Ontbinden van factoren tweetermen

Ontbinden in factoren
Tweetermen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontbinden in factoren
Tweetermen

Slide 1 - Tekstslide

2 soorten vragen
1 - Ontbinden in zoveel mogelijk factoren groter dan 1


2 - Ontbinden in 2 factoren
Voorbeeld
420 geschreven in zoveel mogelijk factoren wordt 2*2*3*5*7
Voorbeeld
420 geschreven in 2 factoren kan zijn 2*210 maar ook 12*35

Slide 2 - Tekstslide

Getallen met variabelen
Ook getallen met een variabele kunnen geschreven worden als product van zoveel mogelijk of als product van 2 factoren (dit hangt van de opdracht af).
Voorbeeld
42h² geschreven in zoveel mogelijk factoren wordt 2*3*7*h*h
42h² geschreven in twee factoren wordt 6h*7h  of  3h*14h

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf 72 als product van 2 factoren

Slide 4 - Open vraag

Schrijf 18x² als product van 2 factoren

Slide 5 - Open vraag

Waarom zijn de twee onderstaande formules vergelijkbaar (hetzelfde)?
a = 3b + 12       en      a = 3(b + 4)

Slide 6 - Open vraag

De twee formules zijn vergelijkbaar omdat als je de haakjes wegwerkt bij de tweede formule de eerste formule ontstaat.

Verschil tussen de formules is dat de eerste formule een optelling is en de tweede formule een vermenigvuldiging.
a = 3b + 12       en      a = 3(b + 4)

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de twee factoren in de formule a = 3(b + 4)
A
a en b
B
a en 3(b + 4)
C
3 en 4
D
3 en b+4

Slide 8 - Quizvraag

a = 3b + 12
De bovenstaande formule is een optelling. Bij een optelling heb je te maken met termen. In deze formule worden twee getallen opgeteld: 3b en 12. De rechterkant van de formule wordt dan ook wel een tweeterm genoemd.

Hoe wordt de linkerkant ook al weer genoemd?

Slide 9 - Tekstslide

Ontbinden van tweetermen
Tweetermen als "3b + 12" gaan we ontbinden in factoren. Daarvoor ga je kijken wat de twee termen gemeenschappelijk hebben; soms is dat een getal, soms een variabele.
Het gemeenschappelijk deel van de twee termen ga je buiten haakjes halen en wat van de termen overblijft schrijf je tussen de haakjes.
Door te ontbinden heb je een optelling als een vermenigvuldiging geschreven.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld ontbinden tweeterm
Ontbind in factoren:      a = 6b + 21
Schrijf eerst elke term als product van zoveel mogelijk factoren:
a = 2*3*b   +  3*7
Je kunt nu zien dat 6b en 21 een 3 gemeenschappelijk hebben. Deze 3 haal je buiten de haakjes.
a = 3  ( 2*b  +  7)
Korter geschreven wordt dit a = 3 (2b + 7)
De optelling 6b + 21 is geschreven als vermenigvuldiging van 3 en 2b+7

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld ontbinden tweeterm
Ontbind in factoren:      p = 18r + 32
Schrijf eerst elke term als product van zoveel mogelijk factoren:
p = 2*3*3*r   +  2*2*2*2*2
Je kunt nu zien dat 18r en 32 een 2 gemeenschappelijk hebben. Deze 2 haal je buiten de haakjes.
p = 2  ( 3*3*r  +  2*2*2*2)
Korter geschreven wordt dit p = 2 (9r + 16)
De optelling 18r + 32 is geschreven als vermenigvuldiging van 2 en 9r+16

Slide 12 - Tekstslide

Ontbind in factoren:
f = 8h + 28
a = 6b + 21 = 3 (2b + 7)

Slide 13 - Open vraag

Ontbind in factoren:
k = 13m + 39

Slide 14 - Open vraag

Ontbinden tweeterm
Soms heb je een tweeterm waarin in beide termen een variabele staat. Je kunt dan (ook) de variabele buiten haakjes halen.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld ontbinden tweeterm
Ontbind in factoren:      p = 18r² + 5r
Schrijf eerst elke term als product van zoveel mogelijk factoren:
p = 2*3*3*r*r   +  5*r
Je kunt nu zien dat 18r² en 5r een r gemeenschappelijk hebben. Deze r haal je buiten de haakjes.
p = r  ( 2*3*3*r  +  5)
Korter geschreven wordt dit p = r (18r + 5)
De optelling 18r² + 5r is geschreven als vermenigvuldiging van r en 18r+5

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld ontbinden tweeterm
Ontbind in factoren:      m = 18s² + 12s
Schrijf eerst elke term als product van zoveel mogelijk factoren:
m = 2*3*3*s*s   +  2*2*3*s
Je kunt nu zien dat 18s² en 12s  s, 2 en 3 gemeenschappelijk hebben. Deze haal je buiten de haakjes. Wat overblijft schrijf je tussen de ().
m = s*2*3  ( 3*s  +  2)
Korter geschreven wordt dit m = 6s (3s + 2)
De optelling 18s² + 12s is geschreven als 
vermenigvuldiging van 6s en 3s+2

Slide 17 - Tekstslide

Ontbind in factoren:
f = 8h² + 28h
m = 18s² + 12s = 3s (6s + 4)

Slide 18 - Open vraag

Ontbind in factoren:
f = 7h² + 8h

Slide 19 - Open vraag

Ontbinden tweeterm
Wanneer een optelling negatieve getallen heeft kun je ook een negatief getal buiten haakjes halen.
Voorbeeld
a = -42h + 21 
geschreven in zoveel mogelijk factoren wordt 
a = -7*2*3*h + -7*-3
geschreven als vermenigvuldiging:
a = -7 (2*3*h +  -3)   =    -7 (6h - 3) 

Slide 20 - Tekstslide

Ontbind in factoren:
f = -12h² - 8h
a = -42h + 21   =  -7 (6h + 3)

Slide 21 - Open vraag

Controle
Je kunt altijd je antwoord controleren door de haakjes weg te werken. De formule waarmee je begonnen bent moet dan weer te voor schijn komen.
Haakjes wegwerken heb je in een eerder hoofdstuk geleerd.

Slide 22 - Tekstslide

Einde les

Slide 23 - Tekstslide