • Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs
  • Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs
  • Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs
  • Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs
  • Dalen

  • Stijgen

  • Stijgen

  • Dalen 

Slide 8 - Tekstslide

Ruilen
Wanneer een product een nieuwe eigenaar krijgt heeft er ruil plaats gevonden. 

- Directe ruil
- Indirecte ruil

Slide 9 - Tekstslide

Het inkomen van de consument stijgt
A
Betalingsbereidheid stijgt
B
Betalingsbereidheid daalt
C
Aanbiedingsbereidheid stijgt
D
Aanbiedingsbereidheid daalt

Slide 10 - Quizvraag

Er wordt veel reclame gemaakt voor het product
A
Betalingsbereidheid stijgt
B
Betalingsbereidheid daalt
C
Aanbiedingsbereidheid stijgt
D
Aanbiedingsbereidheid daalt

Slide 11 - Quizvraag

De productiekosten nemen toe
A
Betalingsbereidheid stijgt
B
Betalingsbereidheid daalt
C
Aanbiedingsbereidheid stijgt
D
Aanbiedingsbereidheid daalt

Slide 12 - Quizvraag

De consument wordt ontslagen
A
Betalingsbereidheid stijgt
B
Betalingsbereidheid daalt
C
Aanbiedingsbereidheid stijgt
D
Aanbiedingsbereidheid daalt

Slide 13 - Quizvraag

Producenten krijgen subsidie
A
Betalingsbereidheid stijgt
B
Betalingsbereidheid daalt
C
Aanbiedingsbereidheid stijgt
D
Aanbiedingsbereidheid daalt

Slide 14 - Quizvraag

Joost haalt een biertje op de zwarte cross en betaal met een muntje
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 15 - Quizvraag